ECLI:NL:TNOKBRE:2012:YC0785 Kamer van toezicht Breda Kl 9/2011

ECLI: ECLI:NL:TNOKBRE:2012:YC0785
Datum uitspraak: 30-03-2012
Datum publicatie: 07-05-2012
Zaaknummer(s): Kl 9/2011
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Ter beoordeling staat in de eerste plaats of en zo ja, in hoeverre, de notaris in tuchtrechtelijke zin aansprakelijk moet worden gehouden voor de door klager gestelde tekortkomingen van de destijds op het kantoor van de notaris werkzame kandidaat-notaris [naam].   Ofschoon de notaris verantwoordelijkheid draagt voor door zijn medewerkers, waar onder kandidaat-notarissen, verrichte werkzaamheden of voor hun gedragingen en nalaten in het kader van hun functie-uitoefening, gaat die verantwoordelijkheid niet zo ver dat de notaris ook in tuchtrechtelijke zin voor tekortkomingen daarin van met name kandidaat-notarissen aansprakelijk is, te minder nu ook kandidaat-notarissen onder het tuchtrechtelijke regime van de Wet op het notarisambt (Wna) vallen. Zij hebben dan ook een eigen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid.

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE BREDA

Kl 9/2011

Beslissing

op de op 5 september 2011 ingekomen klacht van

[naam] ,

wonende te [plaatsnaam]

verder te noemen klager,

tegen

notaris mr. [naam] ,

gevestigd te [plaatsnaam],

verder te noemen de notaris.

1.      Het verloop van de zaak

Na het tussen partijen gevoerde schriftelijke debat, wat blijkt uit hun brieven van 10 oktober 2011, 31 oktober 2011, met bijlagen, en 17 november 2011, heeft de mondelinge behandeling door de kamer plaatsgevonden op 21 maart 2012, waarbij zijn verschenen klager en de notaris, beiden in persoon.

2.      De inhoud van de klacht en het standpunt van klager

Klager verwijt de notaris grove nalatigheid met betrekking tot aan zijn kantoor opgedragen werkzaamheden. Hij verwijt in het bijzonder dat de destijds aldaar werkzame kandidaat-notaris mr. [naam] geen uitvoering heeft gegeven aan klagers opdracht om te beoordelen of al dan niet een afkoop van een levensverzekering had plaatsgevonden en voorts dat de notaris deze opdracht heeft teruggeven.

Daarnaast verwijt klager dat door het kantoor van de notaris ter zake van de nalatenschap van [naam], waarin hij en zijn broer zijn gerechtigd, een foutieve aangifte erfbelasting is gedaan. Als gevolg daarvan zijn hij en zijn broer voor meer erfbelasting aangeslagen dan feitelijk verschuldigd was.

Klager voert aan dat hij door de notaris ter zake van voormelde kwesties arrogant is behandeld. De destijds bij de notaris werkzame kandidaat-notaris heeft geen enkele uitvoering gegeven aan de hiervoor genoemde opdracht, waarvoor de notaris volgens klager verantwoordelijk moet worden gehouden. Daarnaast heeft de notaris geweigerd alsnog die opdracht uit te voeren en heeft hij de destijds daarvoor ter beschikking gestelde stukken aan klager teruggegeven. Klager stelt als gevolg daarvan, alsook ten gevolge van de foutieve aangifte erfbelasting, schade te hebben geleden, waarvoor hij de notaris aansprakelijk heeft gesteld.

De notaris weigert echter om tot vergoeding van die schade over te gaan.

3.      De feiten

Op grond van de klachtstukken en hetgeen uit de mondelinge behandeling van de klacht naar voren is gekomen, moet worden uitgegaan van de volgende tussen partijen vaststaande feiten.

beslissing klacht Kl 9/2011                                                          pagina 2

1.      Klager heeft in september 2011 aan de toen nog ten kantore van de notaris werkzame kandidaat-notaris mr. [naam] stukken ter hand gesteld met als opdracht te beoordelen of al dan niet een afkoop van een levensverzekering had plaatsgevonden.

2.      De notaris heeft op 27 december 2011 de arbeidsovereenkomst met die kandidaat-notaris onverwacht en met onmiddellijke ingang beëindigd. Sedertdien is er tussen het kantoor van de notaris en de kandidaat-notaris geen contact meer geweest.

3.      Nadat (naar aanleiding van een klacht van klager) was gebleken dat de kandidaat-notaris geen uitvoering heeft gegeven aan de aan hem verstrekte opdracht, heeft op 4 januari 2011 een bespreking plaatsgevonden tussen de notaris en klager.

4.      Blijkens daarvan opgemaakt en door klager voor akkoord (mede) ondertekend gespreksverslag heeft klager daarbij verklaard dat [naam] hem mondeling heeft meegedeeld, dat naar zijn oordeel het (hem ter beschikking gestelde) dossier mogelijkheden bevatte voor de aansprakelijkstelling van de ‘Goudse Verzekering’, maar dat de door [naam] beloofde schriftelijke weergave en motivering van deze opinie vervolgens nimmer is afgegeven, tot groot ongenoegen van klager. De notaris heeft vervolgens verklaard dat het niet mogelijk is op basis van de bekende gegevens een oordeel te vormen omtrent het gevraagde en dat de casus bovendien uit handen had moeten worden gegeven aan een advocaat. Verder vermeldt het verslag dat de stukken aan klager retour zijn overhandigd.

5.      Door het kantoor van de notaris is in opdracht van klager de aangifte erfbelasting verzorgd ter zake van de nalatenschap van [naam]. Tegen de op basis daarvan opgelegde aanslag hebben klager en zijn broer [naam], als gerechtigden tot die nalatenschap, bezwaar gemaakt op grond van de omstandigheid dat bij de aangifte een eerder gedane schenking over het hoofd is gezien. Het bezwaar tegen de aanslag heeft geleid tot correctie. In de gemaakte vergissing heeft de notaris reden gezien de voor de aangifte erfbelasting in rekening gebrachte kosten aan klager te restitueren.

6.      Tussen klager en de notaris heeft vervolgens correspondentie plaatsgevonden, waarin klager de notaris aansprakelijk stelt voor de door hem als gevolg van de hiervoor door hem vermeende genoemde tekortkomingen geleden schade (door hem begroot op respectievelijk € 2.360 en € 1.088,56), welke aansprakelijkheidsstelling de notaris van de hand heeft gewezen.

4.      Het standpunt van de notaris

Voor zijn standpunt verwijst de notaris naar de uitkomsten van het door klager overgelegde gespreksverslag van 4 januari 2011, welk gesprek op zijn uitnodiging heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een klacht van klager tegen kandidaat-notaris mr. [naam].

Tot zijn verbazing ving klager vervolgens aan zijn kantoor telefonisch en per e-mail te bestoken, waarbij hij hem aansprakelijk stelde en schadevergoeding wenste, aldus de notaris. De notaris stelt dat de door klager vermeend geleden schade blijkbaar bestaat uit de door hem bestede uren aan dossiervorming, bezoeken aan zijn kantoor, reiskosten, telefoonkosten en het voeren van correspondentie, welke kosten volgens de notaris niet voor vergoeding in aanmerking komen. De notaris meent dat klager tracht voordeel te behalen uit de situatie, waaraan hij -de notaris- niet wenst mee te werken, wat hij klager ook duidelijk heeft gemaakt.

Een en ander past naar de mening van de notaris ook in het voorstel van klager, door hem gedaan tijdens de bespreking van 4 januari 2011, om aan hem de kosten van het inschakelen van een advocaat voor zijn geschil met de verzekeringsmaatschappij te betalen, op welk voorstel hij uiteraard niet is ingegaan.

beslissing klacht Kl 9/2011                                                          pagina 3

Wat betreft de kwestie van de aangifte erfbelasting voert de notaris aan

dat in die aangifte, eveneens opgesteld door [naam], blijkbaar abusievelijk geen rekening is gehouden met een reeds eerdere gedane schenking. Als compensatie daarvoor is het destijds voor die aangifte in rekening gebrachte honorarium aan klager terugbetaald. Daarmee is volgens de notaris klager ruimschoots gecompenseerd.

