ECLI:NL:TADRARN:2013:9 Raad van Discipline Arnhem 12-225

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:9
Datum uitspraak: 10-06-2013
Datum publicatie: 30-06-2013
Zaaknummer(s): 12-225
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetszaak. De voorzittersbeslissing waartegen verzet is van 17 december 2012 en het verzetschrift van klager is door de raad ontvangen op 11 januari 2013. Verzetstermijn is 14 dagen en klager heeft geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die overschrijding van de verzetstermijn rechtvaardigen. Het risico van niet prompte postbestelling blijft voor rekening van een klager. Verzet is niet-ontvankelijk.

Beslissing van 10 juni 2013

in de zaak 12-225

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 17 december 2012 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 29 november 2012 met kenmerk RVT 1112-9436/LB/sd, door de raad ontvangen op 30 november 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 17 december 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 19 december 2012 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief gedateerd 21 december 2012 door de raad ontvangen op 11 januari 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 15 april 2013 in aanwezigheid van klager. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet, van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager gedateerd 21 december 2012, door de raad ontvangen op 11 januari 2013, de faxbrieven van klager van 11 januari 2013, 23 januari 2013, 1 februari 2013, 8 februari 2013 en 11 februari 2013.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2 Klager is van mening dat de deken hem onvoldoende tijd heeft gegund om de uitgebreide klachten die hij heeft in te dienen bij en via hem. Daarnaast is klager ontevreden dat geen enkel overleg heeft plaats gehad met de deken over de klachten anders dan via e-mail. Klager is van mening dat hij steeds bewust is tegengewerkt.

4 BEOORDELING

4.1 Op grond van artikel 46A lid 1 Advocatenwet kan een klager binnen 14 dagen na de verzending van het afschrift van de beslissing schriftelijk verzet doen bij de raad. Nu vaststaat dat de verzending van het afschrift geschied is op 19 december 2012, eindigt de verzetstermijn op 2 januari 2013. De raad heeft op 11 januari 2013 per fax een verzetschrift van klager ontvangen, gedateerd 21 december 2012. Het is vaste jurisprudentie dat het risico van een niet prompte postbestelling voor rekening blijft van een klager, behoudens bijzondere omstandigheden die overschrijding van de verzetstermijn kunnen rechtvaardigen. Ter zitting heeft klager geen bijzondere omstandigheden aangevoerd. Hij heeft slechts verwezen naar de moeizame postbezorging rond de kerstperiode. Volgens de raad levert deze omstandigheid die van algemene bekendheid mag worden verondersteld, niet een zodanige bijzondere omstandigheid op die een uitzondering op de hoofregel rechtvaardigt.

4.2 Aangezien vaststaat dat het verzetschrift van klager na de verzetstermijn, namelijk pas op 11 januari 2013, bij de raad is binnen gekomen, dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzet.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. M.J. Blaisse, voorzitter, mrs. A. Gerritsen-Bosselaar, P.P. Verdoorn, I.P.A. van Heijst en H.J.P. Robers, leden, bijgestaan door mr. S. Le Noble als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 10 juni 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 10 juni 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten Midden-Nederland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.