ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2261 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.131

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2261
Datum uitspraak: 24-07-2012
Datum publicatie: 24-07-2012
Zaaknummer(s): c2012.131
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: .

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2012.131 van:

A., tandarts, wonende te B. appellant, verweerder in eerste aanleg, gemachtigde: mr. D. Joeloemsingh, advocaat te Groningen,

tegen

C., wonende te B., verweerster in hoger beroep, klaagster in eerste aanleg, gemachtigde: mr. Y. Kikkert.

1.         Verloop van de procedure

C.- hierna klaagster - heeft op 25 mei 2011 bij het Regionaal Tuchtcollege te Groningen tegen A. - hierna de tandarts - een klacht ingediend. Bij beslissing van 17 januari 2012, onder nummer T2011/09 heeft dat College de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en de inschrijving van de tandarts in het BIG-register geschorst voor de duur van drie maanden onvoorwaardelijk met publicatie van de beslissing.

De tandarts is van die beslissing in beroep gekomen.

2.         Beoordeling van de ontvankelijkheid van het hoger beroep

2.1 Ingevolge het bepaalde in artikel 73 lid 1 van de Wet BIG dient het beroepschrift op straffe van niet-ontvankelijkheid te worden ingediend binnen zes weken na de verzending van de bestreden beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. De bestreden beslissing is bij brief van 17 januari 2012 aan de toenmalige gemachtigde van de tandarts, mr.drs. F. Beenhakker, verstuurd. De tandarts had derhalve tot uiterlijk op

28 februari 2012 de gelegenheid om hoger beroep instellen.

2.2 Namens de tandarts is door de huidige gemachtigde van de tandarts,

mr. Joeloemsingh, hoger beroep ingesteld. Dit beroepschrift is per faxbericht bij het Regionaal Tuchtcollege ingekomen op 2 maart 2012 en op 5 maart 2012 per post. Dit betekent dat het beroepschrift na het verstrijken van de beroepstermijn is ingediend.

2.3 Artikel 73 lid 3 van de Wet BIG bepaalt dat wanneer het beroepschrift na afloop van de beroepstermijn is ingediend, niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege kan blijven indien de indiener van het beroep aantoont dat hij het beroep heeft ingesteld zo spoedig als dit redelijkerwijs kan worden verlangd.

2.4 Het Centraal Tuchtcollege heeft (de gemachtigde van) de tandarts bij brief van

26 april 2012 in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat de tandarts het beroep zo spoedig als dit redelijkerwijs verlangd kon worden, heeft ingesteld. De gemachtigde van de tandarts heeft daarop gereageerd bij brief d.d. 23 mei 2012. Bij brief in gekomen bij Centraal Tuchtcollege op 16 maart 2012 had de tandarts ook reeds op eigen initiatief zelfstandig opgaaf gedaan van zijn redenen voor de overschrijding van de termijn waarbinnen beroep moet worden ingesteld.

2.5 Door (de gemachtigde van) de tandarts is - kort gezegd - aangevoerd dat het niet mogelijk was om binnen de beroepstermijn beroep in te stellen, omdat de tandarts na de zitting van het Regionaal Tuchtcollege te Groningen van 22 november 2011 niet langer werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. Beenhakker en de tandarts voorts te kampen had met (stressgerelateerde) gezondheidsklachten die hem hebben verhinderd om tijdig beroep in te stellen. Ter onderbouwing van deze (stressgelateerde) gezondheidsklachten heeft de tandarts  een tweetal medische verklaringen overgelegd, te weten een schriftelijke verklaring d.d. 10 mei 2012 van D., huisarts van de tandarts, en een schriftelijke verklaring d.d. 21 mei 2012 van E., een huisarts die op verzoek van de tandarts als deskundige een schriftelijke verklaring heeft opgesteld.

2.6 Het Centraal Tuchtcollege is uit de brieven van 15 maart 2012 en 23 mei 2012 noch uit de door de tandarts de overgelegde medische verklaringen gebleken van feiten of omstandigheden die meebrengen dat er sprake is van zodanige bijzondere omstandigheden die aan hem niet kunnen worden toegerekend, dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is. De omstandigheid dat de tandarts na de behandeling van de zaak ter zitting van het Regionale Tuchtcollege te Groningen niet langer werd bijgestaan door een gemachtigde, betekent niet dat de tandarts als gevolg hiervan niet in staat was om tijdig beroep in te (laten) stellen. Dit geldt eens te meer nu de tandarts in zijn brief van 15 maart 2012 heeft aangegeven dat hij door

mr. Beenhakker in het bezit is gesteld van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege d.d. 17 januari 2012 en op de hoogte was van de mogelijkheid om hoger beroep in te (doen) stellen.

De door de tandarts aangevoerde (stressgerelateerde) gezondheidsredenen zijn niet van dien aard dat gezegd kan worden dat de tandarts als gevolg daarvan buiten staat was om tijdig beroep in te (doen) stellen.

2.7 Het voorgaande betekent dat het beroepschrift niet voldoet aan het in artikel 73 lid 1 Wet BIG gestelde vereiste, zodat klaagster op grond van het bepaalde in artikel 74 lid 1 Wet BIG niet-ontvankelijk is in het beroep.

3.         Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verklaart klager niet ontvankelijk in het beroep.

Deze beslissing is gegeven door: mr. A.H.A. Scholten, voorzitter, mr. W.D.H.Asser en

mr. K.E. Mollema, leden-juristen en drs. H.J. van Iterson en prof.dr. A. Vissink, leden- beroepsgenoten en mr. D. Brommer, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van

24 juli 2012.               Voorzitter   w.g.                     Secretaris w.g.