ECLI:NL:TADRSHE:2013:14 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 192 - 2013

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2013:14
Datum uitspraak: 01-07-2013
Datum publicatie: 09-07-2013
Zaaknummer(s): OB 192 - 2013
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Essentie: Wederpartij alleen aangeschreven in de periode waarin hij niet werd bijgestaand door een advocaat, althans toen verweerder hierover nog niet op de hoogte was gesteld. Advocaat mag afgaan op de juistheid van de aan hem verstrekte informatie.   Klacht: kennelijk ongegrond.  

Beslissing van 1 juli 2013

in de zaak OB 192-2013

naar aanleiding van de klacht van:

A

klager

tegen:

B

verweerster

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement O van 10 juni 2013 met kenmerk nr. 48/13/066K , door de raad ontvangen op 12 juni 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Op 12 augustus 2010 is de echtscheiding tussen klager en diens ex-echtgenote tot stand gekomen door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de Burgerlijke Stand. De ex-echtgenote van klager heeft zich in mei 2011 tot verweerster gewend met het verzoek haar bij te staan inzake de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap van partijen na echtscheiding. Verweerster heeft in de periode van mei – september 2011 rechtstreeks  klager aangeschreven met betrekking tot het bovenstaande.

1.2         Klager heeft zich in augustus gewend tot mr. X, met het verzoek hem in bovenvermelde kwestie bij te staan. Mr. X heeft bij brief dd, 8 november 2011 aan verweerster bericht dat hij klager bijstond. Mr. X heeft zich in april 2012 teruggetrokken als advocaat van klager.

1.3         Op 3 juli 2012 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Ter comparitie is klager zonder advocaat verschenen. Partijen hebben ter comparitie een schikking getroffen en zijn in onderling overleg tot een verdeling van de huwelijksgemeenschap gekomen.

1.4         Op 28 september 2012 heeft mr. Y zich gesteld als opvolgend raadsvrouwe van klager. Mr. Y verzocht de rechtbank de zaak weer op de rol te plaatsen voor het nemen van een akte na doorhaling.

1.5         Verweerster heeft bij brief dd. 10 oktober 2012 aan de rechtbank bezwaar gemaakt tegen inwilliging van het verzoek van mr. Y. Verweerster verwees naar de vaststellingsovereenkomst dd. 3 juli 2012 en de doorhaling op verzoek van beide partijen. Verweerster schreef bij brief van dezelfde datum aan mr. Y onder meer het volgende:

Ik acht het onbegrijpelijk dat u in deze zaak zonder in de wet te kijken een dergelijk zinloos verzoek aan de rechtbank zendt. Punt 1 zet u uw cliënt op het verkeerde been en punt 2 jaagt u mijn cliënte op kosten, hetgeen ik in strijd acht met de gedragscode.”  

1.5         Op 31 oktober 2012 heeft mr. Y. bij akte na doorhaling namens klager de eis van klager vermeerderd in die zin dat klager vorderde de wijze van verdeling zoals vastgesteld bij proces-verbaal van 3 juli 2012 te vernietigen c.q. te wijzigen en opnieuw rechtdoende de wijze van afwikkeling c.q. verdeling vast te stellen op de door de man voorgestane wijze.

1.6         De rechtbank overwoog bij vonnis dd. 6 februari 2013 dat klager vernietiging van de vaststellingsovereenkomst dd. 3 juli 2012 vorderde, zonder hiervoor een juridische grondslag aan te voeren. Op grond van artikel 25 Rv is de rechtbank nagegaan welke rechtsregel op de door klager gestelde feiten van toepassing zou kunnen zijn. De rechtbank kwam tot de conclusie dat hiervan geen sprake was en heeft het door de man bij akte na doorhaling gevorderde afgewezen.

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.      verweerster klager rechtstreeks heeft benaderd, terwijl hij door een advocaat werd bijgestaan;

2.      verweerster klager heeft beschuldigd van frauduleuze handelingen en bedreigingen;

3.      verweerster onwaarheden heeft verkondigd met betrekking tot de duur van de samenleving en de waarde van bezittingen;

4.      verweerster de opvolgende advocaat van klager onprofessioneel heeft benaderd;

5.      verweerster jegens de politie een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.

3.           VERWEER     

3.1         Pas op 8 november 2011 heeft zich een advocaat van klager bij verweerster gemeld. Deze advocaat heeft zich in april 2012 weer teruggetrokken als advocaat van klager. Verweerster heeft zich alleen in de tijd waarin klager niet door een advocaat werd bijgestaan rechtstreeks tot klager gewend.

3.2         Tijdens de comparitie van partijen op 29 mei 2012 is een vaststellingsovereenkomst gesloten. De totstandkoming hiervan is zeer zorgvuldig geschied.  De rechtbank heeft klager, die zonder advocaat was verschenen, voldoende in bescherming genomen.

3.3         Verweerster heeft de belangen van haar cliënte behartigd en haar standpunt verwoord. Verweerster had geen opdracht van haar cliënte om zich bezig te houden met de omgang tussen klager en zijn kinderen. Klager heeft dit onderwerp nimmer ter sprake gebracht. De cliënte van verweerster heeft het initiatief genomen om de omgangsregeling weer op gang te brengen. Verweerster heeft zich niet beziggehouden met deze kwestie.

3.4         Pas in december 2012 werd door de toenmalige advocaat van klager een verzoekschrift ingediend, strekkende tot wijziging van het ouderschapsplan, nihilstelling kinderalimentatie, veroordeling tot betaling van een partneralimentatie en vervangende toestemming aan klager om een DNA-test voor de kinderen uit te voeren. Verweerster heeft in deze procedure voor haar cliënte verweer gevoerd. Ter zitting dd. 15 april 2013 is opnieuw aangeboden om de omgang tussen klager en de kinderen begeleid op te starten en de begeleiding op kosten van de cliënte van verweerster door een kindercoach te laten plaatsvinden.

4.           BEOORDELING

4.1         De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort ervan te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. In aanmerking dient te worden genomen dat in een procedure, en zeker in een familierechtelijke procedure, de emoties tussen partijen hoog kunnen oplopen. De standpunten die de advocaat van de wederpartij inneemt, dan wel diens aanpak van de zaak, zijn de andere partij vaak niet welgevallig. Een advocaat dient de belangen van zijn cliënte voorts te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat deze hem verschaft. Een advocaat mag in beginsel afgaan op de juistheid van de informatie die zijn cliënte hem verstrekt, en is slechts in uitzonderingsgevallen – indien hij behoorde te begrijpen dat de informatie onjuist was - gehouden de juistheid ervan te verifiëren. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van deze uitgangspunten beoordelen.

Ad klachtonderdeel 1

4.2         Uit de aan de raad overgelegde stukken is niet gebleken dat verweerster klager rechtstreeks heeft aangeschreven terwijl zij wist dat klager door een advocaat werd bijgestaan. Verweerster is op 8 november 2011 hierover geïnformeerd door de toenmalige advocaat van klager en in april 2012 heeft deze advocaat zich weer teruggetrokken. In deze periode heeft verweerster klager niet rechtstreeks aangeschreven zodat het eerste onderdeel van de klacht als feitelijk ongegrond dient te worden afgewezen.

Ad klachtonderdelen 2 en 3

4.2         Verweerster heeft het standpunt van haar cliënte verwoord. Verweerster mocht daarbij afgaan op de juistheid van de informatie van haar cliënte. Niet gebleken is dat verweerster wist, dan wel had behoren te weten dat deze informatie onjuist was. Voor zover klager het niet eens is met het standpunt van de cliënte van verweerster, ligt het op zijn weg dit in rechte te betwisten, waarna de rechter een oordeel over de stellingen van partijen zal uitspreken. De klachtonderdelen 2 en 3 zullen derhalve evenmin tot gegrondheid leiden.

Ad klachtonderdeel 4

4.3         Aan klager komt geen klachtrecht toe ter zake van de wijze waarop zijn advocaat door verweerster is bejegend. Hierover kan alleen de advocaat van klager zich beklagen, waarvan uit het dossier niet is gebleken. De voorzitter zal dit onderdeel van de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk afwijzen.

Ad klachtonderdeel 5

4.4         Ook ten aanzien van dit klachtonderdeel geldt dat v erweerster mocht afgaan op de juistheid van de informatie die zij van haar cliënte had gekregen. Niet gebleken is dat verweerster wist, dan wel had behoren te weten dat deze informatie onjuist was. Klachtonderdeel 5 zal daarom evenmin tot gegrondheid leiden.

BESLISSING

De voorzitter:

wijst de onderdelen 1, 2, 3 en 5 van de klacht als kennelijk ongegrond af;

wijst onderdeel 4 van de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 1 juli 2013.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 2 juli 2013

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

-  klager

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement O

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement O binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.