ECLI:NL:TNOKSHE:2012:YC0766 Kamer van toezicht 's-Hertogenbosch KLN.11.19

ECLI: ECLI:NL:TNOKSHE:2012:YC0766
Datum uitspraak: 19-01-2012
Datum publicatie: 11-04-2012
Zaaknummer(s): KLN.11.19
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht
  • Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Notaris wordt verweten een testament te hebben opgemaakt en gepasseerd, terwijl testatrice volgens klager hiertoe niet wilsbekwaam was. De klacht is ongegrond omdat de stelling van klager niet aannemelijk is geworden en de notaris de op dit punt geldende procedure heeft gevolgd.

KLN 011.19

19 januari 2012

DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN IN HET ARRONDISSEMENT 's-HERTOGENBOSCH

neemt de navolgende beslissing op de klacht van de heer […], namens de heer […], hierna te noemen klager, tegen de heer mr. […], kandidaat-notaris te […], hierna te noemen de kandidaat-notaris.

1. De procedure

1.1              Op 21 juli 2011 heeft […] namens […] een klacht (met bijlagen) geformuleerd tegen de kandidaat-notaris.

1.2              Op 16 augustus 2011 heeft de kandidaat-notaris op de klacht gereageerd.

1.3              Op 8 september 2011 heeft klager gerepliceerd.

1.4              Middels een op 5 oktober 2011 ingekomen stuk heeft de kandidaat-notaris gedupliceerd.

1.5              De plaatsvervangend voorzitter van de kamer van toezicht heeft de zaak verwezen naar de volle kamer.

1.6              De kamer van toezicht heeft de klacht behandeld ter openbare vergadering van 15 december 2011. De kandidaat-notaris is verschenen. Klager en de heer […] zijn eveneens verschenen.

2. De feiten

2.1       Op 4 mei 2011 is een testament verleden van mevrouw […]. In dit testament wordt haar wettige echtgenoot, de heer […], niet als erfgenaam opgenomen. Hij wordt onterfd. Het testament is opgemaakt door de kandidaat-notaris, werkzaam bij […].

2.2       De afspraak voor het opmaken van het testament van testatrice was gemaakt door haar dochter. De kandidaat-notaris heeft mevrouw […] tweemaal gesproken in de woonkamer van de woning van haar dochter. Testatrice verbleef in de woning van haar dochter. In voornoemde woning heeft hij het testament op 4 mei 2011 verleden.

2.3       Op 10 mei 2011 is mevrouw […] overleden.

3. De klacht en het verweer daartegen

3.1 Klager stelt, zakelijk weergegeven, het navolgende.

De kandidaat-notaris had het testament van mevrouw […] niet mogen verlijden. Zij was niet in staat de gevolgen van haar keuzes te overzien en was dus niet wilsbekwaam. De kandidaat-notaris had het door de KNB opgestelde Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid, onderdeel van het Protocol beoordeling Wilsbekwaamheid moeten hanteren. Dat heeft hij niet gedaan. De kandidaat-notaris heeft aan de hand van een beperkt aantal controlevragen gemeend de wilsbekwaamheid positief vast te stellen. Er waren voldoende aanwijzingen die maakten dat de kandidaat-notaris de wilsbekwaamheid van mevrouw […] had moeten onderzoeken. Deze aanwijzingen heeft klager uitvoerig in de klacht uiteengezet. Daarbij komt dat de jongste zoon van mevrouw […] een centrale rol speelde en als woordvoerder optrad voor de andere drie kinderen, terwijl hij 32 jaar geleden na de scheiding van zijn ouders abrupt had gebroken met zijn moeder. Ook de rekening van het notariskantoor van de kandidaat-notaris is via hem afgehandeld. De vrouw van de jongste zoon is volgens klager jaren werkzaam geweest bij het notariskantoor van de kandidaat-notaris. Voorts leed mevrouw […] aan dementie en verkeerde zij volgens klager ten tijde van het opmaken van het testament in palliatieve sedatie. Dat maakt dat mevrouw […] bij het opmaken van het testament wilsonbekwaam was. Gelet op het vorenstaande heeft de kandidaat-notaris onzorgvuldig en klachtwaardig gehandeld.

