ECLI:NL:TNOKLEE:2012:YC0773 Kamer van toezicht Leeuwarden 18-2011

ECLI: ECLI:NL:TNOKLEE:2012:YC0773
Datum uitspraak: 05-03-2012
Datum publicatie: 26-04-2012
Zaaknummer(s): 18-2011
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen:
  • Klacht niet-ontvankelijk
  • Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Bejegening. Communicatie. Declaratiegeschil. Verwijzing naar hersteluitspraak van 10 april 2012.

 

 

KAMER VAN TOEZICHT OVER NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE LEEUWARDEN

Reg.nr.:

Datum uitspraak:

18-2011

5 maart 2012

UITSPRAAK

van de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden, hierna te noemen de Kamer, in de zaak van:

A,

wonende te B,

hierna te noemen: klager,

procederende in persoon,

tegen

mr. C,

notaris te D,

hierna te noemen: de notaris,

procederende in persoon.

PROCESVERLOOP

1.1       Bij brief van 26 augustus 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen de notaris.

1.2       Bij mailberichten van 26 en 27 oktober 2011 heeft klager zijn klaagschrift aangevuld.

1.3       De notaris heeft schriftelijk verweer gevoerd bij brief van 11 november 2011.

1.4       Bij mailberichten van 18, 21 en 30 december 2011 heeft klager zijn klaagschrift aangevuld.

1.5       De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 30 januari 2012 ter vergadering van de voltallige Kamer. Klager  is ter zitting verschenen. De notaris is eveneens verschenen. Van het verhandelde ter zitting zijn door de secretaris aantekeningen gemaakt.

MOTIVERING

Vaststaande feiten

2.1.      In de onderhavige zaak zal worden uitgegaan van de navolgende vaststaande feiten.

2.2.      De notaris heeft in opdracht van klager werkzaamheden verricht ter zake de nalatenschap van mevrouw E, zijnde een tante van de echtgenote van klager.

2.3       Bij mail van 14 september 2010 heeft klager een tariefklacht ingediend bij de voorzitter van de ring Fryslân inzake een declaratie van de notaris met factuurnummer [nummer].

2.4       Bij beschikking van 28 maart 2011 heeft de ringvoorzitter beslist dat de notaris bepaalde werkzaamheden heeft gedeclareerd die geen betrekking hebben op de betreffende zaak. Op grond daarvan heeft de ringvoorzitter beslist dat de notaris zijn declaratie opnieuw dient vast te stellen conform het in de beschikking bepaalde.

2.5       Klager heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing.

2.6       De ringvoorzitter heeft zijn bevoegdheid om te beslissen op het bezwaar gemandateerd aan mr. F, thans oud-notaris te G.

2.7       Op 26 mei 2011 heeft mr. F beslist op het bezwaar van klager. Het bezwaar is gegrond verklaard. Daarbij is bepaald dat de notaris zijn declaratie opnieuw dient vast te stellen conform hetgeen in het besluit op bezwaar is aangegeven.

Het standpunt van klager

3.            Klager heeft gesteld dat de notaris hem ten onrechte van terrorisme en huisvredebreuk heeft beschuldigd, dat de notaris werkzaamheden heeft uitgevoerd en gefactureerd waarvoor klager geen opdracht heeft gegeven, dat de notaris afspraken niet nakomt en dat hij weigert met klager te communiceren. Voorts heeft klager gesteld dat de notaris fouten heeft gemaakt. Klager wenst dat de notaris alsnog een factuur opmaakt conform het afgesproken tarief van € 400,- tot € 500,-.    

Het standpunt van de notaris

4.         De notaris heeft verweer gevoerd. De notaris heeft zich op het standpunt gesteld dat de klacht voor zover deze ziet op het declaratiegeschil niet-ontvankelijk dan wel ongegrond dient te worden verklaard. Voor het overige heeft de notaris zich op het standpunt gesteld dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard, omdat klager geen onderbouwing heeft gegeven voor zijn stellingen, de Kamer niet bevoegd is te oordelen over het door hem aan klager betalen van een schadevergoeding wegens wanprestatie, klager niet heeft aangegeven welke werkzaamheden hij zou hebben verricht voor hem en nalaat aan te geven op welke wijze hij klachtwaardig heeft gehandeld.

De beoordeling

5.1       De Kamer dient in onderhavige zaak de vraag te beantwoorden of de notaris tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De Kamer overweegt ten aanzien van die vraag als volgt.

5.2       Ingevolge artikel 98, eerste lid, van de Wet op het notarisambt (Wna) zijn 

(kandidaat-)notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als (kandidaat-)notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (kandidaat-)notaris niet betaamt. De Kamer dient te onderzoeken of de handelwijze van de notaris zoals door klager beschreven een verwijtbare handeling in de zin van dit artikel oplevert.

5.3       Klager heeft gesteld dat de notaris hem van terrorisme en huisvredebreuk heeft beschuldigd en dat hij weigert met hem te communiceren. Ter zitting heeft klager erkend dat hij in het contact met de notaris krachttermen heeft gebruikt en dat de manier waarop hij zich heeft uitgelaten naar de notaris niet de schoonheidsprijs verdient. Volgens klager is zijn handelen echter ingegeven door de houding van de notaris. Ter zitting heeft de notaris verklaard dat hij zich bedreigd voelt door klager en dat hij een advocaat heeft ingeschakeld om klager een halt toe te roepen. De Kamer overweegt als volgt.

5.4       Uit de door klager overgelegde mailberichten heeft de Kamer niet kunnen afleiden dat de notaris klager heeft beschuldigd van terrorisme. Enkel in de mail van 22 augustus 2011 van de notaris aan klager is in het onderwerp dat bovenaan in de mail staat vermeld de term "terrorisme" genoemd. Daarmee kan naar het oordeel van de Kamer niet worden gezegd dat de notaris klager heeft beschuldigd van terrorisme. Wel is de Kamer uit de overgelegde mailberichten gebleken dat de communicatie tussen de notaris en klager niet goed verliep en dat de notaris klager, gelet op de door hem gedane uitingen - waarvan klager de juistheid ter zitting heeft erkend - grenzen heeft willen stellen in die zin dat hij klager heeft willen stoppen in het benaderen van zijn notariskantoor. Van onheuse bejegening van klager door de notaris is naar het oordeel van de Kamer echter geen sprake. De veelvuldige mailcorrespondentie die door klager is overgelegd, biedt daartoe ook geen enkel aanknopingspunt. Gelet op het voorgaande is de Kamer dan ook van oordeel dat de notaris in deze niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. Dit klachtonderdeel zal daarom ongegrond worden verklaard.

5.5       Met betrekking tot de stelling van klager dat de notaris afspraken niet is nagekomen, overweegt de Kamer dat haar daarvan niet is gebleken. De Kamer zal dit klachtonderdeel dan ook ongegrond verklaren.

5.6       De stelling van klager dat de notaris kosten voor werkzaamheden in rekening heeft gebracht waarvoor klager geen opdracht heeft gegeven, begrijpt de Kamer als een klacht tegen de declaratie van de notaris. Een declaratiegeschil kan, ingevolge artikel 55, tweede lid van de Wna, door de meest gerede partij aan de voorzitter van het bestuur van de ring van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie worden voorgelegd. De ringvoorzitter toetst dan volledig. Tegen de beslissing van de ringvoorzitter staat beroep open bij de rechtbank en hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ter zitting heeft klager verklaard dat hij geen beroep heeft ingesteld tegen het besluit op zijn bezwaarschrift inzake het declaratiegeschil. Omdat geen rechtsmiddelen meer open staan tegen het besluit op bezwaar, staat de hoogte van de declaratie vast. De Kamer heeft weliswaar de bevoegdheid om een geschil over een declaratie van een notaris marginaal te toetsen, maar ziet daartoe, gelet op het voorgaande, en gelet op het ontbreken van een concrete nadere onderbouwing door klager van de onjuistheid van de hoogte van de declaratie, geen aanleiding. Voorts overweegt de Kamer dat haar niet de bevoegdheid toekomt om een notaris op te dragen een factuur op te maken, zoals door klager voorgesteld. De Kamer zal klager in zoverre dan ook niet-ontvankelijk verklaren.

5.7             Concluderend is de Kamer van oordeel dat de klacht deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond dient te worden verklaard.

DE BESLISSING

De Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden:

- verklaart klager terzake het klachtonderdeel over de declaratie niet-ontvankelijk;

- verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Deze beslissing is genomen te Leeuwarden door mr. J.S. van der Kolk, voorzitter, mrs. R. Giltay, H.J. Hettema, A.W. Drijver en N.T. Vink, (plaatsvervangend) leden, bijgestaan door mr. S. Ambachtsheer, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2012.

S. Ambachtsheer                                                                   J.S. van der Kolk

De beslissing is verzonden op

Binnen dertig dagen na de dag van verzending van de aangetekende brief waarin van bovenstaande beslissing wordt kennisgegeven, kan hoger beroep tegen deze beslissing worden ingesteld. Dit dient te geschieden door middel van een verzoekschrift bij de griffie van het Gerechtshof te Amsterdam, Prinsengracht 436, correspondentieadres: Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.