5.      De beoordeling en de gronden daarvoor

Ter beoordeling staat in de eerste plaats of en zo ja, in hoeverre, de notaris in tuchtrechtelijke zin aansprakelijk moet worden gehouden voor de door klager gestelde tekortkomingen van de destijds op het kantoor van de notaris werkzame kandidaat-notaris [naam].

Ofschoon de notaris verantwoordelijkheid draagt voor door zijn medewerkers, waar onder kandidaat-notarissen, verrichte werkzaamheden of voor hun gedragingen en nalaten in het kader van hun functie-uitoefening, gaat die verantwoordelijkheid niet zo ver dat de notaris ook in tuchtrechtelijke zin voor tekortkomingen daarin van met name kandidaat-notarissen aansprakelijk is, te minder nu ook kandidaat-notarissen onder het tuchtrechtelijke regime van de Wet op het notarisambt (Wna) vallen. Zij hebben dan ook een eigen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid.

Voor de door klager gestelde tekortkomingen betrekking hebbend op kandidaat-notaris mr. [naam], voor zijn werkzaamheden en/of nalaten in dienstbetrekking met de notaris, kan de notaris in het licht van vorenstaande daarvan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt.

Ook klagers verwijt betrekking hebbend op de weigering van de notaris alsnog uitvoering te geven aan de door klager aan de genoemde kandidaat-notaris verstrekte opdracht tot onderzoek of al dan niet sprake is van een afkoop van een levensverzekering, treft naar het oordeel van de kamer geen doel.

De met die opdracht gemoeide werkzaamheden zijn ‘buitenwettelijk’ van aard, zodat de notaris met zijn weigering niet in strijd handelt met de in artikel 21 Wna aan hem opgelegde ministerieplicht. Gezien de benaming van Titel III van die wet (De uitoefening van het notarisambt) geldt die ministerieplicht alleen voor de aan de notaris bij wet opgedragen werkzaamheden. Blijkens de parlementaire geschiedenis van deze bepaling (de nota naar aanleiding van het nader verslag) is de notaris voor buitenwettelijke werkzaamheden niet verplicht om zijn ministerie te verlenen.

Hieraan doet niet af de omstandigheid dat ervan uitgegaan moet worden dat de betreffende opdracht door kandidaat-notaris mr. [naam] is aanvaard. Dit heeft plaatsgevonden zonder medeweten van de notaris en dit stond er niet aan in de weg die opdracht alsnog te weigeren en klager voor de uitvoering van de opdracht te verwijzen naar een advocaat. De notaris kan in ieder geval hiervan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt.

Dit laatste geldt evenzeer voor de door [naam] verzorgde foutieve aangifte erfbelasting. De notaris heeft bovendien voor die foutieve aangifte verontschuldigingen aangeboden en de daarvoor in rekening gebrachte kosten aan klager gerestitueerd. Dat klager zelf ervoor heeft gekozen de gemaakte fout door een ander dan door het kantoor van de notaris te doen herstellen, moet voor zijn rekening worden gelaten.

beslissing klacht Kl 9/2011                                                          pagina 4

Of de notaris voor de door klager gepretendeerde schade (in civielrechtelijke zin) aansprakelijk moet worden gehouden, kan niet ter beoordeling staan van de kamer. Zij mist daartoe de bevoegdheid, aangezien dit is voorbehouden aan de civiele rechter.

Dit alles leidt ertoe dat de klacht ongegrond is.

6. De beslissing

De kamer van toezicht

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 30 maart 2012 door mrs. H.C. Naves, voorzitter, C. Wallis, J. Kos en L.J.M. Teunissen, allen leden, en drs. M. Scherphof, plaatsvervangend lid, in tegenwoordigheid van A.C.L.M. de Jong, secretaris, en in het openbaar uitgesproken.

--

Voor eensluidend afschrift,

de secretaris van de kamer van toezicht over de notarissen

en kandidaat-notarissen te Breda.

Tegen deze beslissing kan binnen 30 dagen na de dag van verzending van de brief waarbij de beslissing is toegezonden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam )