ECLI:NL:TPETPVE:2012:YD0169 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1212
ECLI: | ECLI:NL:TPETPVE:2012:YD0169 |
---|---|
Datum uitspraak: | 28-08-2012 |
Datum publicatie: | 03-09-2012 |
Zaaknummer(s): | TPPE1212 |
Onderwerp: | Dierengezondheid |
Beslissingen: | Ontslag van alle rechtsvervolging |
Inhoudsindicatie: | Betrokkene werd verweten vier keer geen bloedonderzoeken te hebben laten uitvoeren op het effect van vaccinatie tegen NCD in de periode van 26 oktober 2010 tot en met 24 oktober 2011. Bij nadere beschouwing geeft het Productschap aan dat is gebleken dat de GD een verkeerde technische aanpak heeft gekozen wat betreft de uitleg van de begrippen “koppel” en “van dezelfde leeftijd”. Het Productschap trekt de zaak in. Het Tuchtgerecht staakt de behandeling en onthoudt zich van een inhoudelijk oordeel. |
Zaaknummer:
TPPE 12/2012
Betrokkene:
[bedrijfsnaam] B.V.
[adres]
Datum:
28 augustus 2012
Gang van zaken:
De zaak berust op een berechtingsrapport dat CoMore Bedrijfsdiensten B.V. (hierna: CoMore) heeft opgemaakt onder nummer CBD NCD-1218, naar aanleiding van telefonische inspectie op 16 april 2012 door een controleur van CoMore met betrekking tot het bedrijf van betrokkene, dat deze uitoefent aan [adres bedrijf], dat op naam van [bedrijfsnaam] B.V.geregistreerd is onder [UBN].
Het Tuchtgerecht heeft de zaak beoordeeld op basis van de schriftelijke verklaring, als bedoeld in artikel 15 van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.
Het Tuchtgerecht heeft de zaak op 19 juni 2012 behandeld op zijn openbare terechtzitting, gehouden te Amersfoort.
Betrokkene is behoorlijk en tijdig bij aangetekende brief opgeroepen, maar is niet op de zitting verschenen
Ter zitting zijn verschenen de heer mr. R.B.R. Henke en mevrouw ir. J. Dietvorst, beide namens het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) en de heer H.G.M. Grolleman, namens CoMore.
Het Tuchtgerecht heeft op 10 juli 2012 tussenuitspraak gedaan, waarvan de strekking luidt:
Het Tuchtgerecht heeft de behandeling van de zaak aangehouden en het dossier in handen van de voorzitter van het PPE gesteld. Hem is met betrekking tot de tabel van bijlage I van het berechtingsrapport verzocht de onderbouwing te geven van de presentatie van de gegevens die tot de conclusie leiden dat er vier keer een controlegebod is overtreden. Ter zitting was gebleken dat er mogelijk verwarring kon bestaan omtrent de vraag wat door de GD als een koppel wordt aangemerkt en omtrent welke dieren dus bloedmonsters hadden moeten worden ontvangen.
Op 7 augustus 2012 heeft het PPE een brief aan het Tuchtgerecht gezonden.
Het Tuchtgerecht heeft op 28 augustus 2012 uitspraak gedaan.
Verweten gedraging:
Vier keer geen bloedonderzoeken uit laten voeren op het effect van vaccinatie tegen NCD, in de periode van 26 oktober 2010 tot en met 24 oktober 2011.
Bewijs en verwijtbaarheid:
Betrokkene heeft een bedrijf met circa 200.000 vleeskuikens. In de schriftelijke verklaring wordt gesteld dat betrokkene vier keer geen bloedonderzoeken heeft laten uitvoeren op het effect van vaccinatie tegen NCD in de periode van 26 oktober 2010 tot en met 24 oktober 2011.
In zijn brief gedateerd 7 augustus 2012 geeft het Productschap aan dat bij het nader in ogenschouw nemen van de feiten is gebleken dat de GD een verkeerde technische aanpak heeft gekozen wat betreft de uitleg van de begrippen “koppel” en “van dezelfde leeftijd”. Twee van de vier overtredingen kunnen niet met zekerheid worden aangetoond. De andere twee wel, maar die tellen als één feitencomplex. Hierdoor valt slechts één overtreding te constateren.
Het Productschap stelt voorts dat het PPE een eerste overtreding altijd afdoet met een waarschuwing alvorens tot tuchtrechtelijke handhaving te besluiten.
Dit alles in ogenschouw nemende concludeert het Productschap dat het de zaak intrekt en dat verdere voortzetting van de tuchtrechtelijke procedure niet opportuun is. Het Productschap verzoekt het Tuchtgerecht de zaak te beëindigen.
Motivering:
Nu het Productschap verzoekt de zaak te beëindigen, zal het Tuchtgerecht de behandeling ervan staken en zich onthouden van een inhoudelijk oordeel.
Beslissing:
De zaak is ingetrokken; het Tuchtgerecht geeft geen oordeel.
Toepasselijke artikelen:
Naast de reeds vermelde artikelen zijn van toepassing de Wet Tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 en het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren.
Samenstelling van het Tuchtgerecht:
De uitspraak is gedaan door mevrouw mr. W.N. Everts, voorzitter en de heer ing. J. Bazuin en de heer drs. T.S. de Vries, leden, in aanwezigheid van mevrouw drs. A.M.P. Regout, secretaris.