ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3348 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 12-2012

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA3348
Datum uitspraak: 27-08-2012
Datum publicatie: 27-09-2012
Zaaknummer(s): M 12-2012
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Belangenconflict
Beslissingen: Waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Het staat een advocaat niet vrij om een bemiddelingsopdracht te aanvaarden indien een andere vestiging van het kantoor van die advocaat huisadvocaat is van een der partijen. Verweerder heeft toen hij aantrad als bemiddelaar niet op voorhand duidelijk gemaakt, dat zijn kantoor als advocaat optrad voor X en Y en dat hij, indien de bemiddeling niet zou slagen, in een eventuele procedure de belangen van X en Y zou behartigen. Onder deze omstandigheden stond het verweerder niet vrij, na de mislukte bemiddeling, zonder toestemming van klagers, in de door klagers tegen X en Y aanhangig gemaakte procedure de belangen van X en Y te behartigen. Klacht gegrond; enkele waarschuwing

Beslissing van 27 augustus 2012

in de zaak M 12 - 2012

naar aanleiding van de klacht van:

1.      A

2.      B

3.      C

4.      D

5.      E

6.      F

7.      G

klagers

gemachtigde :

H

tegen :

I.

verweerder

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 10 januari 2012 met kenmerk A 963, door de raad ontvangen op 11 januari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 11 juni 2012 in aanwezigheid van klagers sub 1 en 6, de gemachtigde van klagers en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3          De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 10 januari 2012, met bijlagen.

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1         Klagers waren verwikkeld in een geschil met X, verder te noemen X, en Y, verder te noemen Y, en later ook Z, verder te noemen Z. Het geschil hield verband met problemen bij de realisatie van een project, waarin klagers een woning hadden gekocht. De gemeente S was ook in het geschil betrokken.

2.2         Verweerder heeft in opdracht van de gemeente S in de periode december 2009 – januari 2010 bemiddeld in het geschil tussen X en Y enerzijds en klagers anderzijds. Op 11 december 2009 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen verweerder en klagers 1,4 en 6. Verweerder heeft op 22 januari 2010 advies uitgebracht.

2.3         De bemiddelingspoging is niet geslaagd, waarna door klagers een procedure tegen X en Y aanhangig is gemaakt. Verweerder liet de gemachtigde van klagers bij brief van 20 juli 2011 weten dat hij in die procedure optrad voor X en Y.

2.4         De gemachtigde van klagers heeft verweerder bij brief van 31 augustus 2011 medegedeeld dat het hem niet vrij stond om de belangen van X en Y te behartigen.

2.5         Verweerder heeft de gemachtigde van klager bij brief van 16 september 2011 als volgt geantwoord:

“Ondanks het feit dat ik de mening van u c.q. uw cliënten niet deel met betrekking tot het tegenstrijdig belang, trek ik mij terug uit deze zaak.”(…)

2.6         De gemachtigde van klager heeft de deken bij brief van 28 november 2011 bericht dat klagers hun klachten tegen verweerder handhaafden. Dit omdat uit de brief van verweerder van 16 september 2011 bleek, dat verweerder niet inzag of niet wilde inzien, dat hij niet had gehandeld zoals het een zorgvuldig handelend advocaat betaamt.

3                klacht

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.         verweerder een bemiddelingsopdracht heeft aanvaard van de Gemeente S. in een geschil tussen de cliënten van klager enerzijds en de vennootschappen X en Y anderzijds, terwijl zijn kantoor op dat moment de huisadvocaat was van die vennootschappen;

2.         verweerder toen aan de cliënten van klager niet heeft meegedeeld dat zijn kantoor de huisadvocaat van genoemde vennootschappen was;

3.         verweerder 1,5 jaar later als advocaat van genoemde vennootschappen is  gaan optreden, terwijl hij eerder in datzelfde conflict bemiddeld had.

4                VERWEER

4.1         Verweerder heeft zich bij brief van 16 september 2011 uit de behandeling van de zaak teruggetrokken. De klacht is nu enkel gebaseerd op het feit dat verweerder er nog een persoonlijke mening op nahoudt.

4.2         De wederpartij heeft er geen belang meer bij dat behandeling van de klacht wordt voortgezet. Het kan nimmer zo zijn dat het formuleren van een persoonlijke mening moet leiden tot in behandeling nemen, laat staan gegrond verklaren van een klacht. De klacht dient niet-ontvankelijk te worden verklaard, althans ongegrond.

5                BEOORDELING

5.1         Het staat een advocaat niet vrij als bemiddelaar op te treden in een geschil, indien hij voor een der partijen reeds als advocaat optreedt. Dit is slechts anders indien partijen desondanks uitdrukkelijk instemmen met diens optreden als bemiddelaar.

5.2         Vast staat dat verweerder een bemiddelingsopdracht heeft aanvaard, terwijl een andere vestiging van het kantoor van verweerder huisadvocaat was van een der partijen. Het had op de weg van verweerder gelegen het systeem van zijn kantoor te raadplegen, waaruit het klantenbestand van alle vestigingen van het kantoor zou zijn gebleken. Vervolgens had verweerder aan partijen dienen mede te delen dat zijn kantoor optrad als advocaat van X en Y. Verweerder heeft aldus 1) nagelaten om het systeem van zijn kantoor te raadplegen en 2) klagers ervan op de hoogte te stellen dat zijn kantoor optrad als advocaat van de wederpartij van klagers. Verweerder heeft zich aldus niet gedragen zoals van een behoorlijk handelend advocaat verwacht mocht worden. De raad zal de klachtonderdelen 1 en 2 gegrond verklaren.

5.3         Verweerder was ermee bekend dat hij was opgetreden als bemiddelaar in een geschil betreffende hetzelfde feitencomplex tussen klagers enerzijds en X en Y anderzijds. Indien een advocaat overweegt als bemiddelaar op te treden in een geschil, ligt het op zijn weg om op voorhand duidelijkheid te scheppen over zijn positie en zijn rol, met name over zijn positie indien het niet tot een bemiddeling mocht komen. Indien hierover op voorhand geen duidelijkheid is geschapen staat het een advocaat niet vrij om later voor één van de partijen op te treden, tenzij de andere partij hiermee uitdrukkelijk instemt.

5.4         Verweerder heeft toen hij aantrad als bemiddelaar niet op voorhand duidelijk gemaakt, dat zijn kantoor als advocaat optrad voor X en Y en dat hij, indien de bemiddeling niet zou slagen, in een eventuele procedure de belangen van X en Y zou behartigen. Onder deze omstandigheden stond het verweerder niet vrij, na de mislukte bemiddeling, zonder toestemming van klagers, in de door klagers tegen X en Y aanhangig gemaakte procedure de belangen van X en Y te behartigen. Ook in deze heeft verweerder niet gehandeld zoals van een behoorlijk advocaat verwacht mag worden.

5.5         Op grond van het bovenstaande zal de raad de klacht in alle onderdelen gegrond verklaren.

6                MAATREGEL

          De raad acht de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht in alle onderdelen gegrond en legt ter zake aan verweerder de maatregel enkele waarschuwing op.

Aldus gewezen door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. E.J.P.J.M. Kneepkens, L.J.G. de Haas, A. Groenwoud en L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 augustus 2012 .

griffier                                                                         voorzitter                                     

Deze beslissing is in afschrift op 28 augustus 2012

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            verweerder

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.      Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl