ECLI:NL:TADRARN:2013:YA3979 Raad van Discipline Arnhem 12-229

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:YA3979
Datum uitspraak: 04-03-2013
Datum publicatie: 14-03-2013
Zaaknummer(s): 12-229
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verweerder was eerder opgetreden als notulist van een aandeelhoudersvergadering waarin was besloten dat de vennootschappen geen procedures aanhangig zouden maken zonder toestemming van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Klacht hield in dat verweerder gelet op deze afspraak niet als advocaat gesteld had mogen worden voor een door een van de vennootschappen gedaagde B.V.. Volgens de raad gaat het niet aan om direct of indirect zelf een van de betrokken vennootschappen te dagvaarden en het voeren van verweer niet toe te staan. Klacht ongegrond.

Beslissing van 4 maart 2013

in de zaak 12-229

naar aanleiding van de klacht van:

klager sub 1,

klager sub 2, en

klaagster sub 3

tezamen klagers

tegen:

verweerder en verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 29 november 2012 met kenmerk RvT 1112-9236, door de raad ontvangen op 30 november 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het voormalig arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 11 februari 2013 in aanwezigheid van zowel klagers als verweerder en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van voormelde brief van de deken met bijlagen d.d. 29 november 2012 aan de raad.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Klagers sub 1 en 2 houden ieder 50% van het geplaatste aandelenkapitaal van klaagster sub 3. Klaagster sub 3 is enig aandeelhouder van [A] B.V..

Klaagster sub 3 en [D] B.V. zijn/waren ieder voor 50% aandeelhouder van [E] B.V..

[E] B.V. is/was enig aandeelhouder van een drietal dochtermaatschappijen te weten [K] B.V., [L] B.V. en [M] B.V..

Het gehele geplaatste aandelenkapitaal van [D] B.V. wordt gehouden door de heer [Van L].

2.3 Op 27 april 2011 heeft een Algemene Vergadering van Aandeelhouders plaatsgevonden van de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid [E] B.V. en haar drie dochtermaatschappijen. Namens [E] B.V. waren aanwezig klaagster sub 3, vertegenwoordigd door klager sub 1, en [D] B.V., vertegenwoordigd door [Van L]. Namens de dochtermaatschappijen van [E] B.V. was aanwezig [E] B.V., vertegenwoordigd door klager sub 1 en [Van L]. Verweerder is opgetreden als notulist.

2.4 In die vergadering is onder meer met algemene stemmen besloten,en onder punt 6 in de notulen vastgelegd, dat geen processen zouden worden gevoerd zonder toestemming van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Bij gebreke van die toestemming zouden de kosten van zulke procedures voor rekening zijn van de bestuurder die tot het voeren van het proces heeft besloten. Dit besluit is genomen ter voorkoming van onnodige procedures op kosten van (één van) de vennootschappen.

2.5 Er zijn conflicten gerezen tussen klagers enerzijds en [Van L] en [D] B.V., bijgestaan door verweerder, anderzijds.

2.6 [A] B.V. heeft op 25 juli 2011 [K] B.V. gedagvaard tegen de rolzitting van 3 augustus 2011. [Van L] heeft namens [E] B.V., bestuurder van [K] B.V., de dagvaarding op kantoor van verweerder afgegeven, met verzoek het nodige te ondernemen. Dat gebeurde tijdens verweerders vakantie.

2.7 Als vakantiewaarneemster heeft verweerster er voor zorg gedragen dat op de rolzitting van 3 augustus 2011 verweerder als advocaat werd gesteld.

2.8 Bij brief met bijlagen van 23 januari 2012 hebben klagers zich bij de deken beklaagd over verweerder en verweerster. Na bemiddeling door de deken hebben zij hun klacht beperkt tot de hierna te noemen klacht.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster en verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet, doordat verweerster op de rolzitting van 3 augustus 2011 verweerder als advocaat van [K] B.V. heeft gesteld en verweerder zich, na terugkeer van vakantie, niet direct heeft teruggetrokken.

3.2 Volgens klagers had verweerster verweerder nooit mogen stellen omdat zij geacht moet worden van de op 27 april 2011 in de aandeelhoudersvergadering gemaakte afspraken op de hoogte te zijn geweest.

3.3 Verweerder had zich, toen hem daarom tijdens de aandeelhoudersvergadering van 31 augustus 2011 werd verzocht, direct uit de procedure moeten terugtrekken.

4 VERWEER

4.1 Verweerster heeft verklaard dat zij niet van de afspraak in de notulen op de hoogte was en dat zij naar eer en geweten gehandeld heeft toen haar de dagvaarding werd aangereikt. De termijn van dagvaarding was erg kort, er moest snel gehandeld worden.

4.2 Volgens verweerder behoefde verweerster er niet op bedacht te zijn dat de opdracht om hem advocaat te stellen niet mede berustte op een besluit van klaagster sub 3 als medebestuurder van de moedermaatschappij van de gedaagde vennootschap, [K] B.V.

4.3 Voorts heeft verweerder erop gewezen dat de in de aandeelhoudersvergadering van 27 april 2011 gemaakte afspraak om niet te procederen er nimmer toe zou hebben mogen of kunnen leiden dat een vennootschap in rechte geen verweer zou mogen voeren.

4.4 Verder vraagt verweerder zich af wat het belang van klagers is bij deze klacht, nu de gedaagde vennootschap al op het punt stond om failliet te gaan en ook daadwerkelijk is gefailleerd. De feitelijke afwikkeling zou niet anders zijn geweest indien geen advocaat zou zijn gesteld.

4.5 Tenslotte stelt verweerder dat hij zich, nadat verweerster hem als advocaat had doen stellen, niet zonder toestemming van de nadere bestuurder van [K] B.V. kon onttrekken.

5 BEOORDELING

5.1 De raad is van oordeel dat de afspraak zoals weergegeven in de notulen van 27 april 2011 onder punt 6 strikt genomen niet in de weg stond aan het zich advocaat (doen) stellen en het voeren van verweer. Uit de tekst van dit onderdeel uit de notulen blijkt immers dat indien wel wordt geprocedeerd zonder toestemming van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, dit zal geschieden op kosten van de bestuurder die tot het voeren van de procedure heeft besloten. Voorts ziet de afspraak op ‘het voeren van processen’, hetgeen naar het oordeel van de raad niet lijkt te duiden op het voeren van verweer in door anderen geëntameerde procedures.

5.2 Bovendien is de raad niet duidelijk waarom in de ogen van klagers [A] Allerion B.V. als (middellijk) gelieerde vennootschap, ondanks de op 27 april 2011 gemaakte afspraak, [K] B.V. wel in rechte zou mogen betrekken, terwijl [K] B.V. zich niet in rechte zou mogen verweren en laten vertegenwoordigen door de door de mede-aandeelhouder aangezochte advocaat. Het gaat niet aan om direct of indirect zelf een van de betrokken vennootschappen te dagvaarden en het voeren van verweer niet toe te staan.

5.3 Overigens zijn door verweerder noch door verweerster proceshandelingen verricht, zodat de klacht verder elk belang ontbeert. De raad is dan ook van oordeel dat de klacht jegens beide verweerders dient te worden afgewezen.

BESLISSING

De raad van discipline:

De klacht tegen zowel verweerder als verweerster wordt als ongegrond afgewezen.

Aldus gewezen door mr. M.M. Lorist, voorzitter, mrs. J.R.O. Dantuma, M.L.C.M. van Kalmthout, E.J. Verster en A.M.T. Weersink, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 maart 2013.

griffier voorzitter