ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4255 Raad van Discipline Arnhem 12-148

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:YA4255
Datum uitspraak: 18-03-2013
Datum publicatie: 23-05-2013
Zaaknummer(s): 12-148
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet tegen voorzittersbeslissing, op grond waarvan klacht die na 3.5 jaar was ingediend door de voorzitter kennelijk niet ontvankelijk was verklaard vanwege tijdsverloop, ongegrond.

Beslissing van 18 maart 2013

in de zaak 12-148

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 18 september 2012 op de klacht van:

de heer [naam]

[adres]

klager

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 23 augustus 2012, door de raad ontvangen op 24 augustus 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het voormalig arrondissement Zutphen de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 18 september 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 21 september 2012 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief zonder datum, door de raad ontvangen op 1 oktober 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 7 januari 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager dat op 1 oktober 2012 is binnengekomen, van de brief van verweerder d.d. 10 oktober 2012 en van de brief van klager d.d. 28 oktober 2012.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1  Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat:

de plaatsvervangend voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard nu het tijdsverloop, tussen de feiten die aanleiding hebben gegeven tot de klacht en het moment dat klager zijn klacht bij de deken heeft ingediend, het gevolg is van meerdere stoornissen die bij klager zijn vastgesteld door medisch specialisten.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de plaatsvervangend voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de plaatsvervangend voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

Verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, mrs. J.H. Brouwer, H. Dulack, J.R.O. Dantuma en P.R.M. Noppen, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18  maart 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 18 maart 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Oost-Nederland/Gelderland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.