ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0967 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 11-27

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0967
Datum uitspraak: 22-08-2012
Datum publicatie: 23-08-2012
Zaaknummer(s): 11-27
Onderwerp: Ondernemingsrecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Klager verwijt de notaris dat zij ondanks herhaalde verzoeken heeft verzuimd de levering van de aandelen in te schrijven bij de KvK. Klager stelt dat in juni 2010 [mevrouw A] zijn identiteitsgegevens aan derden heeft verstrekt. Hierdoor kon volgens klager valselijk een volmacht worden opgesteld met het doel de aandelen van een onderneming over te dragen met antedatering van twee jaar van de akte van levering. De gegevens zouden zijn verstrekt aan [X].                         Klager verwijt de notaris dat hij in juni 2010 ten onrechte bij de receptie van het notariskantoor een volmacht heeft ondertekend zonder dat de notaris hem heeft gewezen op de valselijk opgemaakte tekst. Verder verwijt klager de notaris dat zij in juni 2010 heeft verzuimd klager ervan op de hoogte te stellen dat er een strafrechtelijk onderzoek werd verricht naar de heren [Y] en [X] en dat het notariskantoor werd geobserveerd.  

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen ’s­Gravenhage

Beslissing d.d. 22 augustus 2012 inzake de klacht onder nummer 11-27 van:

[Klager],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

[Notaris],

notaris te [plaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht bij fax van 8 december 2011, met bijlagen, ingekomen op 9 december 2011,

·         het antwoord van de notaris bij brief van 30 januari 2012, met bijlagen,

·         de repliek van klager,

·         de dupliek van de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 juni 2012. Daarbij waren aanwezig:

·         klager,

·         de notaris en haar advocaten, mrs. E.J.M. van Rijckevorsel-Teeuwen en L. Bryk.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt met daaraan in afschrift gehecht de op de zitting overgelegde pleitaantekeningen van klager en de notaris.

De feiten en de klachten

1.            Bij e-mail van 24 maart 2010 heeft klager de notaris verzocht een conceptakte van levering op te stellen voor de levering van de aandelen […] door de heer […] aan Stichting […]. Bij e-mail van 7 april 2010 heeft een medewerkster van de notaris, mevrouw [A] (hierna te noemen: [mevrouw A]), de conceptakte van levering tezamen met de formulieren 11 (inschrijving functionaris voor een rechtspersoon) en 14 (wijziging ondernemings- en vestigingsgegevens) van de Kamer van Koophandel (hierna te noemen: KvK) met de declaratie aan klager gezonden. In de e-mail merkt [mevrouw A] het volgende op: “Beleefd verzoek ik u de formulieren voor de Kamer van Koophandel te ondertekenen/in te vullen en aan mij te retourneren.”

Vervolgens heeft de notaris op 23 april 2010 de akte van levering van aandelen gepasseerd (Uit de akte blijkt dat de Stichting […] optrad als bestuurder van Beaucorps B.V.).

Klager verwijt de notaris dat zij ondanks herhaalde verzoeken heeft verzuimd de levering van de aandelen in te schrijven bij de KvK.

2.            Klager stelt dat in juni 2010 [mevrouw A] zijn identiteitsgegevens aan derden heeft verstrekt. Hierdoor kon volgens klager valselijk een volmacht worden opgesteld met het doel de aandelen van een onderneming over te dragen met antedatering van twee jaar van de akte van levering. De gegevens zouden zijn verstrekt aan [X].                              

3.            Klager verwijt de notaris dat hij in juni 2010 ten onrechte bij de receptie van het notariskantoor een volmacht heeft ondertekend zonder dat de notaris hem heeft gewezen op de valselijk opgemaakte tekst. Deze volmacht van klager bleek ineens nodig te zijn in verband met een overdracht van aandelen in het kapitaal van Okay Beheer B.V., een vennootschap met fiscale schulden.

4.            Verder verwijt klager de notaris dat zij in juni 2010 heeft verzuimd klager ervan op de hoogte te stellen dat er een strafrechtelijk onderzoek werd verricht naar de heren [Y] en [X] en dat het notariskantoor werd geobserveerd.

Het verweer van de notaris

De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna ­ voor zover nodig ­ zal worden besproken.

De beoordeling van de klacht

Ontvankelijkheid

De notaris heeft het volgende aangevoerd. Klager dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht. Krachtens artikel 99 lid 1 Wet op het Notarisambt (hierna te noemen: Wna) dient een klager zijn klacht met redenen omkleed bij de Kamer in te dienen. Het klaagschrift voldoet hier echter niet aan. Het klaagschrift is ongestructureerd en onduidelijk opgesteld, zodat het voor de notaris onmogelijk is uit het klaagschrift op te maken waarover klager zich beklaagt. Hierdoor wordt de notaris in haar verdediging geschaad.

Verder acht de notaris het van belang op te merken dat zij twijfelt aan de geloofwaardigheid van klager. Bij brief van 22 juni 2011 heeft klager namens de heer [B] een klacht ingediend tegen de notaris. Door de notaris is in die procedure uiteengezet dat tussen de verschillende processtukken en correspondentie van klager inconsequenties bestaan en klager onjuiste stellingen inneemt. Voorts is klager verscheidene malen veroordeeld voor valsheid in geschrifte.

De Kamer is van oordeel dat uit de stukken en de mondelinge behandeling voldoende is gebleken om welke klachten jegens de notaris het gaat. Klager kan derhalve worden ontvangen worden in zijn klacht.

Geldende tuchtnorm

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

Wat betreft klachtonderdeel 1 heeft de notaris aangevoerd dat zij ten tijde van het passeren van de akte van levering op 23 april 2010 de formulieren van de KvK niet retour had ontvangen van klager. Voor het passeren van de akte is het echter niet vereist dat deze formulieren door de notaris ingevuld retour zijn ontvangen. Bij e-mail van 1 juli 2010 heeft klager de notaris bericht dat de aandelenoverdracht nog niet was ingeschreven bij de KvK. Daarbij heeft klager aan kandidaat-notaris mr. [C] (hierna te noemen: [C]) verzocht om hier alsnog zorg voor te dragen. Bij e-mail van diezelfde dag heeft [C] het volgende geantwoord: “Ik heb het dossier nagekeken, waarin ik geen kopie getekende formulieren KvK heb aangetroffen. Tevens is mij ook niet duidelijk geworden of wij de getekende formulieren destijds retour hebben ontvangen. Aangezien [mevrouw A] op vakantie is, kan ik haar helaas niet vragen hoe een en ander destijds is gelopen. Omdat ik zonder (kopie) getekende formulieren bij de Kamer van Koophandel een en ander niet kan wijzigen, doe ik u bijgaand de formulieren 11, 14 en 16 KvK toekomen. Ik wil u vriendelijk verzoeken op formulier 14 het nieuwe adres, telefoonnummer en eventuele andere wijzigingen van de vennootschap in te vullen. Graag ontvang ik de ingevulde en door de desbetreffende personen getekende formulieren van u retour, zodat ik kan zorgdragen voor de correcte inschrijving in het Handelsregister.”

Vervolgens heeft de notaris geen formulieren retour ontvangen.

De Kamer overweegt het volgende. Vast is komen te staan dat de notaris klager tweemaal per e-mail heeft verzocht de KvK-formulieren ingevuld en ondertekend aan het notariskantoor retour te zenden. Nu door klager niet is aangetoond dat hij daadwerkelijk per e-mail, per post dan wel persoonlijk de KvK-formulieren aan het notariskantoor heeft geretourneerd, is dit klachtonderdeel ongegrond.

Wat betreft klachtonderdeel 2 heeft de notaris het volgende aangevoerd. Het verwijt is pertinent onjuist. De notaris noch een van haar medewerkers heeft identiteitsgegevens van klager aan derden verstrekt, althans niet zonder toestemming. Het is volstrekt onduidelijk waarop klager zijn stelling dat [mevrouw A] zijn identiteitsgegevens aan derden zou hebben verstrekt, heeft gebaseerd. Verder heeft klager zijn stelling op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt.

De Kamer overweegt het volgende. Klager verwijt de notaris dat zijn identiteitsgegevens door het notariskantoor aan derden zijn verstrekt. Op een notaris rust een geheimhoudingsplicht en in die omstandigheid is het ongevraagd verstrekken van privégegevens van cliënten aan derden verboden. Tijdens de procedure heeft klager gemeld dat hij de beschikking heeft over tape-verslagen waaruit een en ander blijkt. Klager komt alleen met vermoedens en heeft zijn stelling niet onderbouwd met stukken of de tape-verslagen, waarover hij stelt te beschikken en waaruit blijkt dat zijn verwijt terecht is. Derhalve is dit klachtonderdeel ongegrond.

