ECLI:NL:TNOKALM:2012:YC0882 Kamer van toezicht Almelo 02 12 Wna

ECLI: ECLI:NL:TNOKALM:2012:YC0882
Datum uitspraak: 08-11-2012
Datum publicatie: 21-11-2012
Zaaknummer(s): 02 12 Wna
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Gelet op een vonnis van de rechtbank diende de akte van levering ook zonder medewerking van klager te worden gepasseerd. De notaris heeft in de omstandigheid dat de juridisch adviseur van de voormalige echtgenote van klager verbonden is aan het kantoor van de notaris terecht aanleiding gezien de afhandeling over te dragen aan een andere notaris. Voor de overdracht van de ID-gegevens en het e-mailadres van klager had de notaris in dit geval instemming van klager moeten vragen. De klacht is gegrond zonder oplegging van een maatregel. 

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE ALMELO

 

Klachtzaak 02 12 Wna 

                        UITSPRAAK

inzake:                < klager> ,

wonende te      <plaats>,

                             klager;

tegen:                  <notaris> ,

                             notaris te <plaats>,

                             hierna te noemen de notaris.

1           Verloop van de procedure

Op 29 februari 2012 heeft klager via de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie te Den Haag een klacht ingediend tegen de notaris bij de Kamer van Toezicht over notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Almelo, hierna te noemen de kamer. De notaris heeft zich verweerd bij schrijven van 22 maart 2012. Vervolgens heeft klager bij brief met de datum 1 januari 2012, door de kamer ontvangen op 16 april 2012, gerepliceerd en is door de notaris op 17 april 2012 gedupliceerd.

De klachtzaak is ter zitting van 24 oktober 2012 behandeld. Klager is in persoon verschenen. De notaris is eveneens in persoon verschenen.  

 

2        Toetsingskader

In deze klachtzaak dient te worden beoordeeld of de notaris heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in de Wet op het notarisambt (Wna).

3                 Feiten

Gelet op hetgeen klager en de notaris over en weer hebben verklaard en op basis van door hen overgelegde stukken, gaat de Kamer uit van de volgende feiten.

Klager is in algehele gemeenschap van goederen gehuwd geweest met <A> . Het huwelijk is door echtscheiding ontbonden op 13 februari 2004.

De voormalige echtelijke woning te <plaats> en de op die woning rustende hypotheekschuld is aan klager toebedeeld bij vonnis van de rechtbank Almelo van 18 maart 2009.

In het vonnis is onder meer bepaald dat indien klager weigert mee te werken aan de toebedeling van de woning, dit vonnis in de plaats zal treden van de voor het passeren van de akte van levering vereiste wilsverklaring van de man.

<A>  heeft de notaris gevraagd een akte van verdeling op te stellen conform meergenoemd vonnis.

De notaris heeft klager een akte in concept toegezonden. Klager en <A>  hebben op basis daarvan geen overeenstemming kunnen bereiken. De notaris heeft daarop, vanwege belangenverstrengeling met de advocaat van <A>, haar kantoorgenoot, haar werkzaamheden beëindigd en aan < B>, notaris te <plaats>, gevraagd het nodige te doen.

Op 2 februari 2012 heeft notaris <B> een akte van verdeling gepasseerd waarbij ter uitvoering van het vonnis van 18 maart 2009, zonder medewerking van klager, de woning te <plaats> en de hypothecaire schuld aan klager toebedeeld.

  4     Standpunten

Zakelijk en samengevat weergegeven komt de klacht er op neer dat klager van mening is dat de notaris mede verantwoordelijk is voor de moeilijke situatie waarin hij zich bevindt. Klager noemt in dit verband dat de notaris zijn e-mailadres niet had mogen doorgeven aan notaris <B>. Daarmee is zijn privacy geschonden. Naar de mening van klager zijn ook zijn persoonlijke gegevens (ID-gegevens) ten onrechte door de notaris per e-mail verstrekt aan <B>. Klager geeft in dit verband aan dat het naar zijn mening niet juist is dat de notaris zijn rijbewijs gegevens aan <B> heeft verstrekt, waardoor deze gegevens in de akte van levering zijn opgenomen.

Bovendien trekt klager de onpartijdigheid van de notaris in twijfel. Zij heeft zich weliswaar teruggetrokken uit de zaak, maar vervolgens wel haar vroegere kantoorgenoot <B> ingeschakeld.

De notaris stelt zich op het standpunt dat zij ten dezen correct heeft gehandeld. De notaris wijst op de wettelijke mogelijkheid voor een notaris om eigen onderzoek ter zake van identificatie achterwege te laten als identificatie al heeft plaatsgevonden door een andere notaris. Daarbij, zo stelt de notaris, heeft zij de plicht om de identificatie gegevens en bescheiden inzake de identiteit van een cliënt onverwijld ter beschikking te stellen aan de notaris bij wie zij bedoelde cliënt introduceert.

Voor zover het gaat om het e-mailadres van klager heeft de notaris aangegeven dat zij meer dan eens van klager heeft gehoord dat hij geen aangetekende post wenst te ontvangen en dat hij per e‑mail wil corresponderen. Notaris <B> is daarover geïnformeerd door de notaris.

In zijn repliek legt klager uit hoe de contacten met de notaris zijn verlopen. Naar zijn mening heeft hij duidelijk aangegeven dat hij wel wilde komen om de akte van levering te tekenen, maar dan moesten er nog wel enkele punten worden aangepast. Dat zou de notaris nog bespreken met de advocaat van zijn voormalige echtgenote. Voor dat soort communicatie zou gebruik worden gemaakt van e-mailverkeer. Vervolgens heeft klager uitvoerig uitgelegd op welke wijze hij naar zijn mening is gedupeerd door de akte die door notaris <B> is gepasseerd.

5       Overwegingen

Ingevolge artikel 98, eerste lid, Wna zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

Op basis van hetgeen partijen over en weer, laatstelijk ter zitting, hebben aangevoerd constateert de Kamer dat eiser van mening is dat de notaris zijn e-mailadres en zijn ID-gegevens ten onrechte aan notaris <B> heeft verstrekt. Daarbij heeft klager zijn klacht ter zitting uitgebreid. Klager heeft aangevoerd dat nu de notaris <B> heeft ingeschakeld, zij verplicht was aan deze notaris de akte te verstrekken die reeds in concept was opgesteld. Over deze akte bestond volgens klager overeenstemming.

Met betrekking tot het laatste ter zitting aangevoerde klachtonderdeel heeft de notaris verklaard dat zij de door klager bedoelde akte aan notaris <B> heeft doen toekomen. De kamer heeft geen aanleiding om aan te nemen dat deze verklaring niet juist is. Aldus bestaat er naar het oordeel van de Kamer geen belang bij verdere behandeling van dit klachtonderdeel. Dit onderdeel van de klacht is daarom niet-ontvankelijk.

Dat geldt ook voor zover klager de inhoud van de door <B> opgestelde akte ter discussie stelt en de notaris daarvoor verantwoordelijk houdt. Van belang is dat <B> als notaris een eigen verantwoordelijkheid heeft. Het is de Kamer ambtshalve bekend dat een klacht van klager die daarover handelt door de Kamer van Toezicht te Arnhem in behandeling is genomen. Bij uitspraak van 23 augustus 2012 is die klacht ongegrond verklaard.

De Kamer merkt hierbij ten overvloede op dat klager het idee lijkt te hebben dat indien de notaris er niet toe over was gegaan om notaris <B> in te schakelen, de hem niet welgevallige akte niet zou zijn gepasseerd. Naar het oordeel van de Kamer miskent klager daarmee dat elke notaris zou hebben moeten handelen conform het door <A> verkregen vonnis van de rechtbank Almelo van 18 maart 2009. Immers, in dat vonnis is bepaald dat indien klager niet meewerkt aan de akte van levering, de akte zonder medewerking van klager dient te worden gepasseerd.

Voor zover het gaat om het inschakelen van < B > en het daarbij verstrekte e-mailadres en de verstrekte ID-gegevens overweegt de Kamer als volgt.

Op basis van een verzoek van <A > en in overleg met klager heeft de notaris een akte in concept opgesteld. Op enig moment heeft de notaris echter vastgesteld dat klager wijzigingen voorstond waar <A> niet mee akkoord zou gaan. Dat heeft er toe geleid dat de notaris moest beslissen of zij met inachtneming van genoemd vonnis van 18 maart 2009 een akte zou passeren zonder medewerking van klager. Naar het oordeel van de Kamer heeft de notaris op dat moment vanuit de juiste professionele houding van belang geacht dat de juridisch adviseur van <A> is verbonden aan het kantoor van de notaris. D e notaris heeft willen voorkomen dat van belangverstrengeling sprake zou zijn. Anders dan klager, is de Kamer van oordeel dat dit voor de notaris terecht heeft geleid tot de slotsom dat de afhandeling moet worden overgedragen aan een andere notaris.

Met betrekking tot de overdracht aan een andere notaris heeft de notaris terecht gesteld dat daarbij zoveel mogelijk relevante informatie moet worden gevoegd. Echter uit hetgeen partijen hebben aangevoerd blijkt dat de notaris haar keuze om over te dragen wel met <A> heeft besproken, maar niet met klager. Naar het oordeel van de Kamer heeft de notaris ten onrechte niet eerst aan klager gevraagd of ook hij kon instemmen met overdracht aan een andere notaris. Daarbij diende dan ook te worden aangegeven om welke gegevens het zou gaan. Het voorgaande wil niet zeggen dat de notaris niet mocht stoppen zonder de instemming van klager. Echter zonder instemming van klager was het niet aan de notaris maar aan <A>  om een andere notaris in te schakelen en die notaris van de nodige informatie te voorzien.

Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de klacht gegrond is voor zover klager niet is gekend in de overdracht aan notaris <B> en klager niet heeft ingestemd met een overdracht van ID-gegevens en e-mailadres.

Op de gegrondverklaring van een onderdeel van de klacht past in beginsel een tuchtrechtelijke reactie. Naar het oordeel van de Kamer bestaat er echter in dit geval geen aanleiding om een maatregel op te leggen. In dit verband is van belang dat het gaat om een formele constatering. Van enig oorzakelijk verband tussen de handelwijze van de notaris en hetgeen eiser heeft willen voorkomen, namelijk het passeren van een akte zoals die is gepasseerd, is geen sprake. Immers, ook indien de notaris in het geheel niet zou hebben gehandeld, dan zou <A> zich tot een andere notaris hebben gewend onder overlegging van de nodige informatie.

Beslist wordt derhalve als volgt.

6           Beslissing

De kamer van toezicht over de notarissen en de kandidaat-notarissen te Almelo

-        verklaart de klacht gegrond voor zover klager niet is gekend in de overdracht aan notaris <B> en klager niet heeft ingestemd met een overdracht van ID-gegevens en e-mailadres;

-        legt de notaris ter zake hiervan geen tuchtmaatregel op;

-        verklaart de klacht voor het overige niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J. Jue, plaatsvervangend voorzitter, mr. G. van Eerden, A. Roesink, mr. H.W.C. Spijkerboer en mr.  B.F. Wesseling, leden en door de plaatsvervangend voorzitter in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman als secretaris in het openbaar uitgesproken op 8 november 2012.

De secretaris,                                                                           De voorzitter, plaatsvervangend,