ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3175 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3723/11.125a

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3175
Datum uitspraak: 04-06-2012
Datum publicatie: 22-08-2012
Zaaknummer(s): R. 3723/11.125a
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet. Geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht. Verzet ongegrond

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 31 mei 2011  met kenmerk K141 2010/2011 ab/kme, door de raad ontvangen op 31 mei 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    Bij beslissing van 15 juni 2011 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 17 juni 2011 aan partijen is verzonden.

1.3    Bij faxbericht van 21 juni 2011heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.

1.4    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 23 april 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5    De raad heeft kennisgenomen van:

    - de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

      de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

    - het verzetschrift van klager d.d. 21 juni 2011.

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1    De kantoorgenote van verweerder heeft voor klager opgetreden in een huurgeschil.

2.2    Door nalatigheid van de kantoorgenote van verweerder is een deel van de vordering van klager op zijn verhuurder verjaard. Het kantoor van verweerder heeft aansprakelijkheid voor deze omissie erkend en de schade van klager is door de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van het kantoor van verweerder aan klager vergoed.

2.3    De kantoorgenote van verweerder heeft klager toegezegd een door hem betaald voorschot van € 500,- terug te storten en de zaak voor hem verder kosteloos te behandelen.

2.4    Klager heeft zich vervolgens tot een andere advocaat gewend en diens declaratie voor de verrichte werkzaamheden ad € 8.912,19 ter voldoening naar het kantoor van verweerder gestuurd.

2.5    Bij faxbrief van 31 januari 2011 heeft verweerder de advocaat van klager bericht dat hij de vordering van klager betreffende de voldoening van de declaratie, afwijst.

2.6    Bij brief van 7 februari 2011 heeft (de gemachtigde van) klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT EN VERZET

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.

3.2    Klager verwijt verweerder meer in het bijzonder dat hij de overeenkomst betreffende de vergoeding van door klager geleden schade ten gevolge van een toerekenbare tekortkoming van de voormalig kantoorgenote van verweerder jegens klager niet nakomt.

3.3    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat verweerder al op 19 maart 2009 op de hoogte was van de problemen ten aanzien van zijn kantoorgenote en klager niet te woord heeft willen staan.

4    VERWEER

4.1    Verweerder erkent dat zijn kantoorgenote tekort is geschoten. Zij is inmiddels van het tableau geschrapt. Toen de tekortkoming van zijn kantoorgenote hem bekend was geworden, heeft verweerder onmiddellijk actie ondernomen. De schade van klager is vergoed.

4.2    Verweerder stelt zich op het standpunt dat de kosten van de werkzaamheden van de opvolgend advocaat van klager geen schade vormen, nu het de eigen keuze van klager is geweest zich tot hem te wenden. De kantoorgenote van verweerder had aangeboden de zaak verder kosteloos te behandelen maar die toezegging had geen betrekking op de relatie tussen klager en zijn nieuwe advocaat.

5    BEOORDELING

5.1    Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de raad de

beoordeling van de plaatsvervangend voorzitter. De tuchtrechter is niet bevoegd om te oordelen over de uitleg van gemaakte afspraken. Dat is aan de civiele rechter voorbehouden. Dat klager met de kantoorgenote van verweerder had afgesproken dat de declaratie van de opvolgend advocaat van klager door verweerster dan wel haar kantoor zou worden voldaan, kan op basis van de tegengestelde verklaringen en de stukken in het dossier niet worden vastgesteld.

5.2    Door klager zijn in het verzet geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht en dit leidt niet tot een ander oordeel dan de plaatsvervangend voorzitter heeft gegeven. Het verzet is derhalve ongegrond.

5.3    Ten overvloede overweegt de raad dat het oordeel over de klacht en het verzet los staat van de eventuele civiele aansprakelijkheid van (het kantoor van) verweerder en/of zijn voormalige kantoorgenote.

6    BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mrs. W.J. Hengeveld, P.J.E.M. Nuiten, G.J. Schipper, C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 4 juni 2012.

griffier    voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 5 juni 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.