ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3611 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6180

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3611
Datum uitspraak: 04-06-2012
Datum publicatie: 18-12-2012
Zaaknummer(s): 6180
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. zijn medeadvocaten, subonderwerp: Overname van zaken
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie: Verwijt gegrond dat ondanks vele verzoeken daartoe en toezegging geen actie werd ondernomen. Overdracht van dossier na opvolgend advocaat duurde te lang, waarschuwing.

Beslissing van 4 juni 2012

in de zaak 6180

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klager

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 3 augustus 2011, onder nummer 10-360U, aan partijen toegezonden op 3 augustus 2011, waarbij het verzet tegen de beslissing van de voorzitter gegrond is verklaard, de klacht van klager tegen verweerder gegrond is verklaard en de maatregel van enkele waarschuwing is opgelegd.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 30 augustus 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van klager.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 2 april 2012, waar klager en verweerder zijn verschenen.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder:

a)    bij herhaling heeft verzuimd te reageren, dan wel te laat heeft gereageerd bij de behartiging van klagers belangen;

b)    niet in staat blijkt (binnen een redelijke termijn, zo begrijpt de raad) het dossier over te dragen aan de opvolgend advocaat van klager.

4    FEITEN

    In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

5.1    Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2    De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 3 augustus 2011, gewezen onder nummer 10-360U.

Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, J.C. van Oven, J.G. Vegter-Fieten en L. Ritzema, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2012.