ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2279 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 105/2012

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG2279
Datum uitspraak: 02-08-2012
Datum publicatie: 02-08-2012
Zaaknummer(s): 105/2012
Onderwerp: Onheuse bejegening
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Raadkamerbeslissing. Klacht tegen orthopedisch chirurg. Klager verwijt hem dat hij tegen hem heeft gezegd waarom springt u niet van een flatgebouw af en pleegt u zelfmoord dan bent u overal vanaf.Klager heeft de excuses die verweerder hem daarvoor heeft aangeboden niet geaccepteerd, omdat verweerder beter had moeten weten. Klacht niet-ontvankelijk, omdat het klaagschrift niet voldoet aan de eisen..

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 2 augustus 2012 naar aanleiding van de op 2 mei 2012 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , wonende te B,

k l a g e r

-tegen-

C , orthopedisch chirurg, werkzaam te D,

bijgestaan door mr. L. Fedder verbonden aan VvAA rechtsbijstand te Utrecht,

v e r w e e r d e r

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift met de bijlage;

- het verweerschrift;

- de brief repliek met de bijlagen;

- de brief namens verweerder van 6 juni 2012 met de bijlagen;

- de brief namens klager van 18 juni 2012.

Partijen hebben afgezien van de hun geboden mogelijkheid om te worden gehoord in het kader van het vooronderzoek.

2. DE FEITEN

Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Op 15 februari 2012 heeft verweerder klager, op verzoek van de heer E, arts, als medisch adviseur verbonden aan F, gezien in het kader van een orthopedische expertise in het kader van de afhandeling van een letselschadezaak na een bedrijfsongeval.

Verweerder heeft daarbij het medisch dossier van klager, zoals dat hem ter beschikking was gesteld door de medisch adviseur, als leidraad genomen. Naar aanleiding van de door verweerder daaruit aangehaalde feiten is het gesprek geëscaleerd.

Op 6 april 2012 schrijft verweerder aan E:

“Op uw verzoek zie ik de heer A voor orthopedische expertise. Gedurende dit onderhoud is helaas door mij een niet professionele opmerking gemaakt, waarvoor ik mij tegenover betrokkene heb geëxcuseerd. De verstandhouding was hierdoor echter zodanig verstoord, dat geen vervolg van het onderhoud kon plaatsvinden, hetgeen ik zeer betreur. Zodoende heb ik onvoldoende inzicht kunnen vergaren om tot een goed oordeel te kunnen komen.”

Namens klager is desgevraagd bij brief van 18 juni 2012 aan het college bericht dat klager geen toestemming geeft het medisch dossier aan het college te sturen.

3. HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT

Klager verwijt verweerder -zakelijk weergegeven- dat hij tegen hem heeft gezegd waarom springt u niet van een flatgebouw af en pleegt u zelfmoord dan bent u overal vanaf. Verweerder heeft wel excuses aangeboden maar die heeft klager niet geaccepteerd omdat verweerder beter had moeten weten. In het dossier van klager staat namelijk dat klager enkele jaren met zelfmoordgedachten heeft rondgelopen.

4. HET STANDPUNT VAN VERWEERDER

Verweerder voert -zakelijk weergegeven- aan dat hij inziet dat een door hem gemaakte opmerking niet op zijn plaats was. Hij heeft hiervoor reeds herhaaldelijk zijn excuses aangeboden. Verweerder verzoekt bij de beoordeling van zijn beroepsmatig handelen rekening te houden met de in het verweerschrift genoemde feiten en omstandigheden.

5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

Op grond van artikel 65 lid 2 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) in samenhang met artikel 4 van het Tuchtrechtbesluit BIG (Tuchtrechtbesluit) moet het klaagschrift voldoen aan de in dat besluit genoemde eisen.

Zo dient het klaagschrift de klacht te bevatten en de feiten en gronden waarop deze berust. Voor de boordeling van de klacht is het noodzakelijk dat het college kennis kan nemen van het medisch dossier. Gesteld wordt immers dat het gesprek is geëscaleerd naar aanleiding van door verweerder uit dat dossier aangehaalde feiten. Verder wordt verweerder het maken van de betreffende opmerking verweten omdat hij op grond van het dossier had kunnen weten dat klager enkele jaren met zelfmoordgedachten heeft rondgelopen. De onderbouwing van de klacht is dan ook onvoldoende nu het medisch dossier ontbreekt.

Op grond van artikel 5 van het Tuchtrechtbesluit is klager in de gelegenheid gesteld de gebreken in het klaagschrift te herstellen en is aan klager verzocht toestemming te geven om zijn medisch dossier aan het college ter beschikking te stellen. Bij brief van 18 juni 2012 heeft mr. W.J.L. van Santen, verbonden aan LetselPro, de secretaris van het college namens klager echter laten weten dat klager die toestemming niet aan het college verleent.

Klager heeft derhalve de gebreken in het klaagschrift niet of onvoldoende hersteld en stelt daarmee het college niet in staat de klacht volledig te beoordelen.

Op grond van artikel 66 lid 4 Wet BIG dient hij dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht.

6. DE BESLISSING

Het college verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, M.D. Klein Leugemors en J.M. Komen, leden-geneeskundigen, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 2 augustus 2012 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.

voorzitter

secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.