ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA4136 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3901/12.35

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA4136
Datum uitspraak: 12-11-2012
Datum publicatie: 19-04-2013
Zaaknummer(s): R. 3901/12.35
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Belangenconflict
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klagers gaan uit van de onjuiste veronderstelling dat verweerder op enig moment hun advocaat was. Van (schijn van) belangenverstrengeling kan dan ook geen sprake zijn. Het niet toezenden van een afschrift van de dagvaarding naar het feitelijk verblijfadres wederpartij is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht ongegrond.

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 27 januari 2012 met kenmerk K K254 2010/2011 ew/kme, door de raad ontvangen op 31 januari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 10 september 2012 in aanwezigheid van verweerder. Klagers zijn met voorafgaand bericht niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.1    Verweerder heeft door bemiddeling van de heer G. een vakantiewoning in Hongarije gekocht.

2.2    Klagers hebben door bemiddeling van de heer G. een (vakantie)woning in Hongarije gekocht. 

2.3    Verweerder is in een civielrechtelijk geschil opgetreden voor de wederpartij van klagers, de heer G.. Hij heeft de dagvaarding doen betekenen op het GBA-adres van klagers in Nederland. Klagers waren op dat moment in Hongarije. Zij zijn bij verstek veroordeeld.

2.4    Bij brief met bijlagen van 30 juli 2011 hebben klagers zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2    Meer in het bijzonder verwijten klagers verweerder dat hij:

a.    jegens klagers bij de advisering over een koopcontract over een vakantiewoning in Hongarije onduidelijkheid heeft laten bestaan over zijn hoedanigheid van advocaat en belangenbehartiger van de heer G., die als of namens de verkoper van de desbetreffende vakantiewoning optrad;

b.    zich schuldig heeft gemaakt aan het behartigen van een tegenstrijdig belang door zowel de heer G. als klagers te adviseren over de koopovereenkomst betreffende de bedoelde vakantiewoning;

c.    een dagvaarding heeft laten uitbrengen op het huisadres van klagers in Nederland, terwijl hij wist dat zij het grootste deel van het jaar in Hongarije of Turkije verblijven en er een advocaat voor hen optrad;

d.    in een zaak met een belang van minder dan € 5.000,- klagers op extra kosten heeft gejaagd door conservatoir beslag te doen leggen op hun woning;

e.    naast de toegewezen proceskosten jegens klagers aanspraak heeft gemaakt op betaling van zijn declaratie;

f.    zich overigens schuldig maakt aan wat klagers noemen “maffiapraktijken”.

4    VERWEER

4.1    Verweerder bestrijdt de hem door klagers gemaakte verwijten.

4.2    Verweerder betwist dat hij enige zakelijke relatie heeft onderhouden met de heer G., behoudens voorzover hij voor zichzelf (privé) via de heer G. een vakantiewoning in Hongarije heeft gekocht. Belangenbehartiger van de heer G. was hij bij de verkooptransacties niet, noch kreeg hij de koopovereenkomsten (behoudens die van hemzelf) voor ondertekening onder ogen. De heer G. heeft verweerder wel eens als particulier benaderd naar aanleiding van problemen die hij bij de bemiddeling bij de verkoop van vakantiehuizen ondervond en verweerder adviseerde hem dan in die hoedanigheid (en niet als diens raadsman). De heer G. heeft tegen die achtergrond ook klagers in overweging gegeven met verweerder te overleggen toen zij een aantal zaken met betrekking tot de aankoop van een woning in Hongarije onduidelijk vonden. Verweerder stelt hen niet juridisch te hebben geadviseerd (hij is niet op de hoogte van het Hongaarse recht) maar hen wel in algemene termen te hebben aangegeven dat niet altijd kan worden gemeten met de maat die wij in Nederland gewend zijn. Verweerder stelt desgevraagd aan klagers te hebben aangegeven dat hij goede ervaringen had met de heer G. betreffende de aankoop van zijn vakantiewoning in Hongarije.

4.3    Van een belangenverstrengeling is volgens verweerder geen sprake. Hij erkent enige tijd nadat de koopovereenkomst tussen klagers en de heer G. was gesloten, de heer G. te hebben bijgestaan in een juridische procedure tegen klagers. Het betrof een geschil over de nakoming door klagers van een overeenkomst van geldlening. De dagvaarding is op het GBA- adres van klagers uitgebracht. Verweerder stelt niet te hebben geweten dat klagers daar feitelijk niet woonden. Het conservatoir beslag is gelegd omdat er vrees bestond dat zaken aan verhaal zouden worden onttrokken. Het beslag is opgeheven na voldoening van de vordering.

5    BEOORDELING

Ten aanzien van klachtonderdelen a en b

5.1    De klachtonderdelen a en b hangen met elkaar samen zodat de raad die gezamenlijk zal bespreken.

5.2    Beide klachtonderdelen gaan uit van de veronderstelling dat verweerder advocaat van klagers was ten tijde van de verwerving van hun (vakantie)woning in Hongarije. Verweerder betwist dat met een uitvoerige motivering die de raad niet ongeloofwaardig voorkomt. Zo stelt hij dat hij slechts eenmalig telefonisch contact met klagers heeft gehad. Tijdens dit telefoongesprek heeft hij hen algemene informatie verschaft rondom de verwerving (via de heer G.) van een (vakantie)woning in Hongarije. Dat maakt hem nog niet tot advocaat van klagers. Dat het telefoongesprek in kwestie via de kantoortelefoon van verweerder zou zijn gevoerd, maakt dat niet anders. Dat er meer en andersoortige contacten hebben plaatsgevonden is niet gebleken terwijl zich bij de stukken evenmin een opdrachtbevestiging of correspondentie van verweerder aan klagers bevindt. Uit het dossier blijkt ook overigens niet dat verweerder zich als advocaat van klagers heeft gepresenteerd. Evenmin blijkt daaruit dat hij voor ondertekening de koopovereenkomst inhoudelijk heeft beoordeeld en klagers daaromtrent heeft geadviseerd. Van (schijn van) belangenverstrengeling kan dan ook geen sprake zijn. Deze klachtonderdelen acht de raad dan ook ongegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel c

5.3    De raad stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de dagvaarding aan het juiste Nederlandse adres is uitgebracht. Voor de beantwoording van de vraag of er terzake die betekening niettemin een tuchtrechtelijk verwijt aan verweerder kan worden gemaakt, is relevant of verweerder ervan op de hoogte was dat klagers op dat adres feitelijk en voor langere tijd niet verbleven.

5.4    Hoewel het verweerder – blijkens zijn uitlating ter zitting ook naar zijn eigen opvatting - had gesierd een afschrift van de dagvaarding naar het verblijfadres van klagers in Hongarije te zenden, bestond daartoe geen verplichting. Het nalaten daarvan is derhalve niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Daar komt nog bij dat het de verantwoordelijkheid van klagers is, om regelmatig de brievenbus in Nederland te laten legen. Dat zij er kennelijk voor hebben gekozen dat maar eens in de zes weken te doen, kan niet aan verweerder worden tegengeworpen.

Ten aanzien van klachtonderdelen d, e en f

5.5    Ook deze klachtonderdelen lenen zich voor gezamenlijke bespreking. De daarin verweten handelwijzen zijn namelijk op zichzelf genomen reeds niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dan wel kan de juistheid daarvan niet worden vastgesteld aangezien klagers en verweerder daarover tegenstrijdige verklaringen afleggen en zich in het dossier geen stukken bevinden die de stellingen van klagers (kunnen) staven.

5.6    Deze klachtonderdelen zijn ongegrond.

6    BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mrs. W.P. Brussaard. L.P.M. Eenens, P.C.M. van Schijndel en A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 november 2012.

griffier    voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 13 november 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klagers

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klagers

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl