ECLI:NL:TADRARL:2013:11 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 26a/12 26b/12

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2013:11
Datum uitspraak: 23-08-2013
Datum publicatie: 29-10-2013
Zaaknummer(s):
  • 26a/12
  • 26b/12
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Stellingen over de kwaliteit van de dienstverlening moeten worden onderbouwd. Enkele slordigheden, zoals een verschrijving, leiden niet tot tuchtrechtelijke verwijtbaarheid. Een advocaat dient zijn declaratie te specificeren. Dat was in casu aanvankelijk niet gebeurd, maar is op eerste verzoek wel gedaan. Klacht ongegrond.

Beslissing van 23 augustus 2013

in de zaak 26a/12 en 26b/12

naar aanleiding van de klacht van:

de heer [    ]

klager

tegen:

1.    mr. [    ] (26a/12)

2.    mr. [    ] (26b/12)

verweerders

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 30 januari 2012 met kenmerk 010/011 KG073, door de raad ontvangen op 31 januari 2012, heeft de deken van de orde van advocaten in het voormalige arrondissement Groningen de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 24 mei 2013 in aanwezigheid van de moeder van klager, die namens klager is verschenen, en beide verweerders. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier;

1.4    Zaken die op 31 december 2012 aanhangig waren bij de raden van discipline in de ressorten Arnhem en Leeuwarden zijn op grond van de inwerkingtreding op 1 januari 2013 van de Wet Herziening Gerechtelijke Kaart voor de verdere behandeling overgedragen aan de raad van discipline in het ressort Arnhem   Leeuwarden. Deze zaak wordt daarom verder beslist door de raad van discipline in het ressort Arnhem   Leeuwarden.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Beide verweerders hebben klager rechtsbijstand verleend in een echtscheidingsprocedure met nevenverzoeken in de periode mei 2010 tot juli 2011.

2.3    Tot november 2010 heeft verweerder sub 2 de belangen van klager behartigd. Daarna heeft verweerster sub 1 de behandeling van de zaak overgenomen vanwege ziekte van verweerder sub 2.

2.4    Bij beschikking d.d. 13 juli 2011 is de echtscheiding uitgesproken tussen klager en zijn echtgenote en is bepaald dat hun minderjarige kind hoofdverblijf zal hebben bij de vrouw. Voorts is een bijdrage vastgesteld in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind, alsmede een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de ex-partner van klager voor de tijd van 2 jaar. Een beslissing omtrent de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap is aangehouden.

2.5    Bij brief d.d. 7 juni 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

3    KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerders er tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a)    verweerders hun werk slordig hebben gedaan en niet alle relevante informatie aan de rechtbank verstrekt. Bovendien werd er slecht geluisterd naar klager en was er onduidelijkheid over de alimentatieverplichting van klager;

b)    er hoge rekeningen werden gestuurd en het extra werk dat verweerster sub 1 moest verrichten in verband met de ziekte van verweerder sub 2 in rekening is gebracht, hoewel dat later weer is bijgesteld. Bovendien ontbrak een specificatie. Eerst na interventie door de deken is deze alsnog verstuurd.

Toelichting

Klager kreeg stukken toegestuurd die betrekking hadden op andere zaken dan de zijne. In een concept processtuk stond een verkeerde rechtbank genoemd. Klager dan wel zijn accountant/financieel adviseur heeft alle  financiële stukken aan verweerder sub 2 afgegeven en de benodigde informatie verstrekt. Verweerder sub 2 deed hier echter niets mee. Hij was niet echt bij de zaak betrokken. Zo heeft hij niet uitgelegd dat de bij voorlopige voorziening uitgesproken alimentatie bestemd was voor zijn ex-partner. Omdat verweerder sub 2 niet alles aan de rechtbank heeft doorgegeven heeft de rechtbank aangenomen dat klager niets te zijner verdediging heeft aangevoerd. Er is lange tijd niets met klagers zaak gebeurd.

Hoewel er lange tijd niets met zijn zaak is gebeurd, kreeg klager toch een rekening van € 4.318,00. Onbekend is op welke werkzaamheden deze rekening betrekking had. De bureaumedewerkster van verweerders heeft toegezegd dat er korting zou worden verleend op de nog te verzenden nota’s. Klager heeft bij verweerster sub 1 nog gevraagd hem in te lichten over de werkzaamheden en kosten, maar heeft daarop nooit antwoord gekregen. Bovendien heeft klager diverse malen om een specificatie van de declaratie gevraagd doch hieraan is in eerste instantie geen gehoor gegeven.

4    VERWEER

Ad klachtonderdeel a)

4.1    Klager is in eerste instantie bijgestaan door verweerder sub 2. Wegens ziekte en een verstoorde verhouding tussen verweerder sub 2 en de moeder van klager, die veelal als vertegenwoordiger van klager optrad, heeft verweerster sub 1 de behandeling van de zaak overgenomen. Verweerster sub 1 heeft bij doorneming van het dossier geen fouten of onzorgvuldigheden van de kant van verweerder sub 2 kunnen ontdekken. Er is naar behoren gecommuniceerd met klager. Klager eiste echter onmogelijke juridische stappen en dat is aan klager uitgelegd. Alle van belang zijnde stukken die klager aan verweerders ter hand heeft gesteld zijn aan de rechtbank overgelegd, inclusief de (bewerkte)  berekening van de financieel administrateur / accountant van klager. Er is steeds geprobeerd de echtscheidingsprocedure inzichtelijk te maken voor klager en zijn moeder. De zaak is zorgvuldig behandeld. Over de door klager gesignaleerde slordigheden heeft verweerder sub 2 zijn excuses gemaakt. Dit betreft echter geen essentiële fouten, doch niet voor de zaak van belang zijnde slordigheden, die evenmin schade hebben toegebracht aan klagers zaak.

Ad klachtonderdeel b)

4.2    Doordat verweerster sub 1 zich na overname van de zaak, moest inlezen, is afgesproken dat de uren die zij daarvoor nodig had in mindering zouden worden gebracht op een reeds verzonden nota. Ook is klager desgewenst altijd op de hoogte gehouden van de verrichte werkzaamheden. Het kantoor van verweerders verstuurt declaraties niet standaard met een urenspecificatie. Het gebeurt wel op aanvraag. Het is verweerster sub 1 niet bekend dat de moeder van klager sterk heeft aangedrongen op een specificatie. Uiteindelijk is deze wel overgelegd.

5    BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

5.1    Niet gebleken is dat bij de behartiging van de belangen van klager door verweerders tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld. Voor zover sprake is van slordigheden zoals genoemd door klager, is de raad van oordeel dat niet gebleken is dat deze zodanig zijn dat daardoor schade is toegebracht aan de zaak van klager. Bovendien is hiervoor excuus aangeboden. Voorts is niet komen vast te staan dat verweerders slecht hebben geluisterd dan wel dat er onduidelijkheid is blijven bestaan over de alimentatieverplichting van klager. Evenmin is komen vast te staan dat verweerders hebben verzuimd alle relevante informatie aan de rechtbank te verstrekken. Klager heeft zijn stellingen op dit punt niet nader onderbouwd.

5.2    Ten overvloede merkt de raad op dat in de akte van berusting staat vermeld dat klager afstand doet van alle rechtsmiddelen die hij tegen de beschikking van de rechtbank Z. d.d. 13 juli 2011 zou kunnen doen gelden en dat hij onvoorwaardelijk in die beschikking berust. In genoemde beschikking is echter ook de alimentatie vastgesteld. De raad overweegt dat dit voor klager onduidelijkheid kan hebben opgeleverd, waardoor hij de akte van berusting niet heeft willen ondertekenen. Ook hier is echter geen schade ontstaan voor klager. Klachtonderdeel a is dan ook ongegrond.

Ad klachtonderdeel b)

5.3    Hoewel verweerders verplicht zijn op eerste aanvraag van klager een specificatie aan hem te doen toekomen, is gebleken dat het in een later stadium alsnog is gebeurd. Hoewel het de voorkeur had verdiend als deze specificatie onmiddellijk was verstrekt, is de raad van oordeel dat dit in het onderhavige geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is, zodat ook dit klachtonderdeel ongegrond is.

BESLISSING

De raad van discipline:

oordeelt de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman, voorzitter, mrs. E. van Asselt-Pronk, M.E. Derix, N.H.M. Poort, mr. P.H.F. Yspeert, leden, bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 augustus 2013.

griffier                                                       voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op           augustus 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerders

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klager

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl