ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0951 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 12/04

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0951
Datum uitspraak: 22-08-2012
Datum publicatie: 23-08-2012
Zaaknummer(s): 12/04
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie: De notaris wordt verweten een verkeerde berekening van de erfdelen te hebben gemaakt.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen ’s­Gravenhage

Beslissing d.d. 22 augustus 2012 inzake de klacht onder nummer 12-04 van:

[klager],

hierna ook te noemen: klager,

gemachtigde drs. E.E. Warlicht,

tegen

[notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris,

advocaat mr. J.M.A.H. van der Ploeg.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, met bijlagen, ingekomen op 7 februari 2012,

·         aanvullende brieven van klager d.d. 10 februari 2012, 12 februari 2012 en 28 februari 2012, met bijlage,

·         het antwoord van de notaris,

·         de repliek van klager,

·         de dupliek van de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 juni 2012. Daarbij waren aanwezig de gemachtigde van klager, de heer drs. E.E. Warlicht, alsmede de notaris en zijn advocaat mr. J.M.A.H. van der Ploeg.

Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt.

De feiten

Op 2 augustus 2010 is de broer van klager (hierna te noemen: erflater), [naam erflater], overleden. In zijn laatste testament, dat de notaris op 27 februari 2009 heeft gepasseerd, heeft erflater zijn twee zusters en klager als erfgenamen benoemd tezamen met een halfzuster en een halfbroer, met dien verstande dat de plaatsen van de beide vooroverleden zusters worden vervuld door respectievelijk zes en één nog in leven zijnde afstammelingen. Erflater heeft klager en diens dochter benoemd tot executeurs. Aangezien klager in het buitenland woonachtig is, heeft hij een algehele volmacht afgegeven aan E.E. Warlicht om hem te vertegenwoordigen als executeur.

Op 26 november 2010 heeft de notaris een verklaring van erfrecht en executele afgegeven en naar klager gestuurd. Bij de berekening van de erfdelen heeft de notaris de volgende berekening gemaakt. De totale erfenis is eerst gedeeld door vijf (ieder der erfgenamen of staken 20%). Daarna is het breukdeel van de halfbroer en halfzuster gedeeld door twee. Zij verkregen derhalve ieder een erfdeel van 10%. De overgebleven 80% werd gedeeld door drie. Het resultaat was 4/15de deel voor de volle broer en voor ieder van de volle zusters en 1/10de deel voor de halfbroer en voor de halfzuster.

De klacht en het verweer van de notaris

Klager werd door een van de erfgenamen gewezen op een verkeerde berekening van de erfdelen. De notaris wordt verweten een verkeerde berekening te hebben gemaakt. De berekening had als volgt moeten luiden. De totale erfenis had moeten worden gedeeld door vier (drie gelijke delen voor de volle broer en de beide volle zusters en voor de halfbroer en halfzuster ieder de helft daarvan), hetgeen leidt tot erfdelen voor de volle broer en de beide volle zusters van ieder 25% en voor de halfbroer en halfzuster van ieder 12,5% van de nalatenschap.

Nadat klager de notaris op 29 augustus 2011 heeft gewezen op de foute berekening, wilde de notaris niet direct zijn fout erkennen. De fout is een beginnersfout, terwijl juist een notaris op de hoogte dient te zijn van een juiste berekeningsmethode. De gemaakte fout had kunnen leiden tot een verkeerde verdeling van de erfenis en daardoor tot grote financiële schade. Ook gaf de notaris aan dat hij een dergelijke berekeningsmethode al eerder bij een andere verdeling van een erfenis had toegepast. Met de gemaakte fout en het daarna vasthouden aan het toepassen van een juiste berekeningsmethode heeft de notaris als professional het vertrouwen in het ambt van notaris geschaad.

De notaris heeft aangevoerd dat hij, nadat hij door klager erop werd gewezen dat hij een foutieve berekening had gemaakt, direct gecontroleerd heeft of hij inderdaad een onjuiste berekening had gemaakt. Dit bleek helaas het geval te zijn. Daarop heeft de notaris uitdrukkelijk zijn verontschuldigingen aangeboden en heeft hij diezelfde dag de foutieve berekening hersteld door het opstellen van een akte van rectificatie van de verklaring van erfrecht en executele. Diezelfde dag heeft de notaris deze rectificatieakte nog aan klager verzonden. De notaris erkent dat hij tekort is geschoten in het juist berekenen van de breukdelen, maar hij heeft dit tijdig hersteld zonder dat de gemaakte fout tot vervelende consequenties heeft geleid.

De beoordeling van de klacht

Geldende tuchtnorm

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de Wet op het notarisambt (Wna). Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

Beoordeling

De Kamer is van oordeel dat vast is komen te staan dat de handelwijze van de notaris bij de berekening van de breukdelen niet zorgvuldig is geweest. Het maken van een verkeerde berekening van de erfdelen is een beroepsfout. Juist van een notaris mag worden verwacht dat hij een dergelijke berekening zonder fouten kan maken. Een cliënt, die doorgaans niet kundig is op het gebied van erfrecht, moet erop kunnen vertrouwen dat de wijze van berekening juist is. Derhalve is de klacht gegrond.

De op te leggen maatregel

De Kamer acht het opleggen van een maatregel passend en geboden. Nu is gebleken dat de notaris nog dezelfde dag zijn fout heeft erkend en een akte van rectificatie heeft opgesteld en verzonden, is de Kamer van oordeel dat met het opleggen van de maatregel van waarschuwing kan worden volstaan.

Het bovenstaande leidt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht gegrond met oplegging van de maatregel van waarschuwing;

bepaalt dat de opgelegde maatregel, nadat tegen onderhavige beslissing geen rechtsmiddel meer openstaat, ten uitvoer zal worden gelegd op een nader te bepalen vergadering van de Kamer, waartoe de notaris per aangetekende brief zal worden opgeroepen door de secretaris.

Deze beslissing is gegeven door mrs. P.A. Koppen, voorzitter, G.P. van Ham, R. van der Galiën, J. Smal en P.H.B. Gorsira en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 22 augustus 2012.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.