ECLI:NL:TNOKBRE:2012:YC0907 Kamer van toezicht Breda Kl 1/2012

ECLI: ECLI:NL:TNOKBRE:2012:YC0907
Datum uitspraak: 10-10-2012
Datum publicatie: 04-02-2012
Zaaknummer(s): Kl 1/2012
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond met schorsing als notaris
Inhoudsindicatie:   Ofschoon geconstateerd kan worden, dat behalve de notaris, niemand bij de gewraakte e-mailinstelling enig belang had, en dit naar het oordeel van de kamer op zich genomen een sterke aanwijzing oplevert voor de aanname dat de notaris daarin op enigerlei manier de hand heeft gehad, acht de kamer geen noodzaak aanwezig voor een onderzoek door een deskundige en/of voor het horen van getuigen, toegespitst op de vraag wie de betreffende instelling heeft geplaatst en in wiens opdracht.    Nog afgezien of een dergelijk onderzoek tot enig bruikbaar resultaat zal leiden, brengt de enkele omstandigheid, dat onbetwist vaststaat dat de notaris lange tijd, in elk geval vanaf eind oktober 2010, door de gewraakte e-mailinstelling e-mailberichten bestemd voor klaagsters en hun kantoor heeft ontvangen en daarvan geen enkel gewag heeft gemaakt, het ernstige vermoeden met zich dat die e-mailinstelling heimelijk en met betrokkenheid van de notaris is geplaatst.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE BREDA

Kl 1/2012

Beslissing

op de op 3 februari 2012 ingekomen klacht van

notarissen mrs. [naam] en

[naam] ,

beiden (in associatief verband) gevestigd te [plaatsnaam],

verder te noemen klaagsters,

tegen

notaris mr. [naam] ,

eveneens gevestigd te [plaatsnaam],

verder te noemen de notaris.

1.      Het verloop van de zaak

Na ontvangst van de klacht heeft tussen partijen het schriftelijke debat plaatsgevonden, wat blijkt uit hun brieven van 2 maart 2012, 5 april 2012, met bijlagen, en 16 mei 2012.

De mondelinge behandeling van de klacht door de kamer heeft plaatsgevonden op 13 september 2012, waarbij zijn verschenen klaagsters en de notaris, allen in persoon.

2.      De inhoud van de klacht en het standpunt van klaagsters

Klaagsters verwijten de notaris, hun voormalige associé, dat hij zonder hun toestemming en medeweten op de dag van hun feitelijke dissociatie, 27 februari 2009, een instelling heeft geplaatst of heeft doen plaatsen op de server van hun kantoor [naam], die er voor zorgde dat e-mail van [naam] vanaf dat tijdstip automatisch en onzichtbaar naar zijn eigen kantoor op het e-mailadres [naam]l@notaris[naam].nl werd doorgestuurd.

Klaagsters voeren aan dat voormelde instelling zonder toestemming is geplaatst en eerst op 9 december 2011 aan het licht kwam doordat op een interne e-mail van [naam] door het kantoor van de notaris is geantwoord via het adres [naam]@notaris[naam].nl. Deze e-mail, die door klaagsters bij hun klacht is gevoegd,  bevat onder meer wachtwoorden gebruikt door [naam].

Tijdens de dissociatiegesprekken en in het kader van de daarbij gemaakte afspraken is volgens de notarissen uitdrukkelijk gesproken over de volledige splitsing van software en hardware. Er is overeengekomen dat de kantoren na de dissociatie ieder een eigen systeem hebben en dat zij op geen enkele wijze meer met elkaar verbonden zijn. Fysiek betekende dit verbreking van de glasvezelkabelverbinding tussen beide kantoorpanden, die tegenover elkaar in dezelfde straat zijn gelegen. Digitaal betekende dit dat er geen enkele connectie meer zou zijn tussen de systemen van beide kantoren.

Gedurende de periode van 27 februari 2009 tot en met 9 december 2011 heeft de notaris e-mail verkeer van [naam] kunnen lezen, zonder dat klaagsters hiervan op de hoogte waren. Hun software leverancier Van Brug heeft op 9 december 2011 in hun opdracht de instelling voor automatische doorzending van email aan de notaris verwijderd, aldus klaagsters.

Kl 1/2012                                                  pagina 2

Onder verwijzing naar door hen overgelegde producties, stellen klaagsters dat uit onderzoek door Pro Install Automatisering is gebleken dat op 27 februari 2009 om 09.43 uur op de server van [naam] de contactpersoon “[naam]” is aangemaakt en vervolgens bij delivery options een aanpassing is gedaan voor doorzending van e-mail, waarbij de optie “hide from exchange adresslist” is aangevinkt, zodat de automatische doorzending van e-mail binnen het systeem van [naam] onzichtbaar werd.

Van Brug heeft volgens klaagsters het vorenstaande bevestigd.

Klaagsters voeren verder aan dat de inhoud van de e-mails die werden doorgezonden varieerde van het doorgeven van nieuwe wachtwoorden van bijvoorbeeld Kamer van Koophandel, Kluwer en Stater, tot persoonlijke informatie over de medewerkers van hun kantoor, alsook strategische informatie van het kantoor. Ook informatie over hypotheekafspraken, die via Stater zichtbaar zijn, is mogelijk volledig aan de notaris ter kennis genomen, nu hij beschikte over de wachtwoorden welke toegang geven tot de betreffende online systemen.

Daarnaast stellen klaagsters dat de aldus illegaal doorgezonden informatie door de notaris en zijn medewerkers niet alleen voor kennisgeving is aangenomen, doch ook gebruikt is jegens onder andere de medewerkers van hun kantoor. Hierdoor lag gedurende een periode van bijna 3 jaar geregeld allerlei interne kantoorinformatie op straat, hetgeen voor klaagsters onbegrijpelijk was. Daardoor is diverse malen een grimmige sfeer op het kantoor ontstaan, omdat jarenlang werd vermoed dat er een lek binnen de kring van medewerkers bestond, waardoor vertrouwelijke informatie richting de notaris werd doorgesluisd. Zo was de medewerkster van de notaris, mevrouw [naam] op de hoogte van voorgenomen teamsessies en een bezoek aan een concert van Guus Meeuwis, nog voordat de eigen medewerkers van klaagsters dit waren.

Klaagsters menen dan ook dat de notaris de aan hem zonder toestemming onzichtbaar doorgezonden e-mails aan zijn medewerkers heeft verstrekt en dat met deze informatie willens wetens materiële en immateriële schade aan hun kantoor werd toegebracht. Klaagsters houden de notaris mede verantwoordelijk voor de hiervoor genoemde gedragingen van zijn medewerkster [naam].

Klaagsters verzoeken de kamer aan de notaris een passende maatregel op te leggen, nu hij regels van ethiek heeft overtreden, het ambt van notaris heeft bezoedeld en met voeten getreden en sprake is van zeer ernstig verwijtbaar gedrag en handelen. Klaagsters stellen zich op het standpunt dat de notaris zijn ambt onwaardig is.

3.      Het standpunt van de notaris

De door klaagsters gedane aantijgingen worden door de notaris ten stelligste betwist.

Hij voert aan dat tot oktober 2010 geen enkel e-mailbericht op de door klaagsters geschetste wijze op zijn kantoor is binnengekomen. Naar hij van zijn kantoor- en persoonlijke relaties heeft begrepen zijn met name in 2009 talloze e-mails naar zijn oude e-mailadres: van [naam]@[naam].nl verzonden, die hem nooit hebben bereikt.

Eerst eind 2010 zijn er volgens de notaris wat berichtjes gericht aan “allen” op zijn kantoor binnengekomen. De notaris meent dan ook dat klaagsters zelf op enig moment eind 2010 aanpassingen in hun systeem hebben aangebracht, waardoor berichten naar “buiten” konden worden verzonden en dat het bijzonder triest is te moeten constateren, dat klaagsters de suggestie wekken dat hij, dan wel iemand namens hem, hierin de hand heeft gehad.

Kl 1/2012                                                           pagina 3

De notaris voert verder aan dat op geen enkele wijze zakelijke informatie op zijn kantoor is ontvangen en dat volstrekt onjuist is, dat wachtwoorden voor online-systemen van klaagsters zouden zijn gebruikt.

De notaris biedt aan om een door de kamer aan te wijzen onafhankelijk gespecialiseerd bureau op zijn kantoor onderzoek te laten verrichten.

Daarnaast stelt de notaris dat zijn medewerkster mevrouw [naam] tegenover hem met nadruk heeft verklaard nimmer medewerkers van klaagsters op straat over kantooractiviteiten te hebben aangesproken. Bovendien zijn de door hem ontvangen

e-mails gericht aan “allen”, zodat deze zeker niet eerder ontvangen kunnen zijn dan door de medewerkers van klaagsters

De notaris voert in dat kader nog aan dat zijn medewerker [naam], die één dag in de week voor hem werkzaam is, gedurende drie volledige werkdagen bij klaagsters in dienst was en dat deze hem eens heeft verzocht om een gedeeltelijke snipperdag, zodat hij aan het als kantooractiviteit van klaagsters geplande uitje naar Guus Meeuwis kon deelnemen.

De notaris betoogt verder dat om kantoororganisatorische reden zijn e-mail automatisch wordt doorgelinkt naar een andere kamer binnen het kantoorgebouw, zodat deze door zijn medewerkers kan worden gebruikt ten behoeve van dossiers tijdens zijn besprekingen of afwezigheid.

Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van de klacht heeft de notaris nog aangevoerd dat hij de gewraakte e-mailinstelling al daarom niet geplaatst kan hebben, omdat hij op de dag van hun feitelijke dissociatie, 27 september 2009, niet over de server van klaagsters kon beschikken, aangezien deze op hun kantoor is blijven staan en hij vanaf die dag daar geen werkzaamheden meer heeft verricht.

4. De beoordeling en de gronden daarvoor

Klaagsters verwijten de notaris dat de gewraakte e-mailinstelling op 27 februari 2009, zijnde het tijdstip van hun feitelijke dissociatie, (primair) door hem zelf op de server van klaagsters is geplaatst, dan wel (subsidiair) dat dit heeft plaatsgevonden door een ander in opdracht van de notaris.

Ter zitting hebben klaagster hun primair verwijt niet langer gehandhaafd, nu zij hebben verklaard het niet aannemelijk is te achten dat de notaris zelf over de vereiste deskundigheid beschikt om de litigieuze e-mailinstelling op hun server te plaatsen.

Niet ter discussie staat dat op enig moment na de dissociatie van de notaris en klaagsters de gewraakte e-mailinstelling op hun server is geplaatst. De notaris heeft ook erkend dat hij, zij het naar zijn stelling eerst vanaf eind oktober 2010, e-mailberichten bestemd voor klaagsters of hun medewerkers doorgezonden heeft gekregen.

Ofschoon geconstateerd kan worden, dat behalve de notaris, niemand bij de gewraakte e-mailinstelling enig belang had, en dit naar het oordeel van de kamer op zich genomen een sterke aanwijzing oplevert voor de aanname dat de notaris daarin op enigerlei manier de hand heeft gehad, acht de kamer geen noodzaak aanwezig voor een onderzoek door een deskundige en/of voor het horen van getuigen, toegespitst op de vraag wie de betreffende instelling heeft geplaatst en in wiens opdracht.

Kl 1/2012                                                           pagina 4

Nog afgezien of een dergelijk onderzoek tot enig bruikbaar resultaat zal leiden, brengt de enkele omstandigheid, dat onbetwist vaststaat dat de notaris lange tijd, in elk geval vanaf eind oktober 2010, door de gewraakte e-mailinstelling e-mailberichten bestemd voor klaagsters en hun kantoor heeft ontvangen en daarvan geen enkel gewag heeft gemaakt, het ernstige vermoeden met zich dat die e-mailinstelling heimelijk en met betrokkenheid van de notaris is geplaatst.

De notaris heeft voor zijn nalaten om klaagster op de hoogte te stellen van de ontvangst van de-mailberichten, geen enkele gerechtvaardigde reden aangevoerd. Het feit dat hij, naar hij bij de mondelinge behandeling heeft verklaard, dit vanwege de tussen hem en klaagsters tengevolge van hun dissociatie verstoorde relatie niet heeft gedaan, kan in geen geval als verontschuldiging gelden.

Evenmin is sprake geweest van slechts enkele door hem ontvangen e-mailberichten, zoals de notaris doet voorkomen. Integendeel, nog daargelaten de door de notaris erkende lange periode waarin hij email bestemd voor klaagsters heeft ontvangen, hebben klaagsters genoegzaam aangetoond dat het gaat om intensief e-mailverkeer, waar onder dat van vertrouwelijke aard.

Dat de notaris gedurende de lange periode dat hij van voor klaagsters of hun medewerkers bestemde e-mail kennis heeft kunnen nemen, op geen enkel moment aanleiding heeft gezien hen hiervan in kennis te stellen, is uiterst kwalijk en een notaris onwaardig. Dit nalaten moet hem dan ook in ernstige mate tuchtrechtelijk worden aangerekend. Dit geldt te meer nu hij bij gelegenheid van de mondelinge behandeling geen enkel inzicht in het onoirbare van zijn handelen en nalaten heeft getoond. De kamer acht dan ook oplegging van de tuchtrechtelijke maatregel van schorsing van de notaris voor de duur van vier weken passend en geboden.

5. De beslissing

De kamer van toezicht

verklaart de klacht in voege als hiervoor vermeld gegrond;

legt ter zake daarvan aan de notaris de maatregel op van schorsing voor de duur van vier weken en bepaalt dat op de voet van artikel 105 Wet op het notarisambt, nadat deze beslissing onherroepelijk is geworden, bij aangetekende brief aan de notaris zal worden meegedeeld de datum waarop deze maatregel van kracht wordt.

Deze beslissing is gegeven op 10 oktober 2012 door mrs. G.J.G.M. van der Weide, plaatsvervangend voorzitter, H. Quispel, J. Kos en L.J.M. Teunissen, allen leden, en M.L. Trippenzee-Braaksma, plaatsvervangend lid, in tegenwoordigheid van A.C.L.M. de Jong, secretaris, en in het openbaar uitgesproken.

--

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de dag van verzending van de brief waarbij de beslissing is toegezonden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam)