ECLI:NL:TADRARN:2013:166 Raad van Discipline Arnhem 13-88

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:166
Datum uitspraak: 02-12-2013
Datum publicatie: 16-12-2013
Zaaknummer(s): 13-88
Onderwerp: Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van deken of tuchtrechter
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht naar aanleiding van onderzoek dat is verricht door deken. Verzet tegen beslissing voorzitter ongegrond. Onderzoek in verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen dan die van de voorzitter.

Beslissing van 2 december 2013

in de zaak 13-88

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 29 augustus 2013 op de klacht van:

de heer K.

[adres]

klager

tegen:

mr. X.

advocaat te Utrecht, in diens hoedanigheid van deken    

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 12 augustus 2013 met kenmerk K13/MNE01, door de raad ontvangen op 12 augustus 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 29 augustus 2013 heeft de plaatsvervangend  voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 3 september 2013 is verzonden aan klager.

1.3 Op 17 september 2013 heeft de raad een brief ontvangen van klager, in welke brief klager verzet heeft ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 28 oktober 2013 in aanwezigheid van klager, mevrouw K. en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

2 FEITEN

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht, verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 Voor de gronden van het verzet wordt verwezen naar het verzetschrift waarin klager zijn bezwaren tegen de handelwijze van verweerder, herhaalt. Klager stelt dat verweerder, in zijn hoedanigheid van deken, niets voor hem heeft gedaan.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij haar beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

4.2 Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden, die zich overigens met name richten tegen het handelen danwel niet handelen van anderen dan verweerder, niet slagen. De voorzitter heeft de klacht terecht en op de juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, mrs. A.D.G. Bakker, H. Dulack, E.A.T.M. Steverink en C.J. Lunenberg-Demenint, leden, bijgestaan door mr. G.H.J. Spee als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 december 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 2 december 2013   per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Gelderland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.