ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4110 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4047/12.181

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4110
Datum uitspraak: 11-03-2013
Datum publicatie: 19-04-2013
Zaaknummer(s): R. 4047/12.181
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet ongegrond. Evenals de voorzitter op basis van de stukken heeft geoordeeld heeft verweerder zijn vrijheid van handelen als advocaat van de wederpartij niet overschreden.

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de Raad van Discipline van 4 oktober 2012, met kenmerk R12/13/02, door de raad ontvangen op 5 oktober 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 2 november 2012 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond respectievelijk niet-ontvankelijk   verklaard, welke beslissing op 5 november 2012 aan partijen is verzonden.

1.3    Bij brief van 10 november 2012, door de raad ontvangen op 13 november 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 14 januari 2013 in aanwezigheid van verweerder. Klager is met schriftelijke vooraankondiging niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.

2    FEITEN EN DE KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

2.2    Een op 28 december 2012 bij de raad binnengekomen bericht van klager van 22 december 2012 is voor de raad geen reden geweest de behandeling van het verzet aan te houden.

3    BEOORDELING

3.1    De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter dit onder nummer 3.1 van de bestreden beslissing heeft vermeld.

3.2    De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

3.3    De raad begrijpt onder de klacht en het verzet ook de gang van zaken zoals door klager omschreven in de brief van 20 augustus 2012.

4    BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mrs. W.P. Brussaard, L.P.M. Eenens, P.C.M. van Schijndel en E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. M. Boender-Radder als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 maart 2013.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 13 februari 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.