ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0956 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 11-06

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0956
Datum uitspraak: 15-02-2012
Datum publicatie: 16-02-2012
Zaaknummer(s): 11-06
Onderwerp: Registergoed
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:  Klager verwijt de notaris -  zakelijk weergegeven  - dat deze tijdens de overdracht op 30 december 2010 klager en diens moeder in tegenwoordigheid van de kopers en de makelaar naar de bankrekeningnummers van klagers ouders heeft gevraagd en vervolgens uitgebreid heeft zitten uitrekenen hoeveel klagers ouders ieder uitbetaald zouden krijgen van het saldo van de verkoop van de woning

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen

’s-Gravenhage  

Beslissing van 15 februari 2012 inzake de klacht onder nummer 11-06 van:

[naam klager],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

[naam notaris],

notaris, gevestigd te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, ingekomen op 8 maart 2011, met bijlagen, aangevuld bij brief van 15 maart 2011;

·         het antwoord van de notaris, met bijlagen;

·         de repliek van klager, met bijlage;

·         de dupliek van de notaris, met bijlagen;

·         de brief van 5 augustus 2011 van klager, met bijlage.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 december 2011.

Daarbij waren aanwezig:

·         klager

·         de notaris.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt met daaraan gehecht de door klager ter zitting overgelegde pleitaantekeningen.

De feiten

Op 30 december 2010 vond op het kantoor van de (thans oud-)notaris de overdracht van de woning van klagers ouders plaats. Daarbij waren aanwezig de kopers, de makelaar, de moeder van klager en klager als gemachtigde van zijn vader.

De klacht en het verweer van de notaris

Klager verwijt de notaris - zakelijk weergegeven - dat deze tijdens de overdracht op 30 december 2010 klager en diens moeder in tegenwoordigheid van de kopers en de makelaar naar de bankrekeningnummers van klagers ouders heeft gevraagd en vervolgens uitgebreid heeft zitten uitrekenen hoeveel klagers ouders ieder uitbetaald zouden krijgen van het saldo van de verkoop van de woning.

De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat hierna - voor zover nodig - zal worden besproken.

De beoordeling van de klacht
De tuchtnorm

Volgens artikel 98 van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

De klacht

De notaris heeft zijn hem door klager verweten gedraging zowel voorafgaand aan de klacht en bij de schriftelijke uitwisseling van standpunten in de klachtprocedure als ter zitting aan klager en diens ouders erkend en hiervoor zijn excuses aangeboden.

Met klager is de Kamer van Toezicht van oordeel dat de notaris door te handelen als voormeld jegens klagers ouders en - voor wat betreft deze klachtprocedure - jegens klager in zijn zorgplicht is tekortgeschoten en hiermee heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als bedoeld in artikel 98 Wna.

De klacht is daarom gegrond.

De Kamer van Toezicht acht dit echter niet zwaarwegend genoeg om de notaris hiervoor een maatregel op te leggen. De Kamer neemt hierbij in aanmerking dat gesteld noch gebleken is van enige schade bij klager door het handelen van de notaris en dat de notaris klager en diens ouders zijn excuses heeft aangeboden.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

Deze beslissing is gegeven door mrs. M.G.L. den Os-Brand, voorzitter, O. van der Burg, J.Z. Moree, J. Smal en L.G. Vollebregt, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. A. Saab, in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2012.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.