ECLI:NL:TADRAMS:2013:134 Raad van Discipline Amsterdam 13-117A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2013:134
Datum uitspraak: 28-10-2013
Datum publicatie: 29-10-2013
Zaaknummer(s): 13-117A
Onderwerp: Ontvankelijkheid van de klacht, subonderwerp: Tijdverloop tussen gewraakte gedraging en indienen van de klacht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Termijn indienen klacht. Verzet ongegrond.  

Beslissing van 28 oktober 2013

in de zaak 13-117A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 4 juni 2013 op de klacht van:

de heer

gemachtigde: de heer

klager

tegen:

mr.

advocaat te AMSTERDAM

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 8 mei 2013 met kenmerk 1313/201, door de raad ontvangen op 13 mei 2013, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 4 juni 2013 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna "de voorzitter") de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, welke beslissing op 4 juni 2013 is verzonden aan klager.

1.3 Bij e-mail van 18 juni 2013 door de raad ontvangen op 18 juni 2013, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 26 augustus 2013 in aanwezigheid van partijen.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 18 juni 2013.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat er bijzondere redenen waren waarom de termijn waarop de klacht is ingediend zo lang is geweest. Dat houdt volgens klager verband met de inval van de politie, het Gak en de belastingdienst en de mislukte operaties in het AMC, die cliënt heeft ondergaan en alle gevolgen die daaruit zijn voortgevloeid.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk niet-ontvankelijk bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. P. van Lingen, M.E. van der Zouw, B. Roodveldt en M.W. Schüller, leden, door mr. J.G. Geertsma als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 28 oktober 2013.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 28 oktober 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep worden ingesteld.