ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2735 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M31-2012

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2735
Datum uitspraak: 07-05-2012
Datum publicatie: 26-05-2012
Zaaknummer(s): M31-2012
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Onvoorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie: Stelselmatig niet voldoen aan verzoeken van de deken om informatie, waardoor de deken ernstig in diens taakuitoefening wordt. Door handelwijze van verweerder –verweerder is ook niet ter zitting van de raad verschenen- maakt hij het onmogelijk om toezicht uit te oefenen op het naleven van de Verordeningen., wat een zorgwekkende situatie oplevert. Bezwaar gegrond; schorsing twee weken, openbaarmaking ex art 48 lid 3

Beslissing van 7 mei 2012

in de zaak M 31 - 2012

naar aanleiding van het bezwaar van:

de deken

deken

tegen:

mr. A

verweerder

1               Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 26 januari 2012 met kenmerk D, door de raad ontvangen op 27 januari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 19 maart 2012 in aanwezigheid van de deken. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen,  zonder bericht van verhindering niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 26 januari 2012, met bijlagen.

2               FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1         De Nederlandse Orde van Advocaten heeft verweerder medio 2011, nadat  verweerder een eigen kantoor had opgestart, verzocht de entreetoets ingevuld aan haar te retourneren.

2.2         De Nederlandse Orde van Advocaten heeft de deken ervan op de hoogte gesteld dat verweerder in gebreke was gebleven aan de verplichting tot inzending van de entreetoets te voldoen. De deken heeft verweerder bij brief van19 oktober 2011verzocht om de entreetoets bij de raad van toezicht van de orde van advocaten te M in te dienen. De deken heeft op 19 december 2011 gerappelleerd.

2.3         Op 9 januari 2012 heeft de deken verweerder telefonisch benaderd en hem de opdracht gegeven om de entreetoets ingevuld te retourneren. Verweerder deelde aan de deken mede dat hij nog diezelfde week daar voor zou zorgdragen.

2.4         Omdat ook die toezegging niet werd nagekomen, heeft de deken zich bij brief van 26 januari 2012 met een bezwaar tegen verweerder tot de raad gewend.

3               bezwaar

3.1         Het bezwaar van de deken houdt in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder stelselmatig in gebreke blijft met het inzenden van de

entreetoets, waartoe hij wel gehouden is.

3.2         De deken voert ter onderbouwing van zijn bezwaar het volgende aan:

Het (stelselmatig) niet-nakomen van een aan advocaten opgelegde verplichting is enerzijds onbehoorlijk; anderzijds wordt de deken door het onbeantwoord blijven van zijn brieven belemmerd in zijn toezichthoudende taak. Dit laatste klemt temeer nu de raad al eerder wegens het belemmeren van de deken in zijn toezichthoudende taak een maatregel heeft opgelegd.

4               BEOORDELING

4.1         In de advocatenwet is aan de raden van toezicht en daarmede aan de deken onder meer opgedragen een behoorlijke uitoefening van de praktijk te bevorderen en toe te zien op de naleving van de plichten van de advocaat als zodanig terwijl zij de taken vervullen die hun bij verordeningen zijn opgelegd.

4.2     In het kader van dit toezicht dienen, met ingang van 1 januari 2010, alle startende kantoren ten behoeve van de raad van toezicht een entreetoets in te vullen. Door deze entreetoets krijgt de plaatselijke raad van toezicht een goed beeld van de kantoororganisatie. Aan de hand van deze toets kan worden vast gesteld of aan de verordeningen wordt voldaan. Elk kantoor dat na aanmelding bij het Beheer Advocaten Registratie (BAR) een nieuw barkantoornummer krijgt, wordt gezien als startend kantoor en krijgt de uitnodiging om de entreetoets in te vullen. Het kan gaan om nieuwe kantoren, om kantoren die naar een ander arrondissement verhuizen en om bestaande kantoren die zodanig van samenstelling veranderen, dat van een nieuw kantoor gesproken kan worden. Het was in dit kader dat de Nederlandse Orde van Advocaten aan verweerder verzocht om een Entreetoets in te vullen en te retourneren. Indien beantwoording uitblijft wordt hiervan melding gemaakt aan de lokale deken, waarna de lokale deken om toezending van de ingevulde Entreetoets verzoekt.

              4.3.    Vast staat dat verweerder herhaalde verzoeken van de deken om tot toezending van de ingevulde entreetoets over te gaan, ondanks diens telefonische toezegging dat wel te doen, onbeantwoord gelaten. Verweerder heeft de deken aldus belemmerd in de uitoefening van zijn toezichthoudende taak, wat verweerder tuchtrechtelijk valt aan te rekenen.

5               MAATREGEL

Het belemmeren van de deken in zijn toezichthoudende taak, valt een advocaat tuchtrechtelijk ernstig aan te rekenen. Een advocaat behoort te reageren op verzoeken van de deken. Verweerder heeft echter bij herhaling nagelaten om te reageren op verzoeken van de deken. Verweerder, is hoewel behoorlijk opgeroepen, ook niet ter zitting van de raad verschenen, om te reageren op het bezwaar van de deken. Door de handelwijze van verweerder is het niet mogelijk toezicht uit te oefenen op de naleving van de Verordeningen door verweerder, wat de raad zeer zorgwekkend acht. Onder deze omstandigheden acht de raad de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken passend en geboden.

Het dekenbezwaar in klachtzaak N zal door de raad eveneens bij beslissing van 7 mei 2012 gegrond verklaard, ter zake waarvan aan verweerder de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken in de uitoefening van de praktijk wordt opgelegd. De raad zal bepalen dat de in klachtzaak N opgelegde schorsing, behoudens appel tegen die beslissing,  ingaat onmiddellijk aansluitend op de in deze klachtzaak opgelegde schorsing.

BESLISSING

De raad van discipline:

-         verklaart het dekenbezwaar gegrond;

-         legt ter zake aan verweerder op de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken,

-         bepaalt dat de opgelegde schorsing ingaat op  de veertiende dag nadat deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan, of, indien verweerder  op dat moment uit andere hoofde is geschorst in de praktijkuitoefening of niet op het tableau staat ingeschreven, onmiddellijk aansluitend aan de ommekomst van deze schorsing of aan hernieuwde inschrijving op het tableau,

-         gebiedt de openbaarmaking van deze schorsing op de door de deken in het arrondissement Maastricht gebruikelijk toe te passen wijze.

Aldus gewezen door mr. P.M. Knaapen, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, R.G.A.M. Theunissen en L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 mei 2012 .

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op 8 mei 2012

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            verweerder

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl