ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG2376 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1215a

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG2376
Datum uitspraak: 29-10-2012
Datum publicatie: 29-10-2012
Zaaknummer(s): 1215a
Onderwerp: Niet of te laat verwijzen
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie: Huisarts wordt verweten dat hij de buik van klager onvoldoende heeft onderzocht en heeft verzuimd klager naar het ziekenhuis door te verwijzen. Het college oordeelt dat nu verweerder onvoldoende aantekening in het dossier heeft gemaakt niet aannemelijk is geworden dat het onderzoek adequaat is geweest. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

Uitspraak: 29 oktober 2012

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 27 januari 2012 binnengekomen klacht van:

A

wonende te B

klager

tegen:

C

huisarts

werkzaam te B

verweerder

gemachtigde mw. mr. A.C.I.J. Hiddinga te Amsterdam

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift en de aanvullingen daarop

-         het verweerschrift

-         de repliek

-         de dupliek.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 19 september 2012 behandeld. Partijen waren aanwezig,    verweerder bijgestaan door zijn gemachtigde.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

In de avond van 3 mei 2007 wendde klager zich tot de huisartsenpost, nadat hij die middag al bij zijn huisarts was geweest wegens hevige buikklachten na het eten van cornflakes. Verweerder heeft als dienstdoende arts bij klager een anamnese afgenomen, hij heeft hem onderzocht en hem geadviseerd uit te zieken. In het medisch dossier heeft verweerder vermeld:

(S) (BOE) Sinds gisteren erg veel pijn in de buik, gisteren naar ha geweest- even aankijken, T?, voelt warm, geen medicatie, drinkt veel, is misselijk, eet niet, ontlasting normaal, plassen is pijnlijk.

(O) (CMA) foetr ex ore rode keel passend bij pharingitis buik geen defense matig ziek temp 37.8 rt gb

Op 5 mei 2007 werd klager opgenomen in het ziekenhuis met een trombose; klager is bijna twee maanden opgenomen geweest en heeft tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis een darmoperatie ondergaan.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Verweerder had klager moeten onderzoeken en naar het ziekenhuis moeten doorsturen. Klager was bijna dood geweest. Verweerder heeft de buik niet gevoeld; hij heeft alleen zijn vinger in de anus gestoken. Hij heeft niet geluisterd met de stethoscoop.

4. Het standpunt van verweerder

In de avond van 3 mei 2007 was het niet druk op de huisartsenpost, maar verweerder had wel een moeilijke avond door een vervelend voorval dat plaatsvond kort voor het consult met klager. Dat heeft echter geen invloed gehad op het onderzoek van klager. Verweerder heeft het nodige onderzoek verricht. Zo heeft hij de temperatuur gemeten, met een spatel de keel van klager onderzocht, de buik gepalpeerd en een rectaal toucher verricht. Het onderzoek gaf  geen aanwijzing voor een doorverwijzing.

Misschien had het onderzoek in het dossier beter beschreven kunnen worden.

Ter zitting heeft verweerder nog naar voren gebracht dat de auscultatie niet is beschreven omdat hij geen afwijkingen vond.

5. De overwegingen van het college

Een volledig en adequaat onderzoek van de buik van klager had moeten omvatten het palperen, het percuteren, het ausculteren en het inspecteren van de buik. Klager betwist gemotiveerd dat een dergelijk onderzoek heeft plaatsgevonden en dan ligt het op de weg van verweerder om het onderzoek aannemelijk te maken. Het is dan voldoende als verweerder daaromtrent aantekening in het dossier heeft gemaakt, maar de aantekeningen van verweerder zijn onvoldoende. Uit de aantekeningen (“geen defense”)  kan immers slechts worden afgeleid dat verweerder heeft gepalpeerd maar verweerder heeft in ieder geval het percuteren en ausculteren niet aannemelijk kunnen maken.

Dit betekent dat het college ervan uit moet gaan dat het onderzoek onvoldoende is geweest.

In zoverre is de klacht daarom gegrond.

Dat er aan de hand van zijn onderzoek, ofwel bij een volledig onderzoek, voor verweerder gronden waren geweest om klager door te verwijzen, is niet komen vast te staan, zodat in zoverre de klacht zal worden afgewezen.

Het college zal een waarschuwing opleggen omdat dit naar zijn oordeel een passende maatregel is.

6. De beslissing

Het college:

-         verklaart de klacht deels gegrond, als hiervoor omschreven en legt verweerder ter zake een waarschuwing op;

-         wijst de klacht voor het overige af.

Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven als voorzitter, P.A.B. Beker en H.J. Weltevrede als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2012 in aanwezigheid van de secretaris.