ECLI:NL:TADRARN:2013:139 Raad van Discipline Arnhem 13-171

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:139
Datum uitspraak: 11-09-2013
Datum publicatie: 02-12-2013
Zaaknummer(s): 13-171
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: klacht tegen eigen advocaat over onvoldoende voortvarende aanpak is kennelijk ongegrond.

Beslissing van 11 september 2013

in de zaak 13-171

naar aanleiding van de klacht van:

De heer [naam]

[adres]

klager

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerster

De voorzitter van de raad van discipline (hierna “de voorzitter”) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 14 augustus 2013 met kenmerk RvT 13-0042 door de raad ontvangen op 15 augustus 2013, en van de op de zich daarbij bevindende inventarislijst vermelde stukken genummerd van 1 tot en met 7.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Klager heeft een geschil met Aramex over de wijze waarop door dat bedrijf is omgegaan met een aan dat bedrijf voor verzending aan klager toevertrouwd poststuk. Het poststuk, verzonden vanuit Irak, bevatte vertrouwelijke, originele documenten die klager nodig had voor zijn asielprocedure. Klager heeft daarover bij Aramex gereclameerd maar verkreeg onvoldoende genoegdoening. Hij heeft vervolgens verweerster in de arm genomen.

1.3 De zending in kwestie die voor klager was bestemd is op 17 januari 2012 bezorgd bij het asielzoekerscentrum waar klager toen verbleef en is daar, zonder overleg met klager, door Aramex of een persoon voor wie Aramex verantwoordelijk is bij de receptie aangeboden en afgegeven zonder dat daarbij enige kanttekening of opmerking is gemaakt. Een receptie-medewerker heeft voor ontvangst getekend.

1.4 Op 1 maart 2012 heeft klager Aramex aansprakelijk gesteld omdat aan de zending stukken ontbraken en omdat de wijze waarop het poststuk is bezorgd niet zo had mogen gaan. Op 20 maart 2012 heeft Aramex de ontvangst van deze claim bevestigd en op 4 april 2012 volgde een inhoudelijke reactie. Aramex berichtte, zakelijk samengevat, dat Aramex niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de inhoud van de enveloppe omdat het niet tot de verantwoordelijkheid van het verzendende kantoor van Aramex behoort en evenmin van het ontvangende kantoor om te controleren of de enveloppe enige inhoud heeft. Aramex bood  klager aan dat hij, zodra hij de ontbrekende documenten vervangen zou hebben, contact kon opnemen met Aramex om te bezien of Aramex hem een korting zou kunnen geven op de verzending daarvan om op die wijze zijn verlies te compenseren.

1.5 Daarna is een e-mail correspondentie tussen klager en Aramex gevolgd die aan klager, in zijn ogen, onvoldoende genoegdoening leverde. Klager heeft zich vervolgens begin juni 2012 tot verweerster gewend.

1.6 Op 16 juli 2012 heeft verweerster Aramex Delivery Unlimited in Hoofddorp namens klager een brief geschreven met het verzoek om –naast betaling van de extra verzendkosten- betaling van een bedrag van € 475,--, zijnde de kosten die gemoeid zijn met het opvragen van vervangende documenten. Aramex weigerde dat. Dat blijkt uit een e-mailbericht van 7 augustus 2012. Op 15 augustus 2012 heeft klager daartegen bij verweerster geprotesteerd en verweerster heeft daarop gereageerd.

1.7 Klager wenste te procederen tegen Aramex. Verweerster stelde zich op het standpunt dat, om meer of andere genoegdoening te verkrijgen dan Aramex heeft aangeboden, bewijs zou moeten worden geleverd van klagers schade als gevolg van de gang van zaken rond de bezorging van het poststuk. Dit heeft verweerster klager op 14 september 2012 bericht.

1.8 Op 24 september 2012 heeft klager verweerster een e-mail gestuurd met de volgende inhoud:

“Dear [naam verweerster], According to the juridische loket advice at friday 21/9/2012. I would like to inform you that you have not help me anything. Therefore I will carry you the responsibility of delay, in additional to my fees, and I will charge you alle the expenses that I was demand by Aramex co. lawsuit. So either you pay me that fees, or I will complaint you at the higher authorities. Kind regards. [naam klager]” 

1.9 Op 27 september 2012 heeft de kantoorgenoot van verweerster, mr. B., klager uitgenodigd voor een gesprek over de kwestie in het bijzijn van verweerster. Dat gesprek heeft plaatsgevonden en mr. B. heeft de behandeling van de zaak van verweerster overgenomen. Ook dat is niet naar genoegen van klager verlopen. Daarover loopt een andere klachtzaak.

1.10 Bij brief met bijlagen van 18 maart 2013 heeft klager de onderhavige klacht bij de deken ingediend.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:

a) klager 8 maanden lang aan het lijntje te houden en geen werkzaamheden voor klager uit te voeren;

b) klager verkeerd advies te geven, namelijk dat klager een procedure zou moeten starten in Groot-Brittannië;

c) klager tegen te werken;

d) klagers dossier tweemaal te sluiten zonder gegronde redenen;

e) klager in de problemen te brengen door van hem te verlangen contact op te nemen met beveiliging van het asielzoekerscentrum waar klager verbleef;

f) klager te berichten dat de toevoeging van klager op was gegaan aan het bestuderen van het dossier, en klager om betaling te vragen om de zaak aan te houden;

g) klager niet te informeren over de mogelijkheid een andere advocaat te benaderen, en zich niet terug te trekken op verzoek van het Juridisch Loket.

3 VERWEER

3.1 Het verweer komt bij de bespreking van de diverse klachtonderdelen aan de orde.

4 BEOORDELING

4.1 Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

ad klachtonderdeel a)

4.2 Het is duidelijk dat er verschil van inzicht is geweest tussen klager en verweerster over de wijze waarop de zaak gelet op de mogelijkheden en onmogelijkheden daarvan zou moeten worden aangepakt. Klager concentreerde zich daarbij op de wijze waarop met de zending was omgesprongen; verweerster op het feit dat als klager de schade die hij dientengevolge heeft geleden op Aramex wenst te verhalen bewijs van die schade zou moeten worden geleverd. Daardoor raakte de zaak in een impasse. Maar daarvan kan klager verweerster niet, althans niet met succes, een tuchtrechtelijk verwijt maken: verweerster had en heeft haar eigen verantwoordelijkheid en zij hoeft zich niet te voegen naar de wensen van klager als van de door hem voorgestelde aanpak geen resultaat kan worden verwacht.

4.3 Klachtonderdeel a) is kennelijk ongegrond. De periode waarin verweerster zich met de zaak van klager heeft beziggehouden loopt van begin juni 2012 tot 24 september of 1 oktober 2012 en is dus belangrijk korter dan 8 maanden. Niet is gebleken dat verweerster in die periode onvoldoende activiteiten heeft ontwikkeld of onvoldoende voortvarend is geweest er is ook geen reden om dat aan te nemen.

ad klachtonderdeel b)

4.4 Ook klachtonderdeel b) is kennelijk ongegrond. Vaststaat dat aan de orde is geweest dat mogelijk in Groot-Brittannië zou moeten worden geprocedeerd, maar meer ook niet. De vraag of dat laatste, als het al zou zijn geadviseerd, een verkeerd advies zou zijn geweest kan blijven rusten.

ad klachtonderdeel c)

4.5 Klachtonderdeel c) is eveneens kennelijk ongegrond: van tegenwerking blijkt niet. Verweerster mocht zich waar zij een eigen verantwoordelijkheid heeft of had op het standpunt stellen dat zij innam namelijk dat het van belang was dat klager zijn schade aantoonde.

ad klachtonderdeel d)

4.6 Klachtonderdeel d) is eveneens kennelijk ongegrond. Het dossier is niet gesloten. De zaak is door de kantoorgenoot van verweerster overgenomen.

ad klachtonderdeel e)

4.7 Om welke of wat voor problemen het bij dit klachtonderdeel zou gaan is onduidelijk. Verweerster heeft (zoveel staat vast) klager gevraagd om bij de receptie navraag te doen wie het poststuk in kwestie daar in ontvangst heeft genomen. Dat klager daardoor zelf in moeilijkheden is gekomen of zou kunnen komen blijkt nergens uit. Dit klachtonderdeel is eveneens kennelijk ongegrond.

ad klachtonderdeel f)

4.8 Klachtonderdeel f) deelt hetzelfde lot. Ook dat is kennelijk ongegrond. De feitelijkheden die daarin worden genoemd zijn niet komen vast te staan.

ad klachtonderdeel g)

4.9 Begin oktober 2012 is, naar wordt aangenomen met instemming van klager, geprobeerd om de zaak vlot te trekken. Mr. B nam de zaak over. Uitgangspunt bij dit klachtonderdeel is blijkbaar dat verweerster klager had moeten adviseren om een oplossing voor de impasse buiten het kantoor te zoeken en tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door dat niet te doen. Daarin kan de voorzitter klager niet volgen. Ook dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.

BESLISSING

Wijst de klacht in al zijn onderdelen af.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, met bijstand van mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier op 11 september 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 11 september 2013 per aangetekende post en per gewone post verzonden aan:

• klager

en per gewone post aan:

• verweerster

• de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

• de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten