ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4437 Raad van Discipline Amsterdam 12-329A + 12-330A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4437
Datum uitspraak: 04-06-2013
Datum publicatie: 11-06-2013
Zaaknummer(s): 12-329A + 12-330A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Geheimhoudingsplicht
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen voormalig advocaat. Klager beklaagt zich erover dat verweerder en de door de hem ingeschakelde advocaat bij de betekening en executie van het deelvonnis jegens klager deurwaarder X hebben ingeschakeld. Daaraan stond volgens klager onder andere in de weg de verweerders bekende onbetamelijke wijze waarop de deurwaarder opereert en het risico dat daardoor vertrouwelijke informatie over klager met de deurwaarder zal worden gedeeld en dat dit ter beschikking zal komen van de wederpartij, die ook gebruik maakt van deurwaarder X. Hoewel verweerder 1 weinig inzicht heeft laten blijken over de behoedzaamheid die een advocaat in het algemeen in het optreden tegen (voormalige) cliënten in geval van, al dan niet vaststaande, vorderingen op grond van onbetaalde declaraties in acht moet nemen, kan de raad op grond van de omstandigheden van het geval niet vaststellen dat het hem in deze zaak niet vrijstond om deze deurwaarder in te schakelen. Klacht is ongegrond.    

Beslissing van 4 juni 2013

in de zaak 12-329A en 12-330A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

gemachtigde de heer mr.

klager

tegen:

1. de heer mr.

advocaat te AMSTERDAM

2. de heer mr.

advocaat te AMSTERDAM

verweerders

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brieven aan de raad van 1 november 2012 met kenmerken 1112-982 en 1112-983, door de raad ontvangen op 2 november 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klachten ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klachten zijn behandeld ter zitting van de raad van 8 april 2013 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- De onder 1.1 vermelde brieven;

- De stukken vermeld op de daarbij gevoegde inventarislijsten.

FEITEN

1.4 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.5 Verweerder 1 heeft klager c.s. gedurende de periode van november 2007 tot december 2010 bijgestaan in een aantal ondernemingsrechtelijke kwesties, waaronder een geschil tegen Toppot B.V. In deze zaken heeft de rechtbank Amsterdam bij vonnis van 10 mei 2010 de gehele vordering van Toppot op klager c.s. van ruim € 600.000,-- toegewezen. Met behulp van deurwaarder X is Toppot volgens dit vonnis gaan executeren. Hij heeft ten laste van klager c.s. 98 executoriale beslagen gelegd. Klager heeft zich beklaagd over deze deurwaarder vanwege zijn agressieve en excessieve werkwijze die, volgens klager bijna het faillissement van zijn vennootschappen tot gevolg had gedurende een periode waarin zijn partner ook nog ernstig ziek was.

1.6 Klager is van mening dat de procedure tegen Toppot is verloren ten gevolge van een beroepsfout van verweerder 1. Klager wilde daarom een aanzienlijk deel van de declaraties van het kantoor van verweerder 1 niet betalen voordat de zaak Toppot en diverse vragen over de declaraties zouden zijn opgehelderd, terwijl verweerder 1 betaling van de nog openstaande declaraties als voorwaarde voor een gesprek stelde.

1.7 Het kantoor van verweerder 1 heeft vervolgens verweerder 2 ingeschakeld die vijf aan klager gelieerde ondernemingen heeft gedagvaard en betaling heeft gevorderd van de openstaande declaraties. Bij deelvonnis van 7 juni 2012 heeft de rechtbank Amsterdam de vorderingen van het kantoor van verweerder 1 op vier van de vijf gedaagde partijen toegewezen ter grootte van  € 33.867,13 in hoofdsommen, te verhogen met rente. Op 23 juli 2012 is het vonnis betekend door deurwaarder X.

1.8 Ten tijde van het indienen van de klacht tegen verweerders was er een procedure aanhangig tussen Toppot en klager, waarin Toppot betaling van een bedrag van ruim    € 800.000,-- vorderde. De hiermee verband houdende dagvaarding is betekend door deurwaarder X. Lopende het onderzoek van de deken naar de klacht heeft de deurwaarder nieuwe (conservatoire en executoriale) beslagen gelegd op vermogensbestanddelen van klager c.s., waarvan klager stelt dat Toppot deze eerder niet kende en dat de informatie daarover moet zijn gebaseerd op vertrouwelijke informatie die verweerder heeft verkregen in zijn hoedanigheid van advocaat van klager c.s.

1.9 Bij brieven met bijlage van 31 juli 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerders.

2 KLACHT

verweerder 1

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder 1 tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij verweerder 2 heeft geïnstrueerd om bij de betekening en executie van het deelvonnis van 7 juni 2012 deurwaarder X in te schakelen. Daaraan zou in de weg moeten staan 1) de bij hem bekende onbetamelijke wijze waarop deze deurwaarder opereert, 2) de informatie waarover verweerder 1 uit hoofde van zijn werkzaamheden voor klager c.s. beschikt en die met de deurwaarder zal worden gedeeld en 3) de mogelijkheid dat de onder 2) bedoelde informatie, via deze deurwaarder, ter beschikking zal komen van Toppot, met welke tegenpartij klager nog steeds in een gerechtelijke procedure betrokken is. De bezwaren wegen extra zwaar nu de zaak een rechtstreeks gevolg is van door verweerder in de rechtsbijstand aan klager gemaakte fouten.

verweerder 2

2.2 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder 2 tuchtrechtelijke verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij, ondanks zijn bekendheid met de negatieve ervaringen van klager met deurwaarder X, toch de instructies van verweerder 1 heeft opgevolgd om voor de betekening en executie van het deelvonnis van 7 juni 2012 deze deurwaarder in te schakelen. Daaraan zou in de weg moeten staan 1) de bij hem bekende voorgeschiedenis ter zake de onbetamelijke wijze waarop deze deurwaarder opereert, 2) de informatie waarover verweerder 1 uit hoofde van zijn werkzaamheden voor klager c.s. beschikt en die met de deurwaarder zal worden gedeeld en 3) de mogelijkheid dat de onder 2) bedoelde informatie, via deze deurwaarder, ter beschikking zal komen van Toppot, met welke tegenpartij klager nog steeds in een gerechtelijke procedure betrokken is. De bezwaren wegen extra zwaar nu de zaak een rechtstreeks gevolg is van door verweerder 1 in de rechtsbijstand aan klager gemaakte fouten.

3 BEOORDELING

3.1 De klacht tegen verweerders leent zich gelet op de samenhang in het feitencomplex en de klacht voor gezamenlijke behandeling.

Klachtonderdeel 1)

3.2 Klager beklaagt zich in klachtonderdeel 1) er over dat verweerders ondanks de bekendheid met de negatieve ervaringen van klager met deurwaarder X, toch deze deurwaarder hebben ingeschakeld voor de betekening en executie van het deelvonnis van 7 juni 2012. Daaraan zou in de weg moeten staan volgens klager de bij verweerders bekende voorgeschiedenis ter zake de onbetamelijke wijze waarop deze deurwaarder opereert. De raad stelt in de beoordeling van de klacht voorop dat het een advocaat in beginsel vrijstaat om elke deurwaarder in te schakelen, ook als dat geschiedt in verband met een vordering op een eigen cliënt van de advocaat. Uit Gedragsregel 27, zevende lid en de toelichting daarop volgt daarnaast dat een advocaat ter zake van nog niet in rechte vastgestelde vorderingen van hem op zijn cliënt geen conservatoire maatregelen treft dan na overleg met de deken. In beginsel bestaat er voor in rechte vastgestelde vorderingen geen verplichting voor de advocaat om extra behoedzaamheid te betrachten en lijkt overleg met de deken in zo een geval niet aangewezen.. Of die extra behoedzaamheid, al dan niet in vorm van overleg met de deken, niettemin geboden kan zijn, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

3.3 Naar het oordeel van de raad heeft verweerder 1 niet de hierboven bedoelde vrijheid overschreden bij het inschakelen van deurwaarder X ter zake de in rechte vastgestelde vordering. Hoewel verweerder 1 weinig inzicht heeft laten blijken over de behoedzaamheid die een advocaat in het algemeen in het optreden tegen (voormalige) cliënten in geval van, al dan niet vaststaande, vorderingen op grond van onbetaalde declaraties in acht moet nemen, kan de raad op grond van de omstandigheden van het geval niet vaststellen dat het hem in deze zaak niet vrijstond om deze deurwaarder in te schakelen. Daarbij is van belang dat de raad niet heeft kunnen vaststellen of deurwaarder X als eerst executerende deurwaarder optrad. Klachtonderdeel 1) dient derhalve ongegrond te worden verklaard. Uit de ongegrondheid van dit klachtonderdeel in de klacht jegens verweerder 1 vloeit ook de ongegrondheid van klachtonderdeel 1) in de klacht jegens verweerder 2 voort. Klachtonderdeel 1) is derhalve ongegrond.

Klachtonderdelen 2) en 3)

3.4 De klachtonderdelen 2) en 3) lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Klager beklaagt zich in klachtonderdelen 2) en 3) er over dat verweerders ondanks de bekendheid met de negatieve ervaringen van klager met deurwaarder X, toch deze deurwaarder hebben ingeschakeld voor de betekening en executie van het deelvonnis van 7 juni 2012. Daaraan zou in de weg moeten staan volgens klager de informatie waarover verweerder 1 uit hoofde van zijn werkzaamheden voor klager c.s. beschikt en die met de deurwaarder zou worden gedeeld. Ook zou daaraan in de weg moeten staan de mogelijkheid dat deze informatie ter beschikking zal komen van Toppot, met welke tegenpartij klager nog steeds in een gerechtelijke procedure betrokken is. Naar het oordeel van de raad is op grond van het klachtdossier en hetgeen ter zitting aan de orde is geweest niet komen vast te staan dat verweerder 1 (vertrouwelijke) informatie met de deurwaarder heeft gedeeld en dat dit ter beschikking is of kan zijn gekomen aan Toppot. De door verweerders betwiste stellingen van klager blijven steken in vermoedens en daarenboven kan de raad op grond van hetgeen zich in het klachtdossier bevindt en hetgeen ter zitting aan de orde is gekomen niet vaststellen of vertrouwelijke informatie over de vermogenspositie van ondernemingen van klager is gedeeld. Klachtonderdelen 2) en 3) dienen derhalve ongegrond te worden verklaard. Uit de ongegrondheid van deze klachtonderdelen in de klacht jegens verweerder 1 vloeit ook de ongegrondheid van klachtonderdelen 2) en 3) in de klacht jegens verweerder 2 voort. De klachtonderdelen 2) en 3)  zijn derhalve ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klachten tegen verweerders in al hun onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. M. Westhoff, L. Hamer, J.J. Trap, R. Lonterman, leden, bijgestaan door mr. J.G. Geertsma als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 4 juni 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 4 juni 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerders

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerders

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl