ECLI:NL:TADRARN:2013:71 Raad van Discipline Arnhem 13-219

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:71
Datum uitspraak: 25-09-2013
Datum publicatie: 25-10-2013
Zaaknummer(s): 13-219
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Een advocaat is niet verplicht tegen zijn eigen visie in bijstand te verlenen, ook niet als de advocaat in eerste instantie positief had geadviseerd over de kansen in een procedure. De klacht dat verweerder bij aanvang bij vergissing € 2,- te veel in rekening had gebracht, is van onvoldoende gewicht. Klachten kennelijk ongegrond.

Beslissing van 25 september 2013

in de zaak 13-219

naar aanleiding van de klacht van:

 de heer [ ]

adres  

 klager

 tegen:

mr. X

advocaat te U.

 verweerder

Klager heeft zich bij brief van 12 maart 2013 gewend tot de Nederlandse Orde van Advocaten met een klacht over verweerder. De brief is doorgeleid naar de deken van de orde van advocaten Midden-Nederland omdat verweerder in dat arrondissement kantoor houdt. De klacht is vervolgens door en deels namens de deken onderzocht en bij brief van 11 september 2013 met kenmerk RvT 1213-0049/LB/sd doorgeleid naar de raad. De brief en de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken zijn op 12 september 2013 bij de raad binnengekomen.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Klager heeft een geschil met Eneco over de levering van warm water. Volgens klager heeft hij daarvoor nooit een leverings- of afnamecontract met Eneco gesloten en vordert Eneco ten onrechte betaling van de kosten gemoeid met die levering. Klager heeft zich met deze kwestie tot verweerder gewend.

1.3 Verweerder heeft klager op 18 februari 2013 laten weten dat hij, anders dan aanvankelijk het geval was, geen mogelijkheden zag om voor klager te bereiken wat klager in die zaak wenste te bereiken, te weten dat klager door Eneco niet langer zou worden uitgesloten van de levering van elektriciteit. Dat laatste was namelijk gebeurd omdat klager zijn verplichtingen tegenover Eneco, waar het ging om de levering van warm water, niet nakwam.

1.4 Verweerder heeft klager bijgestaan op basis van een toevoeging. Daarvoor heeft verweerder klager op 14 januari 2013 een eigen bijdrage gedeclareerd van € 79,= terwijl, zo blijkt uit een brief van de raad voor rechtsbijstand van 5 februari 2013, die bijdrage € 77,= was.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:

a) Klagers belangen te schaden door een persoonlijk akkoord te sluiten met Eneco;

b) Klagers belangen te schaden door incassobureau Flanderijn Gerechtsdeurwaarders te Driebergen voor Eneco in te schakelen;

c) Klager onjuiste declaraties te sturen.

Uit de toelichting op de klacht wordt opgemaakt dat de klacht mede betrekking heeft op het feit dat verweerder klager niet wilde volgen in zijn lezing die er kort gezegd op neer komt dat Eneco geen aanspraak kan maken op een betaling voor de levering van warm water. Bij de bespreking van klachtonderdeel a) zal dat worden betrokken.

3 BEOORDELING

3.1 Op de klacht kan met toepassing van art. 46g Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

Klachtonderdeel a)

Dat verweerder een persoonlijk akkoord heeft gesloten met Eneco blijkt nergens uit. Hij heeft met zijn brief van 18 februari 2013, uitvoerig gemotiveerd aangegeven dat hij geen mogelijkheden zag om klager bij te staan op de wijze die klager voor ogen stond. Verweerder gaf daarmee invulling aan zijn eigen verantwoordelijkheid als advocaat. Een advocaat is niet verplicht om tegen zijn eigen visie in bijstand te verlenen. Dat wordt niet anders door het feit dat verweerder aanvankelijk, maar nog zonder de nadien van Eneco verkregen informatie, daartoe wel mogelijkheden zag en dat toen zelfs werd gedacht aan een kort geding om te bewerkstelligen dat aan klager weer elektriciteit zou worden geleverd.

Klachtonderdeel b)

3.2 Eneco heeft een incassprocedure opgestart voor hetgeen volgens haar ten onrechte onbetaald bleef. Daarbij is genoemd deurwaarderskantoor ingeschakeld. Dat verweerder daar de hand in heeft gehad blijkt nergens uit. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.

Klachtonderdeel c)

3.3 Verweerder erkent dat hij geen € 79,= maar € 77,= had moeten berekenen aan eigen bijdrage. Het verschil is veroorzaakt omdat hij abuis was over de toe te passen korting in verband met het feit dat de zaak was verwezen door het Juridisch loket. Die korting was € 52,= en verweerder hield ten onrechte € 50,= aan. Die vergissing is gecorrigeerd. De voorzitter kan er geen tuchtrechtelijk vergrijp inzien en als het dat wel zou zijn dan is deze "fout" van onvoldoende gewicht.

Dit klachtonderdeel is eveneens kennelijk ongegrond.

4  CONCLUSIE

De voorzitter zal alle klachtonderdelen daarom afwijzen.

BESLISSING

Wijst de klacht in alle onderdelen af.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, met bijstand van mr. G.H.J. Spee als griffier op 25 september 2013

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 27 september 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

-   de deken van de Nederlandse Orde van advocaten