ECLI:NL:TADRARN:2013:137 Raad van Discipline Arnhem 13-185

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:137
Datum uitspraak: 12-09-2013
Datum publicatie: 02-12-2013
Zaaknummer(s): 13-185
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: klacht tegen eigen advocaat die met succes schadevergoedingsprocedure voor cliënt heeft gevoerd. Doordat de debiteur onvoldoende verhaal bood heeft verweerder geadviseerd om de executie, nadat het overgrote deel van het bedrag waar klager recht op had was geïncasseerd, te staken. Klager beklaagt zich erover dat verweerder nalatig is geweest zijn zaak tot een goed einde te brengen. Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van 12 september 2013

in de zaak 13-185

naar aanleiding van de klacht van:

De heer [naam]

[adres]

klager

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerder

De voorzitter van de raad van discipline (hierna “de voorzitter”) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland van 14 augustus 2013 met kenmerk RvT 1213-0040 door de raad ontvangen op 15 augustus 2013, en van de op de zich daarbij bevindende inventarislijst vermelde stukken genummerd van 1 tot en met 9. Voorts heeft de voorzitter kennisgenomen van de brief d.d. 2 september 2013 van klager aan de raad.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Verweerder heeft klager bijgestaan in een schadevergoedingsprocedure tegen de voormalig advocaat van klager, hierna te noemen “mr. X.”. In deze procedure heeft de kantonrechter op 4 mei 2012 de vordering van klager, die een bedrag van € 595,00 beliep, toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en proceskosten die bestonden uit € 100,-- aan salaris gemachtigde en € 73,-- aan griffierecht.

1.3 Het vonnis is door de deurwaarder aan mr. X betekend met bevel tot betaling. Bij brief d.d. 23 augustus 2012 heeft het door verweerder ingeschakelde deurwaarderskantoor verweerder in eerste instantie bericht dat mr. X niet had gereageerd op het aan haar betekende vonnis.

1.4 Uiteindelijk heeft mr. X de hoofdsom en de proceskosten aan de deurwaarder betaald. Zij weigert echter de deurwaarderskosten te betalen. Op 5 september 2012 heeft de deurwaarder een tussentijdse afdracht aan verweerder gedaan van € 600,--. Verweerder heeft dit bedrag doorbetaald aan klager.

1.5 De deurwaarder heeft een bedrag van € 173,-- onder zich gehouden ter dekking van zijn eigen kosten. Hij heeft aangegeven bereid te zijn de tot dan toe gemaakte (deurwaarders) kosten te beperken tot dit bedrag.

1.6 Tussen de deurwaarder en verweerder is overleg geweest over de verhaalsmogelijkheden op mr. X. De deurwaarder heeft verweerder laten weten dat verdere executiemaatregelen hogere kosten met zich meebrengen dan het bedrag van € 173,-- dat de deurwaarder nog onder zich heeft.  

1.7 Verweerder heeft klager proberen uit te leggen dat het risico, dat de deurwaarder kosten maakt die uiteindelijk niet succesvol bij mr. X geïncasseerd kunnen worden bij klager ligt. Klager en verweerder hebben geen overeenstemming kunnen bereiken over de wijze waarop het dossier verder afgewikkeld wordt.

1.8 Bij brief van 13 maart 2013 heeft klager de onderhavige klacht bij de deken ingediend.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

hij nalatig is geweest de zaak van klager tot een goed einde te brengen.

2.2 Klager stelt dat zijn voormalig advocaat hem geheel schadeloos had moeten stellen en dat verweerder daarbij de volledige verantwoordelijkheid had.

3  VERWEER

3.1  Het verweer komt bij de bespreking van de klacht aan de orde.

4 BEOORDELING

4.1 Op de klacht kan, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, door de voorzitter worden beslist.

4.2 Verweerder heeft met succes een procedure bij de kantonrechter voor klager gevoerd en de vordering van klager vervolgens voor betekening en incasso uit handen gegeven aan de deurwaarder. De wederpartij van klager heeft de hoofdsom en de proceskosten betaald maar weigert de deurwaarderskosten te betalen. Verweerder heeft klager uitgelegd dat het weliswaar mogelijk is om verdere executiemaatregelen te nemen, maar dat deze maatregelen kosten met zich meebrengen en dat het risico dat deze extra kosten niet volledig betaald worden bij klager zelf behoort te liggen en niet bij verweerder. Dit standpunt van verweerder is juist. Uit de brieven van klager blijkt dat klager dit niet kan of niet wil begrijpen.

4.3 In de handelwijze van verweerder ziet de voorzitter geen tuchtrechtelijk verwijt. Verweerder mocht, gelet op de kosten die verdere pogingen om het (geringe) nog openstaande bedrag te verhalen met zich mee zouden brengen, weigeren om daartoe zelf opdracht te geven aan de deurwaarder. De consequentie daarvan zou immers zijn geweest dat hij, verweerder, zelf voor die kosten aansprakelijk zou zijn. Onjuist is opvatting van klager dat het niet zijn probleem is als de voor het incasseren van het restant te maken deurwaarderskosten niet op mr. X verhaald zouden kunnen worden. De klacht is dan ook kennelijk ongegrond.

BESLISSING

Wijst de klacht af.

Aldus gewezen door mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, met bijstand van mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier op 12 september 2013.

 griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 16 september 2013 per aangetekende post en per gewone post verzonden aan:

• klager

en per gewone post aan:

• verweerder

• de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland

• de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten