ECLI:NL:TADRAMS:2013:200 Raad van Discipline Amsterdam 13-347A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2013:200
Datum uitspraak: 10-12-2013
Datum publicatie: 11-12-2013
Zaaknummer(s): 13-347A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Beleidsvrijheid
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat kennelijk ongegrond. Klachten onvoldoende onderbouwd. Kwaliteit van dienstverlening niet onder de maat.   

Beslissing van 10 december 2013

in de zaak 13-347A

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mr.

advocaat te Amsterdam     

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam van 14 november 2013 met kenmerk 4013-0792, door de raad ontvangen op 15 november 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Verweerder heeft klager in het kader van een piketmelding bezocht op 21 augustus 2012. Bij brief van 24 augustus 2012 heeft verweerder de met klager gemaakte financiële afspraken bevestigd in een opdrachtbevestiging. Op 10 december 2012 heeft een zitting plaatsgevonden in de strafzaak van klager. Klager heeft verweerder de avond voor de zitting een feitenrelaas doen toekomen per e-mail.

1.3 Op 31 december 2012 heeft verweerder een declaratie voorzien van een specificatie ad € 506,72 verzonden naar het hem bekende postadres van klager. Nadat verweerder deze retour had ontvangen, heeft verweerder de factuur op 23 januari 2013 per e-mail aan klager verzonden. Omdat betaling uitbleef heeft verweerder in mei 2013 een deurwaarder ingeschakeld. Klager heeft verweerder op 13 mei 2013 gevraagd de factuur (gedeeltelijk) te crediteren. Verweerder is op dat verzoek niet ingegaan.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder:

a) alle correspondentie naar het adres van de wederpartij heeft gezonden;

b) over onvoldoende feitenkennis beschikt;

c) tijdens een zitting “feitelijk alleen fysiek aanwezig is geweest”;

d) klager voor zijn werkzaamheden meer in rekening heeft gebracht dan was overeengekomen;

e) heeft nagelaten klager een overzicht van de verrichte werkzaamheden te doen toekomen.

3 VERWEER

3.1 Klager  heeft verweerder  bij de gelegenheid van zijn bezoek in het kader van een piketmelding aangegeven dat hij alle post wenste te ontvangen op het adres dat op het piketformulier vermeld was, omdat de partner van klager met wie hij samenwoonde, geen weet had van de situatie. Klager heeft alle correspondentie geruime tijd op bedoeld adres ontvangen, waaronder een oproep voor een zitting die plaatsvond op 10 december 2012. Naar aanleiding van het door klager aan verweerder toegezonden feitenrelaas heeft verweerder de volgende ochtend een aantal vragen gesteld hetgeen niet duidt op onvoldoende dossierkennis. Uit de opdrachtbevestiging blijkt dat een uurtarief van € 160,-- exclusief BTW is afgesproken zonder dat een maximum is overeengekomen.

4 BEOORDELING

Ad klachtonderdeel a)

4.1 Verweerder heeft onweersproken gesteld dat hij op verzoek van klager de correspondentie heeft toegezonden aan het adres vermeld in de piketmelding. Uit het feit dat klager blijkens de e-mail van 9 december 2012 verzocht om het adres van de rechtbank in verband met de daaropvolgende dag te houden zitting, blijkt dat klager de oproep in een eerder stadium heeft ontvangen. De voorzitter heeft dan ook geen reden te twijfelen aan de juistheid van het verweer van verweerder. Het klachtonderdeel is mitsdien kennelijk ongegrond.

Ad klachtonderdelen b en c)

4.2 Deze klachtonderdelen lenen zich voor gezamenlijke beoordeling. Met deze klachtonderdelen verwijt klager verweerder dat hij heeft gehandeld of nagelaten in strijd met de zorg die hij als advocaat ten opzichte van klager behoort te betrachten. Mede gelet op de gemotiveerde betwisting zijdens verweerder heeft klager naar het oordeel van de voorzitter  onvoldoende gesteld om tot het oordeel te komen dat verweerder als advocaat te kort is geschoten in de bijstand van klager. Na de gemotiveerde betwisting door verweerder had het op de weg van klager gelegen om zijn klachten op deze onderdelen nader te onderbouwen in zijn brief van 21 augustus 2013, hetgeen hij heeft nagelaten. Ook deze klachtonderdelen zijn mitsdien kennelijk ongegrond.

Ad klachtonderdelen d en e)

4.3 Ook deze klachtonderdelen hangen met elkaar samen en lenen zich voor gezamenlijke beoordeling. Met deze klachtonderdelen verwijt klager verweerder dat hij meer werkzaamheden in rekening heeft gebracht dan was overeengekomen en dat hij heeft nagelaten om klager een overzicht van de verrichte werkzaamheden te doen toekomen. Uit de opdrachtbevestiging blijkt dat een uurtarief van € 160,-- excl. BTW is overeengekomen. Verweerder betwist dat afspraken zijn gemaakt over een maximum door hem in rekening te brengen uren, terwijl zulks ook niet uit de opdrachtbevestiging blijkt. Uit de stukken blijkt verder dat verweerder na retourontvangst van zijn declaratie voorzien van specificatie, deze ook naar het e-mailadres van klager heeft verzonden. Gelet op het feit dat klager heeft verzocht om de declaratie (gedeeltelijk) te crediteren, blijkt dat klager de declaratie inclusief specificatie heeft ontvangen. Ook deze klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. L.H. Rammeloo als griffier op 10 december 2013.

griffier  voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 10 december 2013 per aangetekende post verzonden aan:

- klager 

en per gewone post aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax: 020-7954275). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.