ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1937 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.128
ECLI: | ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1937 |
---|---|
Datum uitspraak: | 27-03-2012 |
Datum publicatie: | 12-04-2012 |
Zaaknummer(s): | c2011.128 |
Onderwerp: | Geen of onvoldoende zorg |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen verpleegkundige. Verweerder, verpleegkundige, heeft als verbandmeester in een ziekenhuis na een operatie twee maal het gips om de enkel van klaagster aangelegd. Klaagster verwijt verweerder onzorgvuldig handelen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster. |
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
voor de Gezondheidszorg
Beslissing in de zaak onder nummer C2011.128 van:
A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg,
gemachtigde: mr. T.G.M. Gersjes, advocaat te Eindhoven,
tegen
C., verpleegkundige, werkzaam te D., verweerder in beide instanties.
1. Verloop van de procedure
A. - hierna klaagster - heeft op 16 maart 2010 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam tegen C. - hierna de verpleegkundige - een klacht ingediend. Het klaagschrift is doorgezonden aan het Regionaal Tuchtcollege te Den Haag en door dit laatstgenoemde college ontvangen op 28 april 2010. Bij beslissing van 14 december 2010, onder nummer 2010-81 heeft het Regionaal Tuchtcollege te Den Haag de klacht afgewezen. Klaagster is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De verpleegkundige heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend.
De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 6 maart 2012, waar zijn verschenen klaagster, bijgestaan door
mr. drs. J. Versluis, kantoorgenoot van gemachtigde van klaagster, en de verpleegkundige. Partijen hebben hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitnotities die aan het Centraal Tuchtcollege zijn overgelegd.
2. Beslissing in eerste aanleg
Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd.
“2. De feiten
Klaagster is op 4 december 2007 geopereerd aan haar rechterenkel, waarna een gipsverband is aangelegd. In het wondgebied was een drain achtergelaten. Op
5 december 2007 is de drain verwijderd en is een nieuw gipsverband aangelegd. Vanwege pijnklachten heeft men diezelfde dag het gips moeten splijten.
Op 18 december 2007 bleek, bij het verwijderen van het gips, de (operatie)wond over de gehele lengte ongeveer 2 cm open te staan. Voorts was er sprake van een oude bloeding. Na een nieuw gipsverband hield de pijn aan en op 22 december 2007, 4 en 21 januari en 12 februari 2008 is het gips vernieuwd. In juni 2008 liet het EMG een lichte laesie van de nervus peroneus zien onder de aftakking van de nervus extensor digitorum brevis.
3. De klacht
Klaagster verwijt de verpleegkundige, dat hij op 5 december 2007 het gipsverband zodanig strak heeft aangebracht, dat het gips diezelfde dag nog moest worden gespleten. Daarnaast heeft de verpleegkundige de drain zonder overleg met de operateur en onnodig pijnlijk verwijderd. De opmerking van klaagster dat zij antistolling gebruikte deed de verpleegkundige af met de opmerking dat het bloeden uit de wond wel zou stoppen na het aanbrengen van een verbandje.
Op 18 december 2007 was de verpleegkundige van plan zondermeer een nieuw gipsverband aan te leggen, doch na overleg met de orthopeed is eerst een bloedblaar leeg gedrukt en de wond schoongemaakt. Het aangelegde gips bleek later ook weer te strak te zijn aangebracht.
Klaagster meent dat de verpleegkundige medisch tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en haar onheus heeft bejegend door haar klachten en haar lichamelijk ongemakken te bagatelliseren.
4. Het standpunt van de verpleegkundige
Klaagster heeft 9 gipsverbanden gekregen, waarvan er twee door de verpleegkundige zijn aangelegd. De verpleegkundige stelt dat hij een gipsverband niet strak, maar wel sluitend aanlegt. Toename van de zwelling is meestal de oorzaak van de pijn.
Daarnaast heeft de verpleegkundige destijds in opdracht van de arts de drain bij klaagster verwijderd. Een lekkende wond na het verwijderen van een drain is als normaal te beschouwen en wordt bestreden met een drukkend verband. Een gestoorde wondgenezing komt ook regelmatig voor, waarvoor in overleg met de arts een wondverzorgingsbeleid wordt vastgesteld
De handelingen, die de verpleegkundige in zijn hoedanigheid van gipsverbandmeester uitvoert, zijn in het algemeen pijnlijk c.q. gevoelig. De verpleegkundige informeert de patiënt daarover vooraf om zodoende angst en/of onzekerheid weg te nemen. De verpleegkundige heeft de klachten en lichamelijke ongemakken van klaagster niet gebagatelliseerd.
5. De beoordeling
Gipsverband op onjuiste wijze aangelegd
Het dossier van klaagster vermeldt dat klaagster op 4 december 2007 is geopereerd aan haar enkel, waarna op 5 december 2007 een circulair onderbeengips is aangelegd en dat men het gips op 6 december 2007 heeft moeten splijten vanwege pijn en iets gezwollen tenen. Uit het dossier blijkt niet dat de oorzaak van de pijn was gelegen in een te strak aangelegd gips.
Drain onnodig pijnlijk verwijderd zonder overleg met de operateur
Uit het dossier heeft het College niet kunnen opmaken dat het tijdstip en de wijze waarop de drain door de verpleegkundige is verwijderd tot enige aantekening, laat staan kritische aantekening, van de zijde van de operateur c.q. behandelend arts heeft geleid.
Bloeding stelpen met drukverband, terwijl klaagster antistolling gebruikte
Het aanleggen door de verpleegkundige van een drukkend verband op de post-operatief lekkende wond bij klaagster is naar het oordeel van het College een adequate behandeling, die ook bij het gebruik van antistolling wordt toegepast. Ook dit punt heeft niet geleid tot een kritische aantekening van de operateur c.q. behandelend arts in het dossier.
Gestoorde wondgenezing als gevolg van onjuiste behandeling door de verpleegkundige
Uit de dossieraantekeningen van 18 december 2007 blijkt dat, na het verwijderen van het gips, de wond door een arts is beoordeeld en dat deze arts een wondverzorgingsbeleid heeft vastgesteld in het dossier. Vervolgens heeft de verpleegkundige een nieuw gipsverband aangelegd, dat blijkens de dossieraantekeningen van 22 december 2007, goed is aangelegd. Van onjuist beoordelen c.q. handelen door de verpleegkundige is het College uit de dossieraantekeningen van 18 december 2007 en de consulten daarna niet gebleken.
De slotsom is dat de klacht in al zijn onderdelen zonder nader onderzoek als kennelijk ongegrond moet worden afgewezen.”
3. Vaststaande feiten en omstandigheden
Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de beslissing in eerste aanleg, welke weergave in hoger beroep niet, althans onvoldoende, is bestreden.
4. Beoordeling van het hoger beroep
4.1 In hoger beroep heeft klaagster haar klacht herhaald en nader toegelicht.
4.2 De verpleegkundige heeft gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot
verwerping van het beroep.
4.3 De behandeling van de zaak in hoger beroep en met name hetgeen ter zitting naar voren is gekomen heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.
5. Beslissing
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
verwerpt het beroep.
Deze beslissing is gegeven door: mr. WD.H. Asser, voorzitter, prof.mr. J.K.M. Gevers en
mr. M.M.A. Gerritzen-Gunst, leden-juristen en S.R. Doop en W.J.B. Hauwert, leden- beroepsgenoten en mr. M.D. Barendrecht-Deelen, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 maart 2012.
Voorzitter w.g.
Secretaris w.g.