ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2262 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2010/334T

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2262
Datum uitspraak: 24-07-2012
Datum publicatie: 24-07-2012
Zaaknummer(s): 2010/334T
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie:   De klacht houdt in dat de tandarts is tekortgeschoten in de tandheelkundige zorg die klaagster van haar mocht verwachten. Afwijzing

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE AMSTERDAM

Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 24 september 2010 binnengekomen klacht van:

A,

wonende te B,

k l a a g s t e r,

gemachtigde C,

tegen

D,

tandarts,

wonende te E,

thans werkzaam te F,

v e r w e e r s t e r,

gemachtigde mr. B.J. Mekkelholt, advocaat te Den Helder.

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-                     het klaagschrift met de bijlagen;

-                     de correspondentie tussen G en de voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam;

-                     de brief van verweerster, binnengekomen op 14 maart 2011;

-                     de brief van klaagster, binnengekomen op 8 juni 2011;

-                     het proces-verbaal van het op 23 juni 2011 gehouden verhoor in het kader van het vooronderzoek;

-                     het verweerschrift;

-                     de brief met de bijlage van H, Inspecteur voor de Gezondheidszorg te I, binnengekomen op 8 november 2011;

-                     de correspondentie betreffende het vooronderzoek;

-                     de brief met de bijlage van 10 januari 2012 aan verweerster van H voornoemd;

-                     de brief met de bijlage van (de gemachtigde van) verweerster, binnengekomen op 10 mei 2012;

-                     de brief met de bijlagen van (de gemachtigde van) klaagster, binnengekomen op 14 mei 2012;

-                     de brieven met de bijlagen van (de gemachtigde van) verweerster, binnengekomen op 10 en 16 mei 2012.

De klacht is ter openbare terechtzitting behandeld. Partijen waren aanwezig. Klaagster werd bijgestaan door C voornoemd, die een toelichting heeft gegeven aan de hand van een pleitnota die aan het college en de wederpartij is overgelegd. Verweerster werd bijgestaan door mr. Mekkelholt voornoemd. Voorts was aanwezig J, als getuige meegebracht door verweerster.

2. De feiten

Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan:

2.1 Op 6 oktober 2009 zag verweerster klaagster voor het eerst. In de periode daarna tot en met eind december 2009 heeft klaagster op haar verzoek 12 vullingen in verschillende kiezen laten vervangen door verweerster.

2.2  In het kader van een periodiek preventief onderzoek zag verweerster klaagster op 22 juni 2010 terug. Op de patiëntenkaart –door verweerster overgelegd op 10 mei 2012- staat onder het kopje Notities genoteerd: "26 breuk in vulling, sens+, geen pain –VK 26 nieuwe vulling met cp – preventiev – indien nodig wortelkanalbehandeling later". Verweerster heeft een röntgenfoto van element 26 gemaakt.

2.3 Na een geschil over de huur is verweerster op 5 juli 2010 de toegang tot de praktijk in K ontzegd. Sedert 8 juli 2010 heeft tandarts C voornoemd in de praktijk waargenomen. Op de door haar bij het klaagschrift overgelegde patiëntenkaart staat onder het kopje Notities genoteerd: "(…)  WAARSCHUWING (05-07-2010) afspraak endo bij D  6 juli verplaatst naar 5 aug om 13u (L) en  (24-08-2010) mw heeft vandag afspr bij ta  (M is gamaakt) staat niet op aginda nw afspr is gemaakt". Op 26 augustus 2010 is klaagster vervolgens gezien door tandarts C. Tijdens dit consult zijn de gevoelige elementen met een bonding afgelakt.     

3. De klacht en het standpunt van klaagster

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster 1) een infauste diagnose heeft gesteld met betrekking tot de oorzaak van de pijnklacht van element 26 en 2) voornemens was een onjuiste behandeling aan dit element te starten, te weten een wortelkanaalbehandeling.

4. Het standpunt van verweerster

Verweerster heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.

5. De overwegingen van het college

5.1 Het college stelt het volgende voorop. Ter terechtzitting heeft de gemachtigde van klaagster verzocht de klacht nader te mogen formuleren en uit te breiden, hetgeen door het college niet is gehonoreerd. Bij de beoordeling van de klacht zal het college zich dan ook beperken tot de hiervoor onder 3. weergegeven klacht. 

5.2 Namens klaagster is ter zitting aangevoerd dat verweerster behalve in element 26 voornemens was meerdere wortelkanaalbehandelingen te starten. Voorts heeft zij aangevoerd dat element 26 duidelijk een voldoende randaansluiting mesiaal mist en dat verweerster dit probleem niet heeft opgelost. Dit laatste is een verklaring voor de gevoeligheid van de 26. Na de behandeling –het aflakken met een bonding van de tandhalzen- was van gevoeligheid geen sprake meer. Verweersters advies een wortelkanaalbehandeling in dit element te verrichten, is dan ook onjuist geweest.

Verweerster heeft betwist dat zij meerdere wortelkanaalbehandelingen bij klaagster zou uitvoeren. Zij heeft verklaard dat in eerste instantie in de 26 een nieuwe vulling gemaakt zou worden en dat zij rekening hield met de mogelijkheid later in dit element eventueel een wortelkanaalbehandeling te verrichten. Na het consult op 22 juni 2010 heeft verweerster klaagster niet meer gezien.     

5.3 In de tuchtrechtelijke procedure geldt dat, waar de verklaringen van de partijen tegenover elkaar staan, aan het standpunt van de één niet meer geloof kan worden gehecht dan aan dat van de ander, tenzij uit de verklaringen van anderen dan partijen en/of andere bewijsmiddelen moet worden afgeleid dat één van de partijen het gelijk aan zijn zijde heeft.

5.4 De twee in het geding gebrachte patiëntenkaarten zijn niet gelijk. Dit is merkwaardig, maar uit de inhoud van beide kaarten kan niet worden afgeleid dat verweerster

– zoals klaagster stelt maar verweerster betwist – van plan was om bij klaagster een wortelkanaalbehandeling uit te voeren vanwege de gevoeligheidsklacht aan element 26. Verder is niet eenduidig vast te stellen wat de precieze oorzaak van de klacht geweest zou kunnen zijn. Het is wel aannemelijk dat het aflakken van het element met een bonding de klacht heeft verholpen, maar  het college kan op grond van de aangeleverde stukken geen uitspraak over de juistheid van de diagnose van verweerster doen.

5.5 De conclusie van het voorgaande is dat de klacht in  beide onderdelen ongegrond is.

Verweerster kan met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg worden gemaakt.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af.

Aldus gewezen in raadkamer door:

mr. M. van Walraven, voorzitter,

H.C. van Renswoude, H.C. Teune en M.M.L.F. Smulders, leden-tandarts,

mr. C.E. Polak, lid-jurist,

mr. P. Tanja, als secretaris,

en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 24 juli 2012 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.

w.g. M. van Walraven, voorzitter

w.g. P. Tanja, secretaris