ECLI:NL:TADRARN:2013:24 Raad van Discipline Arnhem 13-94

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:24
Datum uitspraak: 30-04-2013
Datum publicatie: 30-06-2013
Zaaknummer(s): 13-94
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Er is geen goede verklaring voor het feit dat klagers verweerder pas bijna 6 jaar nadat een einde kwam aan zijn bemoeienissen met deze zaak, tuchtrechtelijk aanspreken. Klachten kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing van 30 april 2013

in de zaak 13-94

naar aanleiding van de klacht van:

1. de heer [ ]

2. mevrouw [  ]

adres

klagers

tegen:

mr. X.

advocaat te E.

verweerder

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland van 5 april 2013 met kenmerk K 13/08, door de raad ontvangen op 9 april 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Klager sub 1 is verwikkeld in een geschil over de afwikkeling van de nalatenschappen van zijn overleden ouders. De vader van klager overleed in 1989 en zijn moeder in 1996.

Klaagster sub 2 is de echtgenote van klager sub 1 en met hem in gemeenschap van goederen getrouwd. Klaagster is nauw betrokken geweest bij de erfeniskwesties. Zij wordt aangemerkt als mede-belanghebbende.

1.3 In 1996 werden de belangen van klagers behartigd door mr. V. Verweerder volgde haar op als raadsman in augustus/september 2003. In april 2007 kwam een einde aan zijn werkzaamheden.

2. KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:

a. Veel tijd - minimaal een half jaar - te nemen  voor het doornemen van het dossier.

b. Procedures aanhangig te maken om inzage te krijgen in de financiële dministratie van onder andere de Rabobank, terwijl dat ook anders had kunnen worden gedaan.

c. De Rabobank te informeren over wat de intentie van klager zou zijn en zodoende samen te spannen met de Rabobank.

d. Bij het invullen van de formulieren voor de Geschillencommissie Bankzaken teksten in het nadeel van en zonder overleg met klager te wijzigen. Ook heeft hij de betreffende formulieren ingevuld en ondertekend zonder overleg met klager.

3. VERWEER

Verweerder voert tegen de klachten verweer. Op de inhoud hiervan zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

4. BEOORDELING

Op de klacht en de verschillende onderdelen daarvan kan met toepassing van art. 46g Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen goede verklaring voor het feit dat klagers verweerder nu pas, bijna 6 jaar nadat een einde kwam aan zijn bemoeienissen met deze zaak, tuchtrechtelijk aanspreken.

In het bijzonder geldt met betrekking tot de klachtonderdelen 3 en 4 het navolgende. In juni 2011 zouden klagers “tussen onze archiefstukken”, die zij toen opgehaald hebben bij verweerder formulieren hebben gevonden die verweerder zonder overleg met klagers zou hebben voorzien van een handtekening en datum. In het midden kan blijven of dat juist is. Die formulieren dienden ertoe om in 2006 bij de Geschillencommissie Bankzaken een procedure te beginnen tegen de Rabobank en die procedure heeft plaatsgevonden, kennelijk met instemming van klagers.

Maar wat er van dat laatste ook zij, klagers hadden na die ontdekking niet nog eens ruim anderhalf jaar mogen wachten met het doen van hun beklag over dit aspect van het aan verweerder verweten gedrag.

De voorzitter zal alle klachtonderdelen daarom als kennelijk niet-ontvankelijk afwijzen.

BESLISSING

Wijst de klacht in alle onderdelen als kennelijk niet-ontvankelijk af.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, met bijstand van mr. G.H.J. Spee als griffier op 30 april 2013

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 1 mei 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klagers

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland

-   de deken van de Nederlandse Orde van advocaten