ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2273 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/074T

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2273
Datum uitspraak: 31-07-2012
Datum publicatie: 31-07-2012
Zaaknummer(s): 2011/074T
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie:   De klacht houdt in dat de tandarts is tekortgeschoten in de tandheelkundige zorg die klaagster van haar mocht verwachten. Afwijzing

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE AMSTERDAM

Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 11 maart 2011 binnengekomen klacht van:

A,

wonende te B

k l a g e r,

tegen

C,

tandarts,

Wonende en werkzaam te D,

v e r w e e r s t e r,

gemachtigde mr. W.H. Bouman, advocaat te Amsterdam.

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-                     het klaagschrift;

-                     het aanvullende klaagschrift met de bijlage;

-                     het verweerschrift met de bijlage;

-                     de repliek;

-                     de dupliek;

-                     de brief van E, binnengekomen op 3 november 2011;

-                     de correspondentie betreffende het vooronderzoek;

-                     de brief van de gemachtigde van verweerster, binnengekomen op 15 maart 2012;

-                     het proces-verbaal van het op 19 april 2012 gehouden verhoor in het kader van het vooronderzoek;

-                     de brief van mr. A.C. Kool, advocaat te Amsterdam en raadsman van E, met de bijlagen, binnengekomen op 22 mei 2012.

De klacht is ter openbare terechtzitting van 5 juni 2012 behandeld. Partijen waren aanwezig. Verweerster werd vertegenwoordigd door mr. W.H. Bouman, advocaat te Amsterdam. Mr. Bouman voornoemd heeft een toelichting gegeven, mede aan de hand van de ter terechtzitting op het beeldscherm getoonde digitale röntgenfoto’s van het gebit van klager, die gelijk waren aan de bij de stukken gevoegde geprinte versies van die röntgenfoto’s.

2. De feiten

Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan:

2.1. Klager is patiënt bij F tandartsenpraktijk BV, geleid door E en F. Verweerster is van 2 december 2002 tot en met 30 juni 2010 als tandarts in deze praktijk werkzaam geweest en is vanaf 2003 de behandelend tandarts van klager geweest.

2.2. Medio augustus 2010 is klager door een andere tandarts behandeld in verband met ernstige klachten aan zijn tandvlees. Hij is toen verwezen naar een mondhygiëniste.

3. De klacht en het standpunt van klager

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster:

3.1.            te weinig heeft gedaan om tandvlees klachten van klager te constateren en te verhelpen. Hierdoor is het tandvlees van klager teruggetrokken en heeft hij blijvende schade opgelopen aan zijn gebit. Er is volgens klager sprake van angulair botverlies;

3.2.            klager ten onrechte niet heeft verwezen naar een mondhygiëniste.

4. Het standpunt van verweerster

Verweerster heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Daarbij heeft zij aangevoerd dat zij klager steeds de noodzaak van stokeren, flossen en interdentale reiniging heeft uitgelegd en klager ook instructie heeft gegeven en heeft voorgedaan hoe een en ander gedaan moet worden. Verder heeft verweerster opgemerkt dat klager zelf heeft aangegeven dat hij niet wilde dat de gebitsreiniging door een mondhygiëniste gedaan zou worden.

5. De overwegingen van het college

5.1      Ter toetsing staat of verweerster bij het beroepsmatig handelen ten opzichte van klaagster buiten de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is getreden, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2.  Het college stelt voorop dat in de loop van deze procedure niet het volledige tandheelkundig dossier van klager is overgelegd. Dat belemmert een juiste beoordeling van het handelen van verweerster. Nu verweerster ter zake van het overleggen van gegevens afhankelijk is van de medewerking van haar voormalig werkgever, die op verzoek van verweerster geen gegevens heeft verstrekt en die in de loop van deze procedure op verzoek van het college slechts een deel van de beschikbare gegevens heeft toegestuurd, kan de afwezigheid alle benodigde informatie verweerster niet worden tegengeworpen.

5.3.   Uit het thans bekende deel van de verslaglegging van verweerster, die overigens nogal summier is, blijkt dat zij in ieder geval in 2009 en 2010 aandacht heeft besteed aan de verzorging van het tandvlees van en door klager. Het college heeft in deze verslaglegging geen aanknopingspunten gevonden voor de stelling dat verweerster eerder en meer activiteiten had moeten ontplooien met betrekking tot de verzorging van het tandvlees van klager. Daarbij wijst het college erop dat partijen van mening verschillen over de vraag of de verzorging van het tandvlees en een eventuele verwijzing naar een mondhygiëniste voor 2009 ter sprake zijn geweest. Onder die omstandigheden kan niet als vaststaand worden aangenomen dat de lezing hieromtrent van klager de juiste is. Verder wijst het college er nog op dat op grond van het feit dat in de zomer van 2010 een tandvleesontsteking is geconstateerd bij klager niet geconcludeerd kan worden dat verweerster tekort geschoten is in de tandheelkundige zorg voor het tandvlees van klager. Een zodanige ontsteking kan door verschillende oorzaken altijd ontstaan.

5.4. Samengevat is het college van oordeel dat er mogelijk sprake is geweest van onvoldoende aandacht en zorg van verweerster voor het tandvlees van klager, maar dat dit vanwege de onvolledigheid van de aangeleverde gegevens niet als vaststaand kan worden aangenomen. De beide klachtonderdelen worden daarom verworpen.  

5.5. De conclusie van het voorgaande is dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is. Verweerster kan met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg worden gemaakt.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af.

Aldus gewezen op 5 juni 2012 door:

mr. T.L. de Vries, voorzitter,

H.C. van Renswoude, F.S. Kroon en E.M.J. Muller leden-beroepsgenoot,

mr. R.P. Wijne, lid-jurist,

mr. J.W. Rouwendal, als secretaris,

en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 31 juli 2012 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.

w.g. T.L. de Vries, voorzitter

w.g. J.W. Rouwendal, secretaris