ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3588 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6344

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3588
Datum uitspraak: 13-07-2012
Datum publicatie: 18-12-2012
Zaaknummer(s): 6344
Onderwerp:
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Herziening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzitter van de raad verklaarde klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot herziening. Appel tegen deze beslissing niet-ontvankelijk.

Beslissing van 13 juli 2012

in de zaak 6344

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 6 februari 2012, onder nummer B 133-2011, aan partijen toegezonden op 7 februari 2012, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 29 juni 2011 waarin het verzoek tot herziening van de beslissing van de raad van 12 december 2005 in klachtzaak B 173-2004 als kennelijk niet-ontvankelijk is afgewezen, ongegrond is verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 13 februari 2012 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van verweerster;

-    de brief van klager aan het hof van 12 maart 2012;

-    de brief van klager aan het hof van 19 maart 2012;

-    de brief van klager aan het hof van 19 maart 2012;

-    de brief van klager aan het hof van 19 maart 2012;

-    de brief van klager aan het hof van 23 april 2012.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 21 mei 2012, waar klager is verschenen. Klager heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3    HET VERZOEK

Klager heeft de raad om herziening verzocht van de beslissing van de raad d.d. 12 december 2005 in klachtzaak B173-2004 op grond van misleiding waardoor van een hoor en wederhoor volgens het Nederlands rechtstelsel geen sprake kan zijn geweest in deze kwestie. De voorzitter van de raad heeft dit verzoek bij beslissing van 29 juni 2011 als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen. Bij beslissing van 6 februari 2012 heeft de raad het door klager tegen de beslissing van de voorzitter ingestelde verzet ongegrond verklaard.

4    BEOORDELING

    Naar aanleiding van het beroep overweegt het hof als volgt. Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat tegen een beslissing van de Raad van Discipline waarbij het verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad ontgegrond of niet-ontvankelijk wordt verklaard, geen rechtsmiddel openstaat. Dat betekent dat klager niet kan worden ontvangen in zijn hoger beroep.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart klager niet-ontvankelijk in het door hem ingestelde hoger beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch van 6 februari 2012 onder nummer B 133-2011.

Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet , voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, J.H.J.M. Mertens-Steeghs, G.J.S. Bouwens en D.J. Markx, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2012.