ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG2200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 11164c
ECLI: | ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG2200 |
---|---|
Datum uitspraak: | 05-07-2012 |
Datum publicatie: | 05-07-2012 |
Zaaknummer(s): | 11164c |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | Ongegrond/afwijzing |
Inhoudsindicatie: | Huisarts is adequaat opgetreden door de echtgenoot van klaagster direct te laten opnemen na constatering van desoriëntatie en meningeale prikkeling. Van een spottend gedrag van de huisarts is niet gebleken. Klacht ongegrond. |
Uitspraak: 5 juli 2012
HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
TE EINDHOVEN
heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 19 oktober 2011 binnengekomen klacht van:
A
wonende te B
klaagster
gemachtigde C
tegen:
D
huisarts
werkzaam en wonende te B
verweerder
gemachtigde ter zitting: mr. L Fedder te Utrecht
1. Het verloop van de procedure
Het college heeft kennisgenomen van:
- het klaagschrift
- het verweerschrift
- de repliek
- de dupliek
- een brief met bijlage d.d. 19 mei 2012.
Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.
De klacht is ter openbare zitting van 4 juni 2012 behandeld, gezamenlijk doch niet gevoegd met de zaken 1164a en 1164b. Partijen waren aanwezig, klaagster bijgestaan door E en verweerder bijgestaan door zijn gemachtigde.
2. De feiten
Het gaat in deze zaak om het volgende:
De echtgenoot van klaagster, hierna te noemen ‘de patiënt’, bezoekt op dinsdag 26 juli 2011 het spreekuur van zijn huisarts met pijn in zijn rechteroor. De huisarts vindt bij onderzoek een nattend rechteroor met belletjes en een kloppend trommelvlies. Zij stelt de diagnose otitis externa en schrijft Polymyxine b oordruppels voor. Woensdag 27 juli belt klaagster de praktijk. Zij vertelt dat haar man veel pijn heeft, waarop de doktersassistente adviseert paracetamol in te nemen. Donderdagmorgen 28 juli belt klaagster weer met de praktijk over oorpijn en hoofdpijn van haar man. Een andere huisarts legt een spoedvisite af en bevestigt de diagnose otitis externa. In verband met koorts en pijn schrijft hij orale antibiotica (Augmentin) voor en Morfine supp. tegen de pijn. Diezelfde avond belt de dochter, waarna een vervanger een huisbezoek aflegt en twee injecties geeft tegen de pijn (Diclofenac en Morfine). Naar aanleiding van een telefoontje van klaagster op vrijdag 29 juli bezoekt de eigen huisarts de patiënt thuis om 14.45 uur. Zij adviseert, na onderzoek en na overleg met de KNO-arts van de patiënt, om de werking van de antibiotica af te wachten. Naar aanleiding van een telefoontje van de dochter legt verweerder samen met een coassistent ’s avonds om 22.45 uur een huisbezoek af. De coassistent en verweerder concluderen bij het kin op de borst leggen een meningeale prikkeling. Ook is de patiënt gedesoriënteerd. Besloten wordt om de patiënt op te laten nemen. Na onderzoek in het ziekenhuis ( o.a. CT-scan) blijkt dat sprake is van een cerebraal otogeen abces. De patiënt heeft nu, bijna een jaar later, nog last van de volgende restverschijnselen: doofheid aan het rechteroor, een verlamming aan de rechterzijde van het lichaam en een zeer kort geheugen.
3. Het standpunt van klaagster en de klacht
Klaagster verwijt verweerder dat hij eerder had moeten luisteren naar de klachten van de patiënt en de aanwijzingen hadden moeten volgen, vooral omdat hij 10 jaar geleden kanker heeft gehad in zijn neusholte. Klaagster verwijt verweerder tevens een spottende houding te hebben ingenomen tijdens het huisbezoek in de avond van 29 juli.
4. Het standpunt van verweerder
Verweerder vindt het vervelend hoe de ziekte bij de patiënt is verlopen, maar meent dat hij medisch correct heeft gehandeld door de patiënt op te laten nemen. Hij bestrijdt dat hij de patiënt bespottend heeft toegesproken .
5. De overwegingen van het college
Het college acht klaagster ontvankelijk als direct belanghebbende, omdat aangenomen wordt dat de patiënt, voorzover hij de klacht begrijpt, achter de klacht staat en voorzover hij het niet begrijpt klaagster namens hem mag optreden.
Het college constateert dat verweerder in de avond van 29 juli adequaat is opgetreden door de patiënt, toen hij constateerde dat deze gedesoriënteerd was en bij hem zowel door de coassistent als door verweerder zelf een meningeale prikkeling werd waargenomen, direct te laten opnemen.
De enkele verklaring van klaagster dat verweerder zich spottend heeft gedragen is onvoldoende om dat aan te nemen. Verweerder ontkent dat hij dit heeft gedaan en andere verklaringen of stukken die het standpunt van klaagster ondersteunen, zijn niet voorhanden.
Ten slotte kan niet worden geconstateerd dat de aandoening waarvoor verweerder is opgenomen een relatie heeft met de tumor in de neusholte, waarvoor hij negen jaar eerder behandeld is.
Op grond van het voorgaande zal de klacht als ongegrond worden afgewezen.
6. De beslissing
Het college:
- wijst de klacht af.
Aldus beslist door mr. A.C. Oosterman-Meulenbeld als voorzitter, mr. H.P.H. van Griensven als lid-jurist, J.D.M. Schelfhout, M.F.J.M. Broekman en L. Relik-van Wely als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2012 in aanwezigheid van de secretaris.