3.2 De kandidaat-notaris heeft, zakelijk weergegeven, het navolgende opgeworpen.

Bij de behandeling van de uiterste wilsbeschikking van testatrice is invulling gegeven aan het door klager aangehaalde stappenplan van de KNB. Voor zover er volgens dit stappenplan indicatoren aanwezig zijn, betekent dit niet automatisch dat er getwijfeld moet worden aan de wilsbekwaamheid van testatrice. De kandidaat-notaris heeft tweemaal met testatrice gesproken. Bij deze gesprekken waren geen andere personen aanwezig. Testatrice wist in die gesprekken precies te vertellen wat ze wilde en wat ze niet wilde en wat daar de gevolgen van waren. Zij begon volgens de kandidaat-notaris zelf over de reden van haar verblijf bij haar dochter. Dat was voor de kandidaat-notaris een bevestiging van de inhoud van het testament. In het onderhavige geval was er geen aanleiding te vermoeden dat testatrice niet voldoende haar wil kon bepalen, zodat werd voldaan aan het stappenplan van de KNB en het testament kon worden verleden.

Van mogelijke beïnvloeding van testatrice door haar kinderen was geen sprake omdat de kandidaat-notaris tweemaal buiten hun aanwezigheid met testatrice heeft gesproken. Aan de hand van deze twee gesprekken heeft de kandidaat-notaris de zaak afgehandeld.  

De kandidaat-notaris is van mening dat hij zorgvuldig en daarmee niet klachtwaardig heeft gehandeld en verzoekt de kamer van toezicht de klacht ongegrond te verklaren.

4.  De beoordeling

4.1 De kandidaat-notaris heeft het verzoek tot het opmaken van de uiterste wilsbeschikking van testatrice in behandeling genomen. Dit testament is verleden op 4 mei 2011, in de woning van de dochter van testatrice. Zij verbleef toen ook in de woning van haar dochter. De kandidaat-notaris heeft tweemaal een gesprek gevoerd met testatrice. De kinderen van testatrice of andere personen waren daarbij niet aanwezig. Naar aanleiding van deze twee gesprekken is het testament door de kandidaat-notaris opgesteld en ook door hem, als waarnemer van de notaris, verleden.

4.2 De kandidaat-notaris heeft ter zitting van de kamer van toezicht aangevoerd dat de gesprekken met testatrice heel duidelijk waren en dat zij wist wat zij wilde en wat zij niet wilde, wat daar de redenen voor waren en wat dat voor gevolgen zou hebben. Hij had volgens hem geen aanleiding om te vermoeden dat iets niet in orde was met testatrice, zodat hij niet hoefde te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van testatrice. De kandidaat-notaris beroept zich met betrekking tot de inhoud van de door hem met testatrice gevoerde gesprekken op zijn geheimhoudingsplicht, ook tegenover de kamer van toezicht. De kamer van toezicht mag uitgaan van de discretie van de kandidaat-notaris tenzij klager daar gemotiveerd zwaarwegende argumenten tegenover zet.

De door klager ingebrachte aanwijzingen waaruit de wilsonbekwaamheid van testatrice ten tijde van het verlijden van het testament zou blijken, maken dit naar het oordeel van de kamer van toezicht in dit specifieke geval niet anders. Deze aanwijzingen zijn door klager niet door middel van medische stukken of op andere wijze onderbouwd. De kamer van toezicht ziet daarom geen aanleiding te twijfelen aan de inschatting van de kandidaat-notaris ten aanzien van de wilsbekwaamheid van testatrice.

4.3 Gelet op de omstandigheden in de onderhavige zaak heeft de kandidaat-notaris de zaak van testatrice snel afgewikkeld. Het verlijden van het testament binnen een zeer korte termijn was geboden, temeer nu is gebleken dat testatrice binnen een week na het verlijden van het testament is overleden. Ook overigens is geen afwijking gebleken van de normale gang van zaken bij het verlijden van een testament.

4.4 De kamer van toezicht is van oordeel dat niet is gebleken dat de kandidaat-notaris een verwijtbare tekortkoming treft aangaande het onderzoek naar de mate van wilsbekwaamheid van testatrice. Gelet op het vorenstaande is niet gebleken van klachtwaardig handelen door de kandidaat-notaris, zodat de klacht ongegrond is.

5. De beslissing

De kamer van toezicht:

verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven te 's-Hertogenbosch door mr. J.P.M. van der Ham, plaatsvervangend voorzitter, mr. M.A.M. Kessels, mr. M.H.G. Giesbers en mr. J.J.G.M. Kuijpers, leden, mr. H.G. Robers, plaatsvervangend lid, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 januari 2012,

in tegenwoordigheid van de secretaris.

Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift ‑ binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.