ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2091 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.240.241

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2091
Datum uitspraak: 29-05-2012
Datum publicatie: 06-06-2012
Zaaknummer(s): c2011.240.241
Onderwerp: Onjuiste verklaring of rapport
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: .

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Wrakingskamer

Beslissing op het verzoek tot wraking ingevolge artikel 63 Wet BIG, in de zaken onder nummers C2011.240 en C2011.241 ingediend door:

A.

B., wonende te C., verzoeksters.

1.         Verloop van de procedure

1.1       A. en B. - hierna verzoeksters - hebben op 22 december 2009 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam tegen D. - hierna de gezondheidszorg-psycholoog - een klacht ingediend. Bij beslissing van 15 maart 2011, onder nummer 09/399GZP heeft dat College de klacht deels gegrond verklaard en aan de gezondheidszorgpsycholoog de maatregel van waarschuwing opgelegd. Zowel verzoeksters als de gezondheidspsycholoog zijn van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen en zowel verzoeksters als de gezondheidszorgpsycholoog hebben een verweerschrift in hoger beroep ingediend. De behandeling van de zaken in hoger beroep is aangevangen ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 2 februari 2012, waar zijn verschenen verzoeksters, bijgestaan door mr. S.R. Hankes, jurist te Utrecht, en de gezondheidszorgpsycholoog, bijgestaan door mr. S.F. Tiems, advocaat te Utrecht. Als getuige is gehoord mevrouw E., kinderarts en destijds zaalarts op de afdeling Kindergeneeskunde van het F.. De behandeling van de zaken is tegelijkertijd aangevangen maar niet gevoegd.

1.2       Ter zitting heeft B. aangegeven dat zij de gezondheidszorgpsycholoog zes vragen wilde stellen en het antwoord op die vragen letterlijk opgetekend wil zien in het proces-verbaal van de zitting.

De voorzitter heeft medegedeeld dat het Centraal Tuchtcollege zich voldoende over de beide zaken voorgelicht achtte, maar heeft B., na herhaald verzoek, in de gelegenheid gesteld een van de zes vragen, vraag 5, aan de gezondheidszorgpsycholoog te stellen. De gezondheidszorgpsycholoog heeft de vraag beantwoord.

1.3       Op verzoek van mr. Hankes is de zitting vervolgens kort geschorst. Na hervatting heeft mr. Hankes het verzoek om de zes vragen te stellen en het antwoord daarop letterlijk te doen opnemen in het proces-verbaal van de zitting herhaald. De voorzitter heeft dat verzoek afgewezen. De motivering van de afwijzing is opgenomen in het proces-verbaal van de zitting.

1.4       Mr. Hankes heeft daarop ter zitting de leden van het College van 2 februari 2012 gewraakt, waarna de voorzitter van het College de zitting heeft beĆ«indigd.

1.5       De leden van het College van 2 februari 2012 hebben niet berust in de wraking. De leden van het College hebben afgezien van de mogelijkheid om mondeling door de wrakingskamer te worden gehoord.

1.6       Bij brief van 14 februari 2012, ingekomen bij het Centraal Tuchtcollege op

15 februari 2012, hebben verzoeksters het Centraal Tuchtcollege verzocht om toezending van informatie over de wrakingsprocedure en het proces-verbaal.

1.7       Op deze brief hebben verzoeksters geen reactie ontvangen.

1.8       Bij brief van 27 februari 2012 heeft het Centraal Tuchtcollege het proces-verbaal van de zitting van 2 februari 2012 aan partijen toegezonden. Vervolgens heeft het Centraal Tuchtcollege bij brief van 8 maart 2012 partijen bericht dat de behandeling van het wrakingsverzoek zal plaatsvinden op 29 maart 2012 en verzoeksters uitgenodigd om ter zitting te verschijnen.

1.9       Bij brief van 18 maart 2012, ingekomen bij het Centraal Tuchtcollege op

20 maart 2012, hebben verzoeksters (onder meer) hun verzoek om toezending van informatie over de wrakingsprocedure herhaald, verzocht om toezending van de zittingsaantekeningen van de secretaris van het College van 2 februari 2012 en aangegeven dat zij herziening van het proces-verbaal noodzakelijk achten.

1.10     Bij brief van 26 maart 2012 heeft het Centraal Tuchtcollege verzoeksters verwezen naar het wrakingsprotocol op de website van de tuchtcolleges. Voorts heeft het Centraal Tuchtcollege in deze brief aan verzoeksters bericht dat het proces-verbaal een korte zakelijke samenvatting is van datgene wat ter terechtzitting is verklaard en dat de aantekeningen van de zittingssecretaris uitsluitend voor intern gebruik zijn en derhalve niet aan verzoeksters worden toegezonden.

1.11     Bij brief van 27 maart 2012 tenslotte, ingekomen bij het Centraal Tuchtcollege op 28 maart 2012, hebben verzoeksters laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. Voorts beoogden verzoeksters met deze brief de wrakingsgronden, die naar het oordeel van verzoeksters in het proces-verbaal van de zitting van 2 februari 2012 onvolledig en niet correct zijn weergegeven, te verduidelijken.

1.12     De wrakingskamer van het Centraal Tuchtcollege heeft het verzoek van verzoeksters behandeld ter terechtzitting van 29 maart 2012. Verzoeksters zijn, als aangegeven in voornoemde brief van 27 maart 2012, niet ter terechtzitting verschenen.

2.         Beoordeling van het verzoek tot wraking van de leden van het College ter zitting van 2 februari 2012

2.1       Met betrekking tot de beoordeling van het verzoek tot wraking oordeelt het Centraal Tuchtcollege als volgt.

2.2       Een verzoek tot wraking wordt beoordeeld aan de hand van:

- hetgeen is weergegeven in het proces-verbaal dat is opgemaakt van de zitting waarop het wrakingsverzoek is ingediend,

- hetgeen door de leden van het gewraakte College mondeling ter zitting van de wrakingskamer en/of door middel van een schriftelijke reactie op de wrakingsgrond wordt verklaard,

 - hetgeen door de verzoeker tot wraking ter terechtzitting van de wrakingskamer wordt verklaard.

2.3       Het Centraal Tuchtcollege dat op 2 februari 2012 zitting had heeft bij brief van 26 maart 2012 weliswaar gereageerd op de brief d.d. 18 maart 2012 van verzoeksters, maar niet gereageerd op het verzoek van verzoeksters het proces verbaal van de zitting van 2 februari 2012 aan te passen.

Dit brengt mee dat het het Centraal Tuchtcollege in wrakingskamer niet duidelijk is of hetgeen in het proces-verbaal van de zitting van 2 februari 2012 thans is opgenomen als basis dient te gelden voor de beoordeling van het verzoek tot wraking. Het is immers mogelijk dat het College van 2 februari 2012 het verzoek van verzoeksters tot wijziging van het proces-verbaal van de zitting van 2 februari 2012 honoreert en dat proces-verbaal alsnog herziet.

2.4       Verzoeksters zijn eerst bij brief van 26 maart 2012 door het Centraal Tuchtcollege op de hoogte gesteld van de gang van zaken rondom de wrakingsprocedure. De communicatie van de zijde van het Centraal Tuchtcollege heeft derhalve te wensen overgelaten en deze omstandigheid heeft er, naar verzoeksters in hun brief van 27 maart 2012 aangeven, mede toe geleid dat verzoeksters niet zijn verschenen op de zitting van 29 maart 2012.

2.5               Gelet op de hiervoor onder 2.3 omschreven onduidelijkheid wordt het College van 2 februari 2012 verzocht alsnog te reageren op het verzoek van verzoeksters tot wijziging van het proces verbaal van de zitting van 2 februari 2012 en, wanneer tot herziening van het proces verbaal wordt overgegaan, de gewijzigde versie van het proces-verbaal van de zitting van 2 februari 2012 aan het Centraal Tuchtcollege in wrakingskamer en verzoeksters toe te zenden.

2.6               Het Centraal Tuchtcollege verzoekt het College van 2 februari 2012 voorts om een reactie op de wrakingsgrond als vastgesteld in het - definitieve - proces-verbaal.

Ook daarvan dient een afschrift aan verzoeksters te worden toegezonden.

2.7       Na ontvangst van de onder 2.5 en 2.6 genoemde stukken zal een nadere datum voor de behandeling van het wrakingsverzoek worden bepaald, tegen welke datum en tijdstip verzoeksters en de leden van het Centraal Tuchtcollege van 2 februari 2012 dienen te worden opgeroepen.

2.8       Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.         Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

houdt de behandeling van het ten processe bedoelde wrakingsverzoek aan tot een nader vast te stellen datum en tijdstip ter fine als hiervoor vermeld;

bepaalt dat verzoeksters en de leden van het Centraal Tuchtcollege van 2 februari 2012 tegen die nader bepaalde datum en dat nader bepaalde tijdstip worden opgeroepen.

Deze beslissing is gegeven door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter,

mr. G.P.M. van den Dungen en prof.mr. J.K.M. Gevers, leden-juristen en F.M.M. van Exter en dr. H.E. Sluiter, leden-beroepsgenoten en mr. M.D. Barendrecht-Deelen, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 29 mei 2012.

                                               Voorzitter   w.g.

                                               Secretaris  w.g.