ECLI:NL:TADRARN:2013:129 Raad van Discipline Arnhem 13-28

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2013:129
Datum uitspraak: 07-10-2013
Datum publicatie: 29-11-2013
Zaaknummer(s): 13-28
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet tegen voorzittersbeslissing 1 dag te laat binnengekomen en dus niet-ontvankelijk.

Beslissing van 7 oktober 2013

in de zaak 13-28

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 22 februari 2013 op de klacht van:

De heer [naam]

[adres]

klager

tegen:

mr. [naam]

advocaat te [plaats]

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 21 januari 2013, door de raad ontvangen op 24 januari 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 22 februari 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht  kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 25 februari 2013 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 8 maart 2013 door de raad ontvangen op 12 maart 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 10 juni 2013 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Hetgeen klager in zijn verzetschrift opmerkt naar aanleiding van de wijze waarop de voorzitter de feiten heeft weergegeven leidt naar het oordeel van de raad niet tot een andere vaststelling van de feiten.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

Klager is het niet eens met het oordeel van de voorzitter dat het dossier geen materiaal bevat waaruit blijkt dat de klacht gegrond is. Klager vindt dat de voorzitter c.q. de raad zou moeten bewijzen dat verweerder klagers belangen goed heeft behartigd en wel voortvarend te werk is gegaan.

4 BEOORDELING

4.1 Artikel 46h van de Advocatenwet bepaalt dat tegen de voorzittersbeslissing binnen 14 dagen na verzending daarvan schriftelijk verzet kan worden gedaan bij de raad. Nu de voorzittersbeslissing op 25 februari 2013 is verzonden, had het verzetschrift uiterlijk 11 maart 2013 ter griffie van de raad moeten zijn ontvangen.

4.2 De raad constateert dat klagers verzetschrift d.d. 8 maart 2013 op 12 maart 2013 ter griffie is ontvangen. Nu het verzetschrift na afloop van de verzettermijn ter griffie is ontvangen, is klager te laat in verzet gekomen.

4.3 De raad is op grond van het bovenstaande van oordeel dat klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzet.

4.4 Ten overvloede overweegt de raad nog het volgende. De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Het is niet aan de tuchtrechter om te onderzoeken en bewijs te leveren, zoals klager wenst,  van het feit dat verweerder voortvarend genoeg te werk is gegaan.

4.5 De door klager in verzet aangevoerde gronden kunnen naar het oordeel van de raad derhalve niet slagen.

4.6 Dit betekent dat, indien het verzet van klager wel ontvankelijk zou zijn geweest, de raad zou hebben geconcludeerd dat de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden als kennelijk ongegrond heeft afgewezen en de raad het verzet ongegrond zou hebben verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Aldus op 10 juni 2013 in raadkamer gewezen door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, mrs. A.T. Bolt, J.H. Brouwer, A. Gerritsen-Bosselaar en J.A. Holsbrink, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 oktober 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 9 oktober 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Gelderland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.