ECLI:NL:TNOKARN:2012:7 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2012/26
ECLI: | ECLI:NL:TNOKARN:2012:7 |
---|---|
Datum uitspraak: | 01-11-2012 |
Datum publicatie: | 25-07-2013 |
Zaaknummer(s): | 07.831/2012/26 |
Onderwerp: | Overig |
Beslissingen: | Klacht niet-ontvankelijk |
Inhoudsindicatie: | De klacht is door de voorzitter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat klagers in september 2012 over een akte uit september 1993, en aldus te laat, hebben geklaagd. |
KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-
NOTARISSEN TE ARNHEM
Kenmerk: 07.831/2012/26
Beslissing van de voorzitter van de Kamer van Toezicht te Arnhem op de klacht van
[…] en […]
wonende te […],
klagers,
tegen
[…]
oud-notaris te […],
Partijen zullen verder klagers en de notaris worden genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- een brief met bijlagen van klagers van 22 september 2012.
2. De feiten
Klagers stellen dat zij op 22 augustus 1993 een koop-/aannemingsovereenkomst en een beheerovereenkomst hebben getekend met Stichting Bewonersbelangen [B]. Precies één maand later is de notariële akte van levering gepasseerd.
3. De klacht
De voorzitter begrijpt dat de klagers de notaris verwijten dat de notaris namens de stichting heeft getekend, hoewel hij daartoe niet was gevolmachtigd, dat in de akte niet staat vermeld dat de notaris namens de stichting tekent, dat er geen notarisstempel op de akte staat, dat onduidelijk is in welke hoedanigheid de notaris heeft getekend, in privé of in functie als notaris, en dat de notaris de juiste identiteit van de twee volmachtgevers in de akte niet heeft geverifieerd.
4. De beoordeling van de klacht
4.1 Ingevolge het bepaalde in artikel 99 lid 2 Wet op het Notarisambt is de voorzitter van de Kamer bevoegd na een summier onderzoek de klacht terstond bij een met redenen omklede beslissing af te wijzen indien hij van oordeel is dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk, dan wel kennelijk ongegrond is of van onvoldoende gewicht.
Ingevolge het bepaalde in artikel 99 lid 12 van de Wet op het Notarisambt kan een klacht slechts worden ingediend gedurende drie jaren na de dag waarop de tot klacht gerechtigde van het handelen of nalaten van een notaris of kandidaat-notaris dat tot tuchtrechtelijke maatregelen aanleiding kan geven kennis heeft genomen.
4.2 De voorzitter overweegt in verband met die bepalingen het volgende.
Op grond van de uitspraak van 27 januari 2009 van de notariskamer van het Gerechtshof te Amsterdam onder nummer 200.005.757.01/NOT (LJN: BH1259) vangt bedoelde vervaltermijn van drie jaar aan zodra een klager kennis draagt van het handelen of nalaten van een notaris.
4.3 De voorzitter is van oordeel dat in het onderhavige geval de vervaltermijn in ieder geval in september 1993 is gaan lopen, uiterlijk op het moment van het passeren van de notariële akte. Nu klagers hun klacht pas bij brief van 22 september 2012 bij de Kamer van Toezicht hebben ingediend, moet de hiervoor genoemde termijn van drie jaren op grond van artikel 99 lid 12 Wet op het Notarisambt als verstreken worden beschouwd.
4.4 De voorzitter acht de klacht daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
5. De beslissing
De voorzitter van de Kamer van Toezicht verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen, plaatsvervangend voorzitter, op 1 november 2012.