ECLI:NL:TADRARN:2013:170 Raad van Discipline Arnhem 13-288

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:170
Datum uitspraak: 03-12-2013
Datum publicatie: 16-12-2013
Zaaknummer(s): 13-288
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Klager heeft zich al tweemaal eerder beklaagd over verweerder. De eerste klacht is niet doorgezet. De tweede is ingetrokken. Deze derde klacht wordt kennelijk ongegrond bevonden omdat niet is komen vast te staan dat verweerder klager onheus heeft bejegend.

Beslissing van 3 december 2013

in de zaak 13-288

naar aanleiding van de klacht van:

de heer [ ] A.

[ ]

adres

klager

tegen:

mr. X.

advocaat te A.

verweerder

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 21 november 2013 met kenmerk RvT 13-0267, door de raad ontvangen op 22 november 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 KLACHT

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Verweerder heeft klager in juni 2012 een ‘second opinion’ gegeven in een kwestie die de rechtsbijstandsverzekeraar van klager en klager verdeeld hield. Er is in juli 2012 een gesprek geweest. Volgens klager heeft verweerder klachtwaardig gehandeld door:

a. klager tijdens de afspraken te tutoyeren;

b. klager geen hand te geven bij dat gesprek.

Uit klagers reactie op het verweer blijkt dat verweerder klager ook nog op enig moment vermoedelijk, maar helemaal duidelijk is dat niet, bij het gesprek van juli 2012 zou hebben beledigd met de opmerking ‘jij ongeschoolde allochtonen hoe kun je een klacht indienen.’

2 VERWEER

2.1 Verweerder ontkent alles, het feit waarop klachtonderdeel b. berust zonder een concrete herinnering daaraan. Hij heeft klager steeds correct behandeld.

3 BEOORDELING

3.1 Op de klacht kan met toepassing van art. 46g Advocatenwet door de voorzitter worden beslist. Er is geen aanleiding voor de veronderstelling dat een behandeling van de zaak op zitting meer of ander licht op de zaak zal werpen.

3.2 Klager heeft zich tweemaal eerder beklaagd over verweerder en de wijze waarop deze de zaak in kwestie heeft behandeld. De eerste klacht, die in de zomer van 2012 is ingediend, is niet doorgezet. De tweede klacht is in juni 2013 ingetrokken. Dat roept de vraag op of klager nu weer met nieuwe bezwaren tegen verweerder kan komen, de vraag dus of de verschillende klachtonderdelen wel ontvankelijk zijn. Maar die vraag kan blijven rusten omdat de klacht en de verschillende onderdelen daarvan hoe dan ook moeten worden afgewezen. Het is namelijk niet komen vast te staan dat verweerder zich zo heeft gedragen in zijn contacten met klager als klager stelt en zelfs onaannemlijk nu klager daar pas na twee eerdere, andere, klachten tegen verweerder mee aan komt.

3.3 De klacht wordt in al zijn onderdelen afgewezen.

BESLISSING

De voorzitter wijst de klacht in al zijn onderdelen af.

Aldus gewezen door mr. mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, met bijstand van mr. G.H.J. Spee als griffier op 3 december 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 9 december 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

-   de deken van de Nederlandse Orde van advocaten