ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2734 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M42-2012

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2734
Datum uitspraak: 07-05-2012
Datum publicatie: 26-05-2012
Zaaknummer(s): M42-2012
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Onvoorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie: Stelselmatig niet voldoen aan verzoeken van de deken om informatie, waardoor de deken ernstig in diens taakuitoefening wordt. Door handelwijze van verweerder –verweerder is ook niet ter zitting van de raad verschenen- maakt hij het onmogelijk om toezicht uit te oefenen op het naleven van de Verordeningen., wat een zorgwekkende situatie oplevert. Bezwaar gegrond; schorsing twee weken, openbaarmaking ex art 48 lid 3

Beslissing van 7 mei 2012

in de zaak M 42 - 2012

naar aanleiding van het bezwaar van:

de deken

deken

tegen:

mr. A.

verweerder

1               Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 7 februari 2012 met kenmerk D, door de raad ontvangen op 8 februari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement M opnieuw een bezwaar tegen verweerder ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 19 maart 2012 in aanwezigheid van de deken. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, zonder bericht van verhindering niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3         De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 7 februari 2012, met bijlagen.

2               FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1         Bij de deken is op 20 december 2011 een klacht (zaaknummer : E) tegen verweerder ingekomen. De deken heeft de klacht bij brief van 21 december 2011 aan verweerder doorgezonden, met het verzoek om hierop te reageren binnen 14 dagen. De deken heeft gerappelleerd op 16 en 24 januari 2012. De deken heeft in zijn schrijven van 24 januari 2012 aan verweerder bericht een dekenbezwaar tegen hem te zullen indienen, indien hij niet binnen 5 dagen op de klacht zou reageren.

2.2         Bij brief van 26 januari 2012 heeft de deken zich met een dekenbezwaar tot de raad van discipline gewend aangezien verweerder herhaalde verzoeken van de deken om de Entreetoets ingevuld aan de Raad van Toezicht te doen toekomen onbeantwoord liet.

2.3         Omdat verweerder ook de verzoeken van de deken om te reageren in klachtzaak E onbeantwoord liet, heeft de deken zich op 7 februari 2012 opnieuw met een dekenbezwaar tegen verweerder tot de raad van discipline gewend.

3               bezwaar

Het bezwaar van de deken houdt in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder stelselmatig heeft geweigerd brieven van de deken te beantwoorden, waardoor de deken in zijn  toezichthoudende taak belemmerd wordt.

4               BEOORDELING

4.1     In de advocatenwet is aan de raden van toezicht en daarmede aan de deken onder meer opgedragen een behoorlijke uitoefening van de praktijk te bevorderen en toe te zien op de naleving van de plichten van de advocaat als zodanig terwijl zij de taken vervullen die hun bij verordeningen zijn opgelegd. Bovendien heeft de wetgever in het tuchtrecht belangijke taken voor de deken weggelegd. Zo heeft de deken de taak om een onderzoek in te stellen naar elke bij hem ingediende klacht en te trachten in der minne een schikking te bereiken. Hierdoor is het voor de deken van belang om alle feiten en omstandigheden te kennen. De advocaat tegen wie een klacht is ingediend is daarom in het algemeen verplicht de nodige inlichtingen aan de deken te verstrekken. Het was in dat kader dat de deken verweerder vroeg hem te informeren omtrent de bij hem ingediende klacht. Door opnieuw niet te reageren op een verzoek van de deken om informatie, ditmaal naar aanleiding van een bij de deken tegen verweerder  ingediende klacht, en ook niet te reageren op latere verzoeken van de deken, belemmerde verweerder de deken opnieuw in diens hiervoor omschreven taakuitoefening. Aldus handelde verweerder niet als een behoorlijk advocaat betaamt zodat het bezwaar gegrond is

              4.2     Gebleken is dat verweerder stelselmatig nalaat om verzoeken van de deken om informatie van de deken te beantwoorden, waardoor verweerder de deken ernstig belemmert in zijn toezichthoudende taak, wat verweerder in ernstige mate tuchtrechtelijke valt aan te rekenen.

5               MAATREGEL

Het belemmeren van de deken in diens toezichthoudende taak valt een advocaat tuchtrechtelijk ernstig aan te rekenen. Een advocaat behoort te reageren op verzoeken om informatie van de deken. Verweerder heeft echter bij herhaling nagelaten om te reageren op verzoeken van de deken. Verweerder, is hoewel behoorlijk opgeroepen, evenmin ter zitting van de raad verschenen, om te reageren op het bezwaar van de deken. Door de handelwijze van verweerder is het niet mogelijk toezicht uit te oefenen op de naleving van de Verordeningen door verweerder, wat naar het oordeel van de raad een uiterst zorgwekkend situatie oplevert. Onder deze omstandigheden acht de raad de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken passend en geboden.

Het dekenbezwaar in klachtzaak N zal door de raad eveneens bij beslissing van 7 mei 2012 gegrond worden verklaard, ter zake waarvan aan verweerder de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken  wordt opgelegd. De raad zal bepalen dat de in deze klachtzaak opgelegde schorsing, behoudens appel tegen deze beslissing, ingaat onmiddellijk aansluitend op de in klachtzaak N opgelegde schorsing. Indien uitsluitend in klachtzaak O appel wordt ingesteld, zal de bij deze beslissing opgelegde schorsing ingaan op de veertiende dag nadat deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan

BESLISSING

De raad van discipline:

-         verklaart het dekenbezwaar gegrond;

-         legt ter zake aan verweerder op de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken,

-         bepaalt dat de opgelegde schorsing ingaat aansluitend aan de in klachtzaak N opgelegde schorsing, of indien in klachtzaak

N appel is ingesteld,  op  de veertiende dag nadat deze beslissing in kracht van gewijsde is gegaan; indien verweerder  op dat moment uit andere hoofde is geschorst in de praktijkuitoefening of niet op het tableau staat ingeschreven, onmiddellijk aansluitend aan de ommekomst van deze schorsing of aan hernieuwde inschrijving op het tableau,

-         gebiedt de openbaarmaking van deze schorsing op de door de deken in het arrondissement Maastricht gebruikelijk toe te passen wijze.

Aldus gewezen door mr. P.M. Knaapen, voorzitter, mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, R.G.A.M. Theunissen en L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 mei 2012 .

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op8 mei 2012

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            verweerder

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl