ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA4098 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3990/12.124
ECLI: | ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA4098 |
---|---|
Datum uitspraak: | 17-12-2013 |
Datum publicatie: | 19-04-2013 |
Zaaknummer(s): | R. 3990/12.124 |
Onderwerp: |
|
Beslissingen: | Waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Schriftelijke vastlegging van de door verweerder gestelde mededeling aan klager dat hij de zaak van klager niet in behandeling nam, ontbreekt. Onzorgvuldig. Schending gedragsregel 8. Klacht gegrond. Enkele waarschuwing. |
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 22 juni 2012 met kenmerk R 11/12/71 ml, door de raad ontvangen op 25 juni 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 22 oktober 2012 in aanwezigheid van klager, zijn gemachtigde T. en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:
2.1 De gemachtigde van klager heeft verweerder verzocht om te beoordelen of in de zaak klager/S. hoger beroep ingesteld zou moeten worden, nu de advocaat die de zaak in eerste aanleg had behandeld daar geen mogelijkheden toe zag.
2.2 De gemachtigde van klager stelt op 21 september 2011 aan verweerder een brief te hebben gezonden, waarin hem wordt verzocht om in de zaak klager/S. hoger beroep in te stellen.
2.3 Verweerder betwist dat hij de brief van 21 september 2011 heeft ontvangen.
2.4 Verweerder heeft in de zaak klager/S. geen hoger beroep ingesteld. De beroepstermijn is inmiddels verstreken.
2.5 Bij brief van 24 januari 2012 heeft klager zich bij monde van zijn gemachtigde bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.
3.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij jegens hem tekort is geschoten door hem in de waan te laten dat hij in de zaak klager/S. hoger beroep had ingesteld. Klager stelt daardoor € 40.000,- schade te hebben gelden en acht verweerder voor die schade aansprakelijk.
4 VERWEER
4.1 Verweerder stelt geen opdracht van klager te hebben aanvaard om voor hem hoger beroep in te stellen. Hij voert aan dat hij klager tweemaal in duidelijke bewoordingen heeft aangegeven de zaak niet in behandeling te zullen nemen. De brief van 21 september 2011 stelt verweerder niet te hebben ontvangen. Het dossier is door hem wel ontvangen, maar dat heeft hij uitsluitend beoordeeld op haalbaarheid van het hoger beroep.
5 BEOORDELING
5.1 De raad stelt voorop dat de tuchtrechter niet bevoegd is te oordelen over een vordering dat een advocaat een door zijn gedraging veroorzaakte schade geheel of gedeeltelijk dient te vergoeden. Een vordering tot vergoeding van schade in dat kader kan alleen aanhangig worden gemaakt bij de civiele rechter.
5.2 De klacht ziet in de kern op schending van gedragsregel 8:
“De advocaat dient zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Waar nodig ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, dient hij belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen.”
5.3 Verweerder stelt dat klager nooit een cliënt van hem is geworden omdat hij de zaak klager/S. niet voor hem in behandeling heeft genomen. Hij stelt dat ook helder aan (de gemachtigde van) klager te hebben verwoord. Klager bestrijdt dat. Nu een schriftelijke vastlegging van die mededeling van verweerder ontbreekt, kan de Raad niet van de juistheid daarvan uitgaan. Dit komt voor risico van verweerder.
5.4 Van een advocaat mag naar het oordeel van de Raad in het algemeen namelijk worden verwacht dat als hem een dossier ter beoordeling wordt toegestuurd – zeker als daarin een beroepstermijn loopt – hij de ontvangst daarvan bevestigt en vervolgens zijn bevindingen schriftelijk neerlegt. Gelet daarop had het op de weg van verweerder gelegen om direct na zijn beoordeling van het dossier, aan (de gemachtigde van) klager zijn bevindingen te rapporteren en het dossier in kwestie te retourneren. Alsdan had klager zich desgewenst tot een andere advocaat kunnen wenden.
5.5 Gelet op het voorgaande acht de Raad de klacht derhalve gegrond.
6 MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de hierna te melden maatregel passend en geboden.
7 BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt aan verweerder de maatregel van enkele waarschuwing op.
Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, G.J. Schipper, E.J. van der Wilk en P.S. Kamminga, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 december 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 18 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- (de gemachtigde van) klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof
076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl