ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4190 Raad van Discipline Amsterdam 12-325A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4190
Datum uitspraak: 16-04-2013
Datum publicatie: 17-04-2013
Zaaknummer(s): 12-325A
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Overname van zaken
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen medeadvocaat. Geen grond voor het oordeel dat verweerder in strijd met de gedragsregels de strafzaak heeft overgenomen. Niet is komen vast te staan dat verweerder druk heeft uitgeoefend op de cliënt van klager. Klacht ongegrond.

Beslissing van 16 april 2013

in de zaak 12-325A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer mr.

advocaat te

klager

tegen:

de heer mr.

advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 25 oktober 2012 met kenmerk GK/PK; 1112-485, door de raad ontvangen op 26 oktober 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 18 februari 2013 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in §1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken 1 tot en met 13 van de bij die brief gevoegde inventarislijst, alsook van de brief van verweerder van 5 februari 2013 die als stuk nummer 14 aan het procesdossier is toegevoegd.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Omstreeks januari 2012 heeft klager, op basis van een piketmelding, de heer X. bijgestaan. De heer X. was gedetineerd in de penitentiaire inrichting Nieuwegein.

2.3 Bij faxbericht van 17 januari 2012 bericht verweerder aan klager dat de heer X. hem heeft gevraagd zijn belangen verder te behartigen. Verweerder doet daarbij het verzoek aan klager om het schaduwdossier, inclusief toevoeging en urenspecificatie, aan hem over te leggen.

2.4 Bij e-mailbericht van 19 januari 2012, om 15.25 uur, bericht verweerder klager als volgt:

“(..) bijgaand doe ik u een opname van een geluidsbestand toekomen, waarin ondubbelzinnig door de heer X. aangegeven wordt wie hij in deze zaak als advocaat wenst.

U heeft ruimschoots de tijd gehad om te verifiëren wat mijnheer wenst.  In plaats dat u dat doet, tracht u mijnheer van zijn wens om gebruik te maken van een advocaat van eigen keuze, af te brengen. Ik vind dit onacceptabel en vraag u om per direct het dossier aan mij te doen toekomen.

Voor de goede orde meldt ik u dat ik in deze zaak reeds contact heb gehad met de portefeuillehouder strafrecht van de Amsterdamse orde en dat ik cliënt hedenmiddag nog ga bezoeken. Vanzelfsprekend bent u welkom om die bespreking (ik zal er om 16.15 uur zijn) aanwezig te zijn.

(..) Ik heb u gisteren tweemaal gebeld om over de zaak trachten te overleggen, zal u direct na het verzenden van deze mail opnieuw bellen en vraag aan u voor wat het overleg betreft in het belang van cliënt, zonodig, ook zelf enig initiatief te nemen.”.

2.5 Verweerder heeft de heer X. op 19 januari 2012 in de penitentiaire inrichting Nieuwegein bezocht.

2.6 Bij faxbericht van 19 januari 2012, verzonden om 17.48 uur, bericht klager verweerder als volgt:

“Gisteren heb ik u telefonisch medegedeeld dat ik cliënt heb bezocht op 17 januari jl. om 13.00 uur en dat cliënt mij toen heeft medegedeeld dat hij u niet als advocaat wilt. Op grond daarvan heb ik u gisteren medegedeeld, dat u hem niet mag bezoeken of contact met hem mag zoeken.

Heden heb ik van u een bericht ontvangen, waaruit blijkt, dat u wel contact heeft opgenomen met cliënt, dat u hem vervolgens zou gaan bezoeken en dat u de nodige druk op cliënt uitoefent.

Op grond van het bovenstaande handelt u in strijd met de gedragsregels en zal ik tegen u een klacht indienen.

Voorts sommeer ik u om geen contact meer met mijn cliënt te hebben of om hem anderszins onder druk te zetten.”.

2.7 Op 24 januari 2012 heeft klager na een telefonisch onderhoud met de heer X. het volledige dossier, inclusief de toevoeging en zijn urenspecificatie, aan verweerder gestuurd.

2.8 Bij brief van 8 februari 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

a) in strijd met de regels voor overname van een strafzaak en in strijd met gedragsregel 18 lid 1 zonder toestemming c.q. overleg met klager de cliënt van klager in de penitentiaire inrichting van Nieuwegein heeft bezocht en zijn zaak met hem heeft besproken;

b) verweerder de cliënt van klager onder druk heeft gezet om hem als advocaat te kiezen.

4 VERWEER

4.1 Verweerder betwist dat hij in strijd met de regels voor overname van een strafzaak en met gedragsregel 18 lid 1 heeft gehandeld. Hij wijst erop dat de heer X. hem heeft benaderd en herhaaldelijk heeft verzocht om zijn bijstand. Om discussies te voorkomen heeft hij een digitale opname gemaakt van een telefoongesprek tussen hem en de heer X. waaruit ondubbelzinnig blijkt dat de heer X. door verweerder wenste te worden bijgestaan. Verweerder heeft meermaals en tevergeefs getracht om telefonisch contact te krijgen met klager, die voor hem onbereikbaar bleef. Voorts heeft hij, voordat hij de heer X. heeft bezocht, contact opgenomen met de portefeuillehouder strafrecht van de Amsterdamse orde. Omdat de heer X. zijn relatie met klager had opgezegd, meent verweerder hoe dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar te hebben gehandeld. 

5 BEOORDELING

5.1 Klachtonderdelen a en b lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.

5.2 Indien een advocaat de behandeling van een zaak van een andere advocaat overneemt, geldt in algemene zin dat het op de weg van de overnemende advocaat ligt om met de andere advocaat te overleggen voordat hij de zaak daadwerkelijk gaat behandelen. Dit overleg houdt in dat advocaten daadwerkelijk informatie en standpunten dienen uit te wisselen. Voorts behoort de advocaat wiens zaak wordt overgenomen de mogelijkheid te hebben bij zijn cliënt na te gaan of het daadwerkelijk zijn wens is om van advocaat te wisselen. Het vorenstaande kan anders zijn in het geval zich dwingende omstandigheden voordoen die ertoe leiden dat de overnemende advocaat niet in de gelegenheid is daadwerkelijk overleg te voeren alvorens hij overgaat tot behandeling van de zaak. Het is niet voldoende dat de cliënt contact opneemt met de voormalig advocaat om door te geven dat hij een andere advocaat wenst. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de overnemende advocaat om daadwerkelijk te overleggen met de andere advocaat alvorens de behandeling van een zaak over te nemen.

5.3 De raad stelt vast dat verweerder klager bij faxbericht van 17 januari 2012 op de hoogte heeft gesteld van het verzoek tot overname. Gesteld noch gebleken is dat verweerder de heer X. voorafgaand aan het verzoek tot overname heeft bezocht.

5.4 Bij het e-mailbericht van 19 januari 2012 heeft verweerder het verzoek tot overname herhaald. Naar niet door klager is betwist, ging dat

e-mailbericht vergezeld van een digitale opname van een telefoongesprek tussen verweerder en de heer X., waaruit bleek dat laatstgenoemde bijstand van verweerder wenste. In het e-mailbericht heeft verweerder voorts gemeld dat hij contact heeft opgenomen met de portefeuillehouder strafrecht van de Amsterdamse orde, heeft hij klager uitgenodigd aanwezig te zijn bij zijn  bezoek aan de heer X. en dringt hij aan op daaraan voorafgaand telefonisch contact met klager.

5.5 Klager heeft bij faxbericht van 19 januari 2012, verzonden om 17.48 uur, gereageerd op het e-mailbericht van verweerder en heeft daarin, zonder zulks nader te verifiëren,  volhard in zijn stelling dat de heer X. verweerder niet als advocaat wenst. Hij kondigde daarbij tevens aan een klacht jegens verweerder in te dienen.

5.6 Aldus blijkt uit het procesdossier dat verweerder klager niet alleen voorafgaand in kennis heeft gesteld van het verzoek tot overname, maar dat hij meermaals heeft getracht om daarover met klager in overleg te treden. Klager is ook voldoende in de gelegenheid gesteld om te verifiëren of de heer X. daadwerkelijk van advocaat wilde wisselen. Daarentegen blijkt uit het procesdossier niet van een bereidheid van klager om in overleg te treden over overname van de zaak. De raad is van oordeel dat verweerder onder die omstandigheden niet kan worden verweten dat hij de heer X. heeft bezocht zonder toestemming van of overleg met klager om vervolgens de zaak te bespreken en van klager over te nemen.

5.7 Bij het voorgaande neemt de raad in aanmerking dat klager zijn stelling dat verweerder de heer X. onder druk heeft gezet althans heeft laten zetten teneinde hem van advocaat te laten wisselen, op geen enkele wijze heeft weten te onderbouwen.

5.8 Uit het voorgaande volgt dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. M.A. le Belle, R. Lonterman,

B. Roodveldt en M. Ynzonides, leden, bijgestaan door mr. S.H. van den Ende als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 16 april 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 16 april 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl