ECLI:NL:TNOKROT:2012:YC0802 Kamer van toezicht Rotterdam 17-11

ECLI: ECLI:NL:TNOKROT:2012:YC0802
Datum uitspraak: 26-01-2012
Datum publicatie: 29-06-2012
Zaaknummer(s): 17-11
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Verzet niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: De notaris is belast geweest met de afwikkeling van de nalatenschap van de in 1997 overleden vader van klager, maar in de periode tussen 1997 en 2001 is niets meer van de notaris is vernomen. Door klager is ook nooit een brief van de notaris ontvangen met de mededeling dat de nalatenschap is afgewikkeld. In april 2010 is er contact opgenomen met de notaris met het verzoek om inzage in het dossier te verkrijgen. Dat was alleen tegen betaling mogelijk. Later bleek dat het dossier al was geruimd, terwijl de notaris een dossier tien jaar dient te bewaren.     Beslissing:  verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Kamer v­an Toezicht over de Notarissen en Notaris­sen te Rotterdam

Reg.nr. 17-11

Beslissing op de verzetprocedure als bedoeld in artikel 99 van de Wet op het notarisambt van:

[klager],

wonende te [woonplaats],

hierna te noemen klager,

- tegen -

[notaris],

Destijds notaris te [standplaats],

hierna te noemen de notaris,

1.  Het verloop van de procedure

1.1

Bij klaagschrift d.d. 1 maart 2011 met bijlagen is door klager bij de Kamer van Toezicht te Breda een klacht ingediend tegen notaris [verweerder], destijds notaris te [vorige standplaats].

1.2

Op 30 maart 2011 is door de notaris schriftelijk verweer gevoerd.

1.3

Bij beslissing van 18 april 2011 heeft de voorzitter van de Kamer van Toezicht te Breda de klacht tegen de notaris, op grond van artikel 99 lid 2 Wet op het notarisambt (hierna: Wna), kennelijk niet-ontvankelijk respectievelijk kennelijk ongegrond verklaard.

1.4

Bij brief van 4 mei 2011 heeft klager hiertegen verzet ingesteld.

1.5

Bij beslissing van 7 september 2011 heeft de voorzitter van de Kamer van Toezicht te Breda het verzoek van de beide plaatsvervangend voorzitters tot verschoning met betrekking tot onderhavige klacht toegewezen.

1.6

Bij beslissing van 15 september 2011 van het Gerechtshof te Amsterdam is de klacht ter verdere behandeling verwezen naar de Kamer van Toezicht te Rotterdam.

1.7

Op 8 december 2011 heeft de mondelinge behandeling van het verzet plaatsgevonden. Hierbij waren aanwezig [X], als gevolmachtigde van klager, alsmede de notaris. Bij die gelegenheid hebben klager en de notaris hun standpunten nader toegelicht.

2.    Het standpunt van klager

2.1

Door klager is bij de mondelinge behandeling aangevoerd dat de notaris belast is geweest met de afwikkeling van de nalatenschap van de in 1997 overleden vader van klager, maar dat in de periode tussen 1997 en 2001 niets meer van de notaris is vernomen. Door klager is ook nooit een brief van de notaris ontvangen met de mededeling dat de nalatenschap is afgewikkeld. In april 2010 is er contact opgenomen met de notaris met het verzoek om inzage in het dossier te verkrijgen. Dat was alleen tegen betaling mogelijk. Later bleek dat het dossier al was geruimd, terwijl de notaris een dossier tien jaar dient te bewaren.

3.    Het verweer van de notaris

3.1

De notaris stelt dat hij sinds juni 2010 geen notaris meer is en ook geen beschikking meer heeft over het dossier. De notaris heeft het dossier bij zijn opvolger opgevraagd, maar het dossier blijkt inmiddels te zijn geruimd.

3.2

Op 7 augustus 2001 heeft de notaris een brief aan klager geschreven met daarin de mededeling dat er veel schulden waren en dat er voor de erfgenamen niets ter verdeling zou overblijven. Tevens is in die brief meegedeeld dat wanneer klager meer informatie wilde hebben omtrent de afwikkeling van de nalatenschap hij telefonisch contact kon opnemen met de notaris. Hier is echter geen gebruik van gemaakt.

3.3

De afwikkeling van de nalatenschap heeft overigens in nauwe samenwerking met een accountant plaatsgevonden.

4.  De beoordeling

4.1

Ingevolge artikel 99, lid 6 Wna, kan een klager tegen de beslissing van de voorzitter tot afwijzing van een klacht binnen veertien dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing schriftelijk verzet doen bij de Kamer van Toezicht, waarbij hij gemotiveerd dient aan te geven met welke overwegingen van de voorzitter hij zich niet kan verenigen.

4.2

Bij brief van 4 mei 2011 is klager in verzet gekomen tegen de beslissing van de voorzitter van de Kamer van Toezicht van 18 april 2011. Nu klager echter op 4 mei 2011 in verzet is gekomen, welke brief op 6 mei 2011 bij de Kamer van Toezicht te Breda is binnengekomen, is de Kamer van oordeel dat klager niet binnen de gestelde termijn in verzet is gekomen. Het verzet dient om die reden niet-ontvankelijk te worden verklaard.

4.3

Het voorgaande brengt met zich mee dat de Kamer niet toekomt aan de inhoudelijke beoordeling van het verzet. Ten overvloede overweegt de Kamer dat indien dit wel het geval zou zijn geweest, de Kamer het verzet ongegrond had moeten verklaren. De voorzitter van de Kamer van Toezicht te Breda heeft immers op grond van de in zijn beslissing weergegeven overwegingen, welke de Kamer overneemt en tot de hare maakt, met juistheid geoordeeld dat de klacht niet-ontvankelijk respectievelijk ongegrond dient te worden verklaard. Voor wat betreft het door klager gestelde over de bewaartermijn van het dossier van tien jaar is de Kamer van oordeel dat, nu niet gebleken is wanneer het dossier geruimd is, niet is komen vast te staan dat dit is gebeurd terwijl de notaris nog werkzaam was op het betreffende kantoor. Derhalve kan het ruimen van het dossier niet aan de notaris worden toegerekend.

5.   De beslissing

De Kamer van Toezicht over de Notarissen en Notaris­sen te Rotterdam,

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door mrs. S.M. van Lieshout, C.H. Kemp-Randewijk, F. Hoppel, J.P. van Loon en W.H.J. de Jong, in tegenwoordigheid van de plaatsvervangend secretaris, E.J. van Beuzekom

Uitgesproken ter openbare vergadering op 26 januari 2012.

De plaatsvervangend secretaris,                         De plaatsvervangend voorzitter,

E.J. van Beuzekom                                               mr. S.M. van Lieshout

Deze beslissing is verzonden op:

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.