ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0923 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW406.2012

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0923
Datum uitspraak: 05-02-2013
Datum publicatie: 05-03-2013
Zaaknummer(s): GDW406.2012
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   De klacht betreft het verwijt dat de gerechtsdeurwaarder na betaling van een overeengekomen bedrag toch beslag ten laste van klager heeft gelegd. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder daarnaast dat hij in een door klager gegeven opdracht heeft gefaald en klager heeft benadeeld. De Kamer is van oordeel dat klager de betaling van het overeengekomen bedrag op geen enkele wijze nader heeft onderbouwd. De door klager aan zijn andere klachtonderdeel ten grondslag gelegde standpunten falen eveneens. De klacht wordt ongegrond verklaard.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 5 februari 2013 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer 406.2012 ingediend door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde [     ].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief van 14 juni 2012 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Klager heeft op 17 december 2012 telefonisch medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

De klacht is behandeld ter zitting van 18 december 2012 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen.

Van de behandeling ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 5 februari 2013.

1. De feiten

De gerechtsdeurwaarder heeft twee dossiers van klager in behandeling. Het dossier met nummer 10782330 (hierna: dossier [     ]) betreft een vordering op klager waarin de gerechtsdeurwaarder is belast met de executie van een ten nadele van klager op 17 januari 2008 door de kantonrechter te [     ] gewezen vonnis. In dit dossier heeft de gerechtsdeurwaarder na aanmaningen op 12 december 2011en op 23 april 2012 ten laste van klager beslag gelegd. Het dossier met nummer 10802258 (hierna: dossier    [     ]) betreft een vordering van klager op een wederpartij. In dit dossier is een toewijzend vonnis verkregen waarvan de tenuitvoerlegging is mislukt.

2. De klacht

2.1 Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder - kort samengevat - het volgende. De gerechtsdeurwaarder heeft een vordering op klager in behandeling. In het dossier       [     ] bedroeg de vordering volgens de dagvaarding een bedrag van € 391,04. Klager was het niet met de hoogte van dit bedrag eens en is met de gerechtsdeurwaarder overeengekomen dat hij een bedrag ad € 350,00 zou betalen, welk bedrag klager heeft voldaan. Tot zijn verbazing heeft klager vervolgens diverse aanmaningen ontvangen en heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van hem beslag gelegd.

2.2 Klager klaagt verder over het volgende. De gerechtsdeurwaarder heeft in het dossier [     ] op verzoek van klager onderzoek gedaan bij diverse ondernemingen met betrekking tot de illegale verkoop van dvd’s waarvan klager de rechten bezit. Dat onderzoek is in mei/juni van 2008 geëvalueerd en de aangekochte dvd’s zijn in bewaring gebleven bij de gerechtsdeurwaarder. Er heeft een gesprek met de gerechtsdeurwaarder plaatsgevonden waarin is afgesproken dat de gerechtsdeurwaarder zou onderzoeken of de wederpartij bereid zou zijn tot een minnelijke oplossing. Dit bleek niet het geval te zijn. Een incassotraject bleek onvermijdelijk. Er zou een offerte en een opdrachtbevestiging komen maar klager heeft niets ontvangen. Ook was afgesproken dat de werkzaamheden van de gerechtsdeurwaarder zouden vallen onder de toevoeging die de voormalige advocaat van klager had aangevraagd. Klager kreeg plotseling een vonnis toegezonden. Klager wist niet dat er een procedure was gestart. Vervolgens is getracht het vonnis te betekenen. Door misleiding van de wederpartij en het niet luisteren naar de adviezen van klager is dat mislukt. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij in dit dossier heeft gefaald en klager heeft benadeeld. Klager wenst de declaratie van de gerechtsdeurwaarder niet te accepteren en is van mening dat de gerechtsdeurwaarder door zijn falen de vordering die klager had moet voldoen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft samengevat aangevoerd dat in het dossier [     ] waarin hij is belast met de executie van een vonnis tegen klager, met klager een betalingsregeling is overeengekomen van een bedrag van € 100,00 per maand. Omdat klager slechts 1 keer een termijn heeft voldaan, is na diverse aanmaningen beslag ten laste van klager gelegd. In het dossier [     ] waarin de gerechtsdeurwaarder een vordering ter incasso van klager in handen heeft gekregen, heeft klager een voorschot van € 350,00 voldaan.

4. De beoordeling van de klacht.

4.1 Op grond van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn (kandidaat-) gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Klager stelt in het dossier [     ] met de gerechtsdeurwaarder te zijn is overeengekomen dat hij een bedrag ad € 350,00 zou voldoen in het dossier. Die stelling wordt door klager op geen enkele wijze nader onderbouwd. Dat klager in dit dossier een bedrag ad € 110,00 heeft voldaan en ter finale kwijting € 476,06, zoals hij in productie 13 bij het klaagschrift stelt, is evenmin onderbouwd. Het is eerder aannemelijk te achten dat de door klager overgelegde kwitantie ziet op betaling van een vergoeding van de door de gerechtsdeurwaarder in het dossier [     ] in het kader van het onderzoek naar de verkochte dvd’s gemaakte kosten. Tot de door de gerechtsdeurwaarder ter zitting overgelegde stukken behoort een kwitantie waaruit kan worden afgeleid dat klager dat bedrag heeft voldaan in het dossier [     ] voor het uitbrengen van een dagvaarding in deze zaak. Daaruit volgt ook dat de stelling van klager dat hij niet in de procedure was gekend, faalt. Dat met de gerechtsdeurwaarder was afgesproken dat het dossier [     ] zou vallen onder de door de voormalige advocaat van klager aangevraagde toevoeging, is evenmin vast komen te staan en overigens ook niet gebruikelijk.

4.4 Nu enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet is gebleken dient de klacht ongegrond te worden verklaard.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-                     verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, plaatsvervangend-voorzitter, mr. A. Sissing en mr. J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 februari 2013 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.