Wat betreft klachtonderdeel 3 heeft de notaris het volgende aangevoerd. De notaris is medio 2010 niet betrokken geweest bij het opstellen van een door klager genoemd type overeenkomst inhoudende de overname van de administratie en het bestuur van een vennootschap. Ook is de notaris in die periode niet betrokken geweest bij de overdracht van aandelen Okay Beheer B.V., dan wel bij het opstellen van een volmacht voor klager. Dat de notaris een akte zou hebben laten ondertekenen zonder de betrokken partijen in de gelegenheid te stellen de akte te lezen, is uitgesloten en wordt uitdrukkelijk door de notaris betwist. Volgens de notaris zou dit klachtonderdeel betrekking kunnen hebben op een overeenkomst “overdracht van directie en administratie” van 15 juni 2010, terzake waarvan de rechtbank Utrecht in haar vonnis van 19 december 2011 heeft geoordeeld dat klager valsheid in geschrifte heeft gepleegd. In het vonnis staat onder andere het volgende (waarbij met verdachte klager is bedoeld): “Verdachte heeft verklaard dat hij het stuk vooraf niet heeft doorgelezen en dat hij blindelings heeft getekend c.q. parafen heeft gezet op het notariskantoor. Door op die manier te handelen heeft verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat het stuk dat hij tekende niet naar waarheid was opgesteld en was zijn opzet in voorwaardelijke vorm gericht op de valsheid. Van verdachte, die stelt dat hij op professionele wijze in BV’s handelt en juridisch is geschoold, kan en moet worden verwacht dat hij stukken waarvan hij weet dat die de overdracht van een BV betreffen niet blindelings tekent.”

Uit het vonnis van de rechtbank Utrecht volgt - aldus de notaris - dat de hierboven genoemde overeenkomst niet door een notaris is opgesteld. De handtekeningen op de overeenkomst zijn wel door een notaris gelegaliseerd. Uit de stukken van klager is niet gebleken dat de notaris zijn handtekening zou hebben gelegaliseerd. Ook voert de notaris aan dat in de praktijk het bij een legalisatie niet gebruikelijk is dat de notaris zich vergewist van de inhoud van het stuk waarop de legalisatie betrekking heeft.

De Kamer overweegt het volgende. Klager heeft onvoldoende concreet gesteld op welk document dit klachtonderdeel betrekking heeft. Klager had zelf de akte op kunnen vragen bij de passerende notaris. Ook is niet gebleken of het een legalisatie betrof of iets anders.

De Kamer acht dit klachtonderdeel derhalve ongegrond.

Wat betreft klachtonderdeel 4 heeft de notaris het volgende aangevoerd. Zowel [Y] als [X] zijn bij de notaris, net als klager, bekend als adviseurs van partijen bij aandelentransacties. De notaris betwist dat zij medio 2010 op de hoogte was van een strafrechtelijk onderzoek naar de heren [Y] en [X]. Ook betwist de notaris de stelling van klager dat haar kantoor medio 2010 zou zijn geobserveerd. Overigens heeft de notaris geen idee wie haar kantoor zou hebben geobserveerd en welk belang klager zou hebben bij een waarschuwing hierover van de notaris. Mocht het kantoor al zijn geobserveerd, dan heeft de notaris daar geen wetenschap van gehad.

Beide verwijten zijn door klager niet nader onderbouwd met stukken.

De Kamer overweegt het volgende. Niet is door klager aannemelijk gemaakt dat de notaris medio 2010 op de hoogte was van een strafrechtelijk onderzoek. Tijdens de mondelinge behandeling heeft klager opgemerkt dat de observatie van het notariskantoor door de FIOD zou zijn gedaan. Ook dit is op geen enkele wijze door klager met stukken onderbouwd. De Kamer acht dit klachtonderdeel derhalve ongegrond.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, R. van der Galiën, G.P. van Ham, J. Smal en P.H.B. Gorsira, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 22 augustus 2012.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.