ECLI:NL:TNOKROT:2012:YC0803 Kamer van toezicht Rotterdam 11/11

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2012:YC0803
Datum uitspraak: 26-01-2012
Datum publicatie: 29-06-2012
Zaaknummer(s): 11/11
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de notaris in zijn klacht van 22 juli 2011 dat deze partijdig is. Daarnaast zou de notaris in verband met het uitblijven van een reactie op de brief van 7 juni 2011 de ex-vrouw van klager een aanmaning sturen. Dat heeft de notaris echter niet gedaan. De notaris heeft klager verder in juli 2011 beticht van bedreiging. Verder wil klager, nu de onderlinge verhoudingen tussen klager en de notaris geschaad zijn graag een andere notaris om de boedelscheiding af te wikkelen.   Beslissing: verklaart de klacht ongegrond.

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 11/11

Beslissing op een klacht als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

[klager]

wonende te [woonplaats],

klager,

- tegen -

[notaris]

notaris te [standplaats],

hierna te noemen de notaris.

1.  Het verloop van de procedure

1.1

De Kamer heeft kennis genomen van de volgende stukken:

-          het klaagschrift van 22 juli 2011,

-          het verweerschrift met bijlagen van 16 augustus 2011,

-          een aanvullend schrijven met bijlagen van de notaris van 8 november 2011,

-          een aanvullend schrijven met bijlage van de notaris van 22 november 2011, binnengekomen op 21 november 2011, en

-          een aanvullend schrijven met bijlage van de notaris van 22 november 2011, binnengekomen op 25 november 2011.

1.2

De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden tijdens de vergadering van de Kamer op 8 december 2011. Daarbij zijn zowel klager, samen met mw. [ex-vrouw klager], als de notaris, verschenen. Partijen hebben hun standpunten tijdens de mondelinge behandeling nader toegelicht.

2.    De feiten

De Kamer gaat uit van de navolgende feiten:

2.1

Klager is op 31 juli 2008 van mevrouw [X] (hierna: ex-vrouw) gescheiden, terwijl zij feitelijk op 20 november 2007 uit elkaar zijn gegaan.

2.2

De notaris is op 14 juli 2008 door de Rechtbank benoemd tot notaris ten overstaan van die de werkzaamheden van de verdeling zullen geschieden.

2.3

De notaris heeft in januari 2011 een concept akte van verdeling opgemaakt. Partijen verschilden echter teveel van mening over de omvang van de verdeling om tot een overeenstemming te komen. Tot op heden zijn de werkzaamheden dan ook nog niet afgerond.

3.  De klacht

3.1

Klager verwijt de notaris in zijn klacht van 22 juli 2011 dat deze partijdig is. Zo heeft de notaris gesteld dat de bankrekening van de ex-vrouw in Ghana niet meegenomen hoeft te worden in de verdeling. Klager dient daarentegen echter wel de waarde van zijn levensverzekering op te geven en het saldo van zijn ING rekening. Ook wil de notaris bepaalde kosten niet meenemen in de akte van verdeling, zoals de onderhoudskosten van de woning, de auto, de lening die klager samen met zijn ex-vrouw heeft afgesloten en de hypotheekkosten.

3.2

Daarnaast zou de notaris in verband met het uitblijven van een reactie op de brief van 7 juni 2011 de ex-vrouw van klager een aanmaning sturen. Dat heeft de notaris echter niet gedaan. Pas op 15 juli 2011 deelde de notaris mee dat hij die dag een brief had gestuurd naar de ex-vrouw, maar deze brief kan niet worden gezien als een aanmaning.

3.3

De notaris heeft klager verder in juli 2011 beticht van bedreiging. Klager heeft in een telefoongesprek aangegeven stappen te zullen ondernemen, bijvoorbeeld richting de Kamer van Toezicht, omdat hij niet verder kwam met de notaris. Dit is echter geen dreigement en klager voelt zich dan ook onheus bejegend.

3.4

Verder wil klager, nu de onderlinge verhoudingen tussen klager en de notaris geschaad zijn graag een andere notaris om de boedelscheiding af te wikkelen.

4.  Standpunt van de notaris

4.1

De notaris betwist de door klager naar voren gebrachte punten.

4.2

Voor wat betreft de verstrekking van de gegevens door klager brengt de notaris naar voren dat de ex-vrouw van klager heeft gesteld dat het tegoed van de betreffende rekening in Ghana aan haar oom toebehoort. Dit heeft zij onderbouwd met facturen van de aankoop van motoren. Overigens is het niet aan de notaris om hierover uiteindelijk een beslissing te nemen. Ook is door de notaris niet gesteld dat de betreffende rekening niet behoeft te worden meegenomen in de verdeling.

Voor wat betreft de tegoeden op de bankrekening van klager geldt dat de ex-vrouw van klager van mening was dat er een te groot verschil zat tussen het saldo van de bankrekening per datum waarop zij de woning verliet in november 2007 en de datum van echtscheiding in juli 2008. Om die reden is verzocht om ter aanvulling kopieën te verstrekken van de afschriften rond november 2007. Hierbij is echter geen sprake van herbewijzen, maar van het verstrekken van aanvullende informatie.

Verder is het in verband met de verdeling noodzakelijk de waarde van de levensverzekering te weten. Klager heeft overigens eerder zelf aangegeven dat deze waarde opgevraagd diende te worden.

4.3

Voor wat betreft de aanmaning brengt de notaris naar voren dat wegens het uitblijven van een reactie op de brief van 7 juni 2011 hij telefonisch contact heeft opgenomen met de ex-vrouw van klager. Vervolgens heeft hij op 15 juli 2011 een brief naar de ex-vrouw van klager heeft gestuurd. Deze brief kan als een aanmaning worden gezien.

4.4

Met betrekking tot de bedreiging stelt de notaris dat klager op enig moment in een telefoongesprek heeft gezegd dat hij een brief zou schrijven aan de Burgemeester in verband met het slechte functioneren van de notaris. De notaris heeft toen wellicht iets gezegd in de trant van: “gaat u nu dreigen met een brief aan de Burgemeester.” Dit moet echter niet worden gezien als een beschuldiging dat klager de notaris zou hebben bedreigd.

4.5

De stand van zaken met betrekking tot de verdeling is dat deze zo goed als rond is. Er ligt nog één lijst met goederen waarover onenigheid bestaat. Als dat tot een goed einde gebracht kan worden is de verdeling afgerond. De notaris wil dit wat hem betreft nog wel afronden.

5.  De beoordeling

5.1

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 98 van de Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.

5.2

Gebleken is dat er tussen partijen onenigheid bestaat over diverse rekeningtegoeden en gemaakte kosten. De notaris heeft bij beide partijen informatie opgevraagd om zo een helder beeld te krijgen van de boedel.

5.3

Anders dan klager is de Kamer van oordeel dat niet blijkt van enige partijdigheid door de notaris, nu bij beide partijen slechts (aanvullende) informatie is opgevraagd en de notaris daarbij – terecht – verre is gebleven van een keuze voor het standpunt van een van beide partijen. Het is niet de notaris die uiteindelijk beslist over de boedelverdeling, wel heeft hij de betreffende informatie nodig om tot een goede omschrijving van de boedel te komen. Indien partijen op basis van deze informatie niet in der minne tot een boedelverdeling kunnen komen, zullen zij zich niet tot de notaris, maar tot de rechter moeten wenden.

5.4

Met betrekking tot de aanmaning overweegt de Kamer dat de notaris eerst telefonisch contact heeft opgenomen met de ex-vrouw van klager toen een reactie van haar kant uitbleef. Vervolgens heeft de notaris op 15 juli 2011 een brief verzonden naar de ex-vrouw. De Kamer is dan ook van oordeel dat de notaris adequaat gehandeld heeft en dat de brief van 15 juli 2011 als een - met klager afgesproken - aanmaning aan de ex-vrouw kan worden gezien.

5.5

Met betrekking tot de gestelde bedreiging overweegt de Kamer dat hier kennelijk sprake is van een verkeerde interpretatie door klager van hetgeen gezegd is. De Kamer is van oordeel dat er geen sprake is geweest van beschuldiging van een bedreiging door de notaris jegens klager.

5.6

Met betrekking tot het feit dat klager graag een andere notaris wil hebben verwijst de Kamer naar de brief van 10 augustus 2011 waarin namens de voorzitter van de Kamer wordt meegedeeld dat geen andere notaris zal worden aangewezen tegen verminderd tarief. Overigens staat het klager vrij om voor eigen kosten een andere notaris te zoeken.

5.7

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de Kamer van oordeel dat de notaris al hetgeen in zijn vermogen ligt heeft gedaan en dat geen sprake is van partijdigheid, bedreiging, of anderszins van onbetamelijk handelen van de zijde van de notaris. De Kamer zal de klacht dan ook ongegrond verklaren.

6.   De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-nota­ris­sen te Rotterdam,

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. S.M. van Lieshout, C.H. Kemp-Randewijk,  F. Hoppel, J.P. van Loon en W.H.J. de Jong, in tegenwoordigheid van de plaatsvervangend secretaris, E.J. van Beuzekom

Uitgesproken ter openbare vergadering op 26 januari 2012.

De plaatsvervangend secretaris,                         De plaatsvervangend voorzitter,

E.J. van Beuzekom                                               mr. S.M. van Lieshout

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.