ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2087 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.020

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2087
Datum uitspraak: 29-05-2012
Datum publicatie: 06-06-2012
Zaaknummer(s): c2011.020
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager, op 9 maart 2009 in verzekering gesteld, verwijt GGD arts, die op 12 maart 2009 aan het einde van de middag wordt gebeld door politie met verzoek om contact met behandelend arts, nefrologe, op te nemen over de vraag of klager juiste medicatie kreeg en insluiting verantwoord was, onjuiste informatie aan de politie te hebben doorgegeven. De arts heeft contact opgenomen met nefrologe, de voorgeschreven medicatie vergeleken met de medicatie die klager kreeg en doorgegeven aan de politie dat er geen bezwaar was tegen insluiting. Klacht wordt door het Regionaal Tuchtcollege als kennelijk ongegrond afgewezen. Het CTG verwerpt het beroep van klager.

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2011.020 van:

A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

met rechtskundige bijstand van mr. R.C.C.M. Nadaud, advocaat te Vaals,

tegen

G., arts, wonende te D., werkzaam te B., verweerder in beroep en in eerste aanleg, met rechtskundige bijstand van mr. R.W. Janssen te Maastricht.

 1.        Verloop van de procedure

Appellant - hierna klager - heeft op 25 februari 2010 bij het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven tegen verweerder - hierna de arts - een klacht ingediend. Bij beslissing van 24 november 2010, onder nummer 1032b, heeft dat College de klacht afgewezen.

Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen.

De zaak is in beroep tegelijk met de zaken onder nummers C2011.016 (klager / C., arts), C2011.017 (klager / E., bedrijfsarts) en C2011.019 (klager / F., forensisch arts) behandeld  ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 29 maart 2012. De zaken zijn niet gevoegd. Verschenen zijn klager, bijgestaan door mr. Nadaud en de arts, bijgestaan door mr. Janssen. De standpunten van partijen zijn over en weer bepleit door de raadslieden van partijen. Mr. Nadaud heeft het beroep toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen die aan het Centraal Tuchtcollege zijn overgelegd.

2.         Beslissing in eerste aanleg

Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd.

“ 2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Op 12 maart 2009 werd verweerder aan het einde van de middag gebeld door de politie, met de mededeling dat klager was voorgeleid bij de rechter-commissaris en dat de advocaat van klager bezwaar had tegen de insluiting omdat klager onder behandeling was van een nefrologe in verband met een nieraandoening, met verzoek aan verweerder met laatstgenoemde contact op te nemen en te vragen of klager de juiste medicatie kreeg en of verdere insluiting verantwoord was. Verweerder heeft contact opgenomen met de behandelend nefrologe, die door de advocaat van klager reeds op de hoogte bleek te zijn gesteld van de detentie en de toestand van klager. Vervolgens heeft verweerder de door de nefrologe voorgeschreven medicatie vergeleken met de medicatie die klager kreeg. Verweerder heeft aan de politie doorgegeven dat de nefrologe geen bezwaar had tegen de insluiting mits klager zijn medicatie stipt zou innemen en hij heeft gezegd dat klager de juiste medicatie kreeg.

Verder heeft verweerder geen bemoeienis met klager gehad.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Verweerder heeft ten onrechte niet alle medische informatie aan de nefrologe medegedeeld, heeft nagelaten persoonlijk een onderzoek naar de feitelijke medische toestand van klager te doen en hij heeft in verband met het onderzoek naar de detentiegeschiktheid van klager onjuiste dan wel onvolledige informatie aan de politie gegeven. Bij klager waren immers op 11 maart 2009 koorts, koude rillingen en een voorhoofdsholteontsteking geconstateerd en hij had antibiotica voorgeschreven gekregen.

4. Het standpunt van verweerder

Het college zal hierna, voor zover nodig, op het verweer ingaan.

5. De overwegingen van het college

Het gaat er in deze zaak slechts om of verweerder de informatie die hij van de behandelend nefrologe kreeg, onjuist dan wel onvolledig aan de politie heeft doorgegeven.

Daarvan is niet gebleken. Verweerder heeft immers volstaan met de aan hem door de politie gestelde vraag door te geven aan de nefrologe en het antwoord terug te koppelen aan de politie. Daarbij is van enige miscommunicatie zijdens verweerder niet gebleken. Verweerder had geen andere (zorg)verplichting jegens klager.

Verder is niet gebleken dat verweerder fouten heeft gemaakt bij de controle van mogelijke discrepantie tussen de enerzijds vanwege de nefrologe voorgeschreven en anderzijds de aan klager verstrekte medicatie.

Op grond van het voorgaande zal het college de klacht als kennelijk ongegrond afwijzen.”

3.         Vaststaande feiten en omstandigheden

Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten zoals deze zijn vastgesteld door het Regionaal Tuchtcollege en hiervoor zijn weergegeven onder 2. De feiten.

4.         Beoordeling van het hoger beroep

4.1.      Klager heeft zijn klacht in beroep herhaald en nader toegelicht.

4.2.      De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd met conclusie de klacht c.q. het beroep als ongegrond te beschouwen.

4.3.      De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege was er in deze situatie voor de arts geen aanleiding om klager zelf te onderzoeken.

Conclusie uit het voorgaande is dat het beroep wordt verworpen.

5.         Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

verwerpt het beroep.

Deze beslissing is gegeven door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter,

mr. G.P.M. van den Dungen en prof.mr. J.K.M. Gevers, leden-juristen en dr. H.E. Sluiter en F.M.M. van Exter, leden-beroepsgenoten en mr. C.M.J. Wuisman-Jansen , secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 29 mei 2012.

                                               Voorzitter   w.g.

                                               Secretaris  w.g.