ECLI:NL:TADRAMS:2013:219 Raad van Discipline Amsterdam 13-218NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2013:219
Datum uitspraak: 17-12-2013
Datum publicatie: 18-12-2013
Zaaknummer(s): 13-218NH
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Betwisting standpunt klager in procedure bij geschillencommissie tussen klager en verweerder niet klachtwaardig. Verzet ongegrond.

Beslissing van 17 december 2013

in de zaak 13-218NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 12 september 2013 op de klacht van:

de heer , mede namens zijn zoon

klager

tegen:

mr.

advocaat mr. , advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 13 augustus 2013, door de raad ontvangen op 14 augustus 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 12 september 2013 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de "voorzitter") de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 12 september 2013 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 22 september 2013, door de raad ontvangen op 24 september 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 22 oktober 2013. Partijen waren, met bericht van verhindering, afwezig.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven; en

- het verzetschrift van klager d.d. 22 september 2013.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

- De voorzitter heeft zich niet verdiept in artikel 6:106 lid 1 sub b Burgerlijk Wetboek, in het bijzonder dat het er bij die bepaling niet om gaat wat verweerder met zijn volgens klager grievende opmerkingen bedoelde, maar hoe degene die de opmerkingen aangaat die opmerkingen interpreteert;

- De voorzitter heeft niets overwogen over het griffierecht.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

  BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. L.D.H. Hamer, H.C.M.J. Karskens, P. van Lingen en M. Ynzonides, leden, bijgestaan door mr. R.L.M.M. Tan als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 december 2013.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 17 december 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.