ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3881 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3896/12.30

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3881
Datum uitspraak: 03-12-2012
Datum publicatie: 02-03-2013
Zaaknummer(s): R. 3896/12.30
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verweerster heeft klager bijgestaan in vier strafzaken. Twee dagen voor de zitting heeft zij klager bezocht. Daarbij heeft klager een verklaring getekend om verweerster te machtigen hem ter zitting te vertegenwoordigen. Klager is niet ter zitting verschenen. Verweerster heeft klager direct na afloop van de zitting schriftelijk bericht gestuurd over het verloop van de zitting. Klacht dat verweerster de belangen van klager niet naar behoren heeft behartigd door klager pas twee dagen voor de zitting op te zoeken en de rechtbank ten onrechte te informeren dat klager niet ter zitting wenste te verschijnen. Nevenklacht. Plaatsvervangend voorzitter oordeelt dat geen althans onvoldoende feiten zijn gesteld op basis waarvan aanstonds zou kunnen worden vastgesteld dat verweerster is tekort geschoten in de belangenbehartiging. Klacht kennelijk ongegrond. Verzet ongegrond.

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de Raad van Discipline van 20 januari 2012, door de raad ontvangen op 23 januari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 2 februari 2012, welke is verzonden op 3 februari 2012, heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond  afgewezen.

1.3    Bij brief van 6 februari 2012, door de raad ontvangen op 8 februari 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 1 oktober 2012 in aanwezigheid van verweerster. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de vaststaande feiten uitgegaan die de plaatsvervangend voorzitter heeft vermeld in de bestreden beslissing onder nummer 3.

2.2    Bij brief van 7 september 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

3    KLACHT EN VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2    Klager verwijt verweerster meer in het bijzonder dat verweerster zijn belangen niet naar behoren heeft behartigd door twee dagen voor de zitting klager pas op te zoeken, de rechtbank ten onrechte heeft geïnformeerd dat klager niet ter zitting wenste te verschijnen, zeven of acht brieven van klager onbeantwoord heeft gelaten, een collect-call heeft geweigerd en niet heeft gereageerd op het verzoek van klager om getuigen te doen horen.

3.3    In het verzet heeft klager zijn bezwaar tegen het handelen van verweerster gehandhaafd. Volgens klager spreekt verweerster niet de waarheid.

4    VERWEER

4.1    Verweerster heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de Raad hierna waar nodig zal ingaan.

5    BEOORDELING

5.1    De raad verenigt zich met het uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht, zoals de plaatsvervangend voorzitter dit onder nummer 3.1 van de bestreden beslissing heeft vermeld.

5.2    De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. Dit brengt mee dat het verzet ongegrond is.

6    BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mrs. P.O.M. van Boven-de Groot, T. Hordijk, J.H.M. Nijhuis, L.Ph.J. baron van Utenhove, leden, bijgestaan door mr. P. Rijpstra als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 3 december 2012.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 5 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.