ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4379 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3999/12.133

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4379
Datum uitspraak: 06-05-2013
Datum publicatie: 04-06-2013
Zaaknummer(s): R. 3999/12.133
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Niet voldoen
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft ondanks toezeggingen daartoe de entreetoets en CCV 2011 niet ingediend. Klacht gegrond. Maatregel: berisping.

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 5 juli 2012 , door de raad ontvangen op 6 juli 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Dordrecht, thans Rotterdam, de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 11 maart 2013 van de raad in aanwezigheid van klager, verweerder en de gemachtigde van verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerder was van 1 maart 1995 tot 25 mei 2011 als advocaat ingeschreven en werkzaam in het arrondissement Rotterdam.

2.3 Per 25 mei 2011 is verweerder werkzaam in het arrondissement Dordrecht, thans Rotterdam.

2.4 Op 27 mei 2011 is verweerder uitgenodigd door de Raad van Toezicht voor en het doen van de entreetoets.

2.5 Bij brief van 30 mei 2011 heeft de Raad van Toezicht aan verweerder een welkomsbrief doen toekomen met het verzoek kennis te komen maken met de leden van de Raad van Toezicht en de verklaring ex art. 2 lid 2 Advocatenwet toe te zenden.

2.6 Bij brief van 20 juni 2011 is verweerder door de Raad van Toezicht gerappelleerd omtrent zijn entreetoets.

2.7 Op 30 juni 2011 is aan verweerder een herinnering door de Raad van Toezicht gestuurd.

2.8 Verweerder heeft over 2009 en 2010 geen opgave gedaan van de Centrale Controle Verordeningen (CCV) in het arrondissement Rotterdam.

2.9 Bij mailbericht van 4 oktober 2011 van de Raad van Toezicht aan verweerder met bevestiging van het telefonisch onderhoud van 3 oktober 2011 inzake de entreetoets is verweerder verzocht binnen drie weken de stukken toe te zenden en een kennismakingsgesprek te voeren met de leden van de Raad van Toezicht. 2.10 Op 5 maart 2012 is per mail een rappel gestuurd en tevergeefs getracht telefonisch contact met verweerder te krijgen.

2.11 Op 6 maart 2012 heeft verweerder contact opgenomen met de stafjurist van de Raad van Toezicht.

2.12 Op 15 maart 2012 heeft klager een bezoek gebracht aan verweerder. Aldaar zijn afspraken gemaakt over het tijdig invullen van de CCV door verweerder en het samenstellen van een kantoorhandboek.

2.13 Aan de hand van de uitkomst van de CCV opgave zou worden bezien of het invullen van de entreetoets nog iets zou toevoegen.

2.14 Bij brief van 13 april 2012 heeft de Raad van Toezicht verweerder gevraagd zijn toezegging na te komen.

2.15 Bij brief van 18 april 2012 van klager is aangegeven dat verweerder de CCV 2011 niet heeft ingevuld noch zijn entreetoets heeft toegestuurd waarbij een deadline is gesteld tot 23 april 2012.

2.16 Bij brief van 5 juli 2012 is door klager een klacht ingediend tegen verweerder bij de Raad van Discipline.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

a. ondanks het feit dat hij daartoe diverse keren is aangemaand, nog immer de entreetoets die hem op 27 mei 2011 is toegezonden, niet heeft ingediend;

b. ondanks het feit dat hij daartoe diverse malen is aangemaand, de CCV-opgave over 2011 niet heeft ingediend;

c. geen afspraak heeft gemaakt voor een kennismakingsgesprek met de overige leden van de Raad van Toezicht alhoewel hij sedert 25 mei 2011 in het arrondissement Dordrecht, thans Rotterdam, staat ingeschreven;

d. door bovenstaande informatie dan wel inlichtingen te weigeren dan wel niet te verstrekken handelt in strijd met art 37 van de Gedragsregels.

4 VERWEER

Verweerder heeft gesteld dat hij serieuze gezondheidsklachten heeft en dat hij problemen heeft gehad met het digitaal invoeren van de entreetoets en CCV 2011. Verweerder heeft een nieuw wachtwoord moeten aanvragen en toen hij dat had ontvangen was de entreetoets en CCV 2011 verdwenen.

5 BEOORDELING

De raad ziet aanleiding om de klachtonderdelen a tot en met d gezamenlijk en in onderlinge samenhang te beoordelen. Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting stelt de raad vast dat verweerder in strijd heeft gehandeld met gedragsregel 37. De aangevoerde gezondheidsklachten disculperen verweerder niet ten aanzien van zijn verplichtingen. Voorts stelt de raad vast dat verweerder door zijn handelen c.q. nalaten een situatie in het leven heeft geroepen, waardoor het voor de Raad van Toezicht niet mogelijk was hem te controleren hetgeen ertoe leidt dat het door de Raad van Toezicht uit te voeren toezicht niet kon worden geƫffectueerd. De raad acht de klachtonderdelen a tot en met d gegrond.

6 MAATREGEL

 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de maatregel van berisping passend en geboden.

7 BESLISSING

De Raad van Discipline:

- verklaart de klachtonderdelen a tot en met d gegrond en legt ter zake aan verweerder de maatregel van berisping op.

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mrs. W.P. Brussaard, L.P.M. Eenens, P.C.M. van Schijndel, A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 mei 2013.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 8 mei 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- de gemachtigde van